Samsung CLP-310 Color Laser Printer series - User's Guide
Table Of Contents
- De functies van uw nieuwe laserproduct
- Veiligheidsinformatie
- Inleiding
- Aan de slag
- Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen
- Eenvoudige afdruktaken
- Onderhoud
- Problemen oplossen
- Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
- Specificaties
- Verklarende woordenlijst
- Index
- Contact SAMSUNG worldwide
- Software
- Software Inhoudsopgave
- Printersoftware installeren onder Windows
- Standaard afdrukinstellingen
- Geavanceerde afdrukinstellingen
- Een lokale printer delen
- Smart Panel gebruiken
- Uw printer gebruiken onder Linux
- Uw printer gebruiken met een Macintosh
- Software Index

Aan de slag_29
communiceren via een toegangspunt.
5. Klik op
Next
.
Als het venster met de instellingen voor de beveiliging van een draadloos
netwerk verschijnt, voert u het geregistreerde wachtwoord (de netwerk-
sleutel) in en klikt u op
Next
.
6. Het venster
Wizard Setup Confirmation
verschijnt. Controleer de
instellingen van het draadloze netwerk. Als de instellingen juist zijn,
klikt u op
Apply
.
7. Klik op
OK
.
Ga nu naar De stuurprogrammasoftware installeren.
De stuurprogrammasoftware installeren
U moet het printerstuurprogramma installeren voordat u kunt afdrukken.
De software bestaat uit stuurprogramma’s, toepassingen en andere
gebruiksvriendelijke programma’s.
Als de methode voor toewijzing van het IP-adres DHCP is en het IP-adres
kan worden gewijzigd wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, raden
we u aan het programma Bonjour te gebruiken. Ga naar
http://developer.apple.com/networking/bonjour/download/, selecteer het
programma Bonjour voor Windows voor het besturingssysteem van uw
computer en installeer het programma. Wanneer u werkt met Mac OS X,
is dit programma mogelijk al geïnstalleerd
op uw pc. Met dit programma kunt
u de netwerkparameters automatisch instellen.
Dit programma Bonjour
ondersteunt geen Linux.
Volg de onderstaande stappen als het IP-adres statisch wordt toegewezen.
1. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation van de computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster weergegeven.
2. Klik op Volgende.
• Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van het cd-
romstation. Klik vervolgens op OK.
• Als u Windows Vista, Windows 7 en Windows Server 2008 R2
gebruikt, klikt u op Start > Alle programma’s > Accessoires >
Uitvoeren en typt u X:\Setup.exe.
3. Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter en klik vervolgens
op Volgende.
4. De lijst met in het netwerk beschikbare apparaten verschijnt. Selecteer
in deze lijst de printer die u wilt installeren en klik op Volgende.
5. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt er een venster met de vraag of
u een testpagina wilt afdrukken en of u zich wilt registreren als gebruiker
van een Samsung-apparaat, zodat Samsung u hierover informatie kan
toesturen. Als u dit wilt, schakel dan het desbetreffende selectievakje in
en klik op Voltooien.
Gefeliciteerd, u hebt uw draadloze netwerkprinter van Samsung geïnstalleerd.
Druk een extra exemplaar van het configuratierapport af en bewaar dit voor
het geval u het in de toekomst nodig hebt. U kunt uw nieuwe draadloze Samsung-
printer nu in uw netwerk gebruiken.
Als de bewerkingsmodus van uw netwerk
Infrastructure
is, selecteer
dan de
SSID
van het toegangspunt. Als de bewerkingsmodus
Ad-hoc
is,
selecteer dan de
SSID
van het apparaat. Let op: “airportthru” is de
standaard-
SSID
van uw apparaat.
Ontkoppel de netwerkkabel (standaardkabel of crossoverkabel).
Uw apparaat zou vervolgens draadloos met het netwerk moeten
communiceren. In het geval van de modus
Ad-hoc
kunt u tegelijkertijd
een draadloos LAN en een bekabeld LAN gebruiken.
Als
Operation Mode
is ingesteld op
Infrastructure
, moet u de netwerk-
kabel loskoppelen om het draadloze netwerk te activeren nadat het
netwerk is ingesteld.
• De volgende procedure is gebaseerd op Windows XP. De procedure
die u moet volgen en het pop-upvenster dat verschijnt tijdens de
installatie, kunnen verschillen afhankelijk van het besturingssysteem,
apparaatfuncties of de interface die wordt gebruikt.
• Controleer of de netwerkinstellingen voor het apparaat zijn voltooid.
(Zie "Het netwerk installeren" op pagina 20.) Sluit alle toepassingen
op uw computer af voordat u met de installatie begint.
• Het installatievenster kan er enigszins anders uitzien als u het
stuurprogramma opnieuw installeert.
• View User’s Guide: biedt u de mogelijkheid om de gebruikers-
handleiding te bekijken. Als Adobe Acrobat niet op uw computer
is geïnstalleerd, klikt u op deze optie om Adobe Acrobat Reader
automatisch te installeren.
• Als uw apparaat niet in de lijst voorkomt, klikt u op Bijwerken
om de lijst te vernieuwen of selecteert u TCP/IP-poort toevoegen.
om uw apparaat aan het netwerk toe te voegen. Als u het apparaat
aan het netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het
IP-adres voor het apparaat invoeren.
• U kunt het IP-adres of het MAC-adres van uw apparaat controleren
door een pagina van het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
Als uw apparaat na de installatie niet naar behoren werkt, controleert
u de netwerkinstellingen. Probeer het printerstuurprogramma opnieuw
te installeren.










