Samsung CLX-318x Color Laser MFP series - User's guide

Aan de slag_ 44
Als u de grafische interface niet gebruikt en de software niet hebt
geïnstalleerd, moet u het stuurprogramma in de tekstmodus
gebruiken. Volg stappen 3 en 4, en volg daarna de instructies op
het terminalscherm.
Als het printerstuurprogramma niet correct werkt, maakt u de installatie
van het stuurprogramma ongedaan en installeert u het opnieuw.
Volg onderstaande stappen om de installatie van het
stuurprogramma voor Linux ongedaan te maken.
a) Zo
rg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten
en ingeschakeld is.
b) Zo
dra het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root"
in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
installatie van het printerstuurprogramma ongedaan te maken.
Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw
systeembeheerder.
c) Klik op he
t pictogram onderaan op het bureaublad. Wanneer
het scherm Terminal verschijnt, typt u het volgende:
[root@localhost root]#cd /opt/Samsung/mfp/uninstall/
[roo
t@localhost uninstall]#./uninstall.sh
d) Klik op Un
install.
e) Klik op Nex
t.
f) Klik op Fi
nish.
Uw printer lokaal delen
Volg de onderstaande stappen om ervoor te zorgen dat computers uw
apparaat lokaal delen.
Als de hostcomputer via een USB-kabel rechtstreeks op het apparaat is
aangesloten en met de lokale netwerkomgeving is verbonden, kunnen de
clientcomputers die met het lokale netwerk zijn verbonden het gedeelde
apparaat gebruiken om af te drukken via de hostcomputer.
2
1
1
Hostcomputer Een computer die rechtstreeks met het
apparaat is verbonden met een USB-kabel.
2
Clientcomputers Computers die het apparaat gebruiken dat
gedeeld wordt via de hostcomputer.
Windows
Instellen als hostcomputer
1. Installeer het printerstuurprogramma (zie "Het stuurprogramma van
een USB-apparaat installeren" op pagina 41).
2. Klik op he
t menu Start in Windows.
3. In W
indows Server 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In Win
dows XP/Server 2003 selecteert u Printers en faxen.
In Win
dows Server 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm
> Hardware en geluiden > Printers.
In Wi
ndows 7 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten en
Printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en Printers.
4. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram.
5. In
Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista drukt u op
Eigenschappen.
In Windows 7/Server 2008 R2 selecteert u Eigen
schappen van
printer in de contextmenu’s.
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken staat,
kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
6. Selectee
r het tabblad Delen.
7. Selecteer
Deze printer delen.
In Windows Vista of hoger drukt u op Opties voor delen
wijzigen en schakelt u het slectievakje voor Deze printer
delen in.
8. Vul het veld Sha
re-naam in. Klik op OK.
Instellen als clientcomputer
1. Installeer het printerstuurprogramma (zie "Het stuurprogramma van
een USB-apparaat installeren" op pagina 41).
2. Klik op het me
nu Start in Windows.
3. Selecteer
Alle programma’s > Accessoires > Windows
Verkenner.
4. Voer het IP-adres van de hostcomputer in en druk op de Enter-toets
op uw toetsenbord.
Als de hostcomputer om een Gebruikersnaam en
Wachtwoord vraagt, vult u de gebruikers-id en het
wachtwoord van de hostcomputeraccount in.
5. Klik me
t uw rechtermuisknop op het pictogram van de gewenste
printer en selecteer Verbinden.
6. Klik op OK
zodra het bericht verschijnt dat de installatie is voltooid.
7. Ope
n het bestand dat uw wilt afdrukken en begin met afdrukken.
Macintosh
Volg onderstaande stappen voor Mac OS X 10.5 ~ 10.6. Raadpleeg
de Help van Mac voor andere versies.
Instellen als hostcomputer
1. Installeer het printerstuurprogramma (zie "Macintosh" op pagina 42).
2. Ope
n de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klik op
Afdrukken en faxen.
3. Selectee
r het apparaat dat u wilt delen uit de Printerlijst in het
linkerpaneel van het venster.
4. Klik op Deel deze printer.
Instellen als clientcomputer
1. Installeer het printerstuurprogramma (zie "Macintosh" op pagina 42).
2. Ope
n de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klik op
Afdrukken en faxen.
3. Druk op het pictogram +.
Er verschijnt een weergavescherm met de naam van uw gedeelde
printer.
4. Selectee
r uw apparaat en klik op Voeg toe.