Samsung CLX-318x Color Laser MFP series - User's guide
Basisinstellingen_ 66
2. Als u nog meer letters wilt invoeren, herhaalt u stap 1.
Als de volgende letter op dezelfde toets staat, verp
laatst u de cursor
door op de pijl-links/rechts te drukken en vervolgens op de toets met de
gewenste letter. De cursor gaat naar rechts en de volgende letter
verschijnt op het display.
U kunt een spatie invoeren door twe
e keer op 1 te drukken.
3. Na het invoe
ren van de letters drukt u op OK.
Letters en cijfers op het toetsenblok
Toets Toegewezen cijfers, letters of tekens
1 @ / . ‘ 1
2 A B C a b c 2
3 D E F d e f 3
4 G H I g h i 4
5 J K L j k l 5
6 M N O m n o 6
7 P Q R S p q r s 7
8 T U V t u v 8
9 W X Y Z w x y z 9
0 & + - , 0
* *
# #
Cijfers of namen corrigeren
Wanneer u zich bij het invoeren van een nummer of naam hebt vergist,
drukt u op de pijl-links/rechts om het laatste cijfer of teken te wissen. Voer
vervolgens het juiste cijfer of teken in.
Een pauze invoegen
Voor sommige telefooncentrales moet u eerst een toegangscode
(bijvoorbeeld een 9) intoetsen en vervolgens wachten tot u een tweede
kiestoon hoort. In dat geval moet u in het telefoonnummer een pauze
invoegen. U kunt een pauze invoegen bij het instellen van
snelkiesnummers. Druk op de juiste plaats op Redial/Pause om een pauze
in te voeren tijdens het invoeren van het telefoonnummer. A – verschijnt op
het display op de overeenkomstige locatie.
Besparende modi gebruiken
De energiebesparingsfunctie gebruiken
Gebruik deze functie om energie te besparen als u het apparaat niet
gebruikt.
1. Druk op Menu op het bedi
eningspaneel.
2.
Druk op de pijl-links/rechts tot
Systeeminst.
verschijnt en vervolgens op
OK
.
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Apparaatinst. verschijnt en vervolgens
op OK.
4. Druk op de pi
jl-links/rechts tot Energ.spaarst. verschijnt en vervolgens
op OK.
5. Druk op de pi
jl-links/rechts tot de gewenste tijdsduur verschijnt.
6. Druk op OK om uw keuze
op te slaan.
7. Druk op Stop/Clear om
terug te keren naar stand-bymodus.
Standaardpapier instellen
De opties voor instellingen kunnen verschillen afhankelijk van uw
model. Controleer de naam van uw model.
U kunt het papier selecteren dat u standaard wilt gebruiken voor
afdruktaken.
Vanaf het bedieningspaneel van uw apparaat
Het papierformaat instellen
1. Druk op Menu op het bedieningspaneel.
2. Druk op de pij
l-links/rechts tot Systeeminst. verschijnt en
vervolgens op OK.
3. Druk op d
e pijl-links/rechts tot Papierinstel. verschijnt en vervolgens
op OK.
4. Druk op de pij
l-links/rechts tot Papierformaat verschijnt en
vervolgens op OK.
5. Druk op de pijl-links/rechts om het gewenste papierformaat te
selecteren.
6. Druk op OK om uw keuze
op te slaan.
7. Druk op Stop/Clear om
terug te keren naar stand-bymodus.
Het papiertype instellen
1. Druk op Menu op het bedieningspaneel.
2. Druk op de pij
l-links/rechts tot Systeeminst. verschijnt en
vervolgens op OK.
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Papierinstel. verschijnt en vervolgens
op OK.
4. Druk o
p de pijl-links/rechts tot Type papier verschijnt en vervolgens
op OK.
5. Druk op de pij
l-links/rechts om het gewenste papiertype te
selecteren.
6. Druk op OK om uw keuze op te slaan.
7. Druk op Stop/Clear om
terug te keren naar stand-bymodus.
Vanaf uw computer
Windows
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In
Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
• In
Windows XP/Server 2003 selecteert u Printers en faxen.
• In
Windows Server 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm
> Hardware en geluiden > Printers.
• In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en Printers.
• In W
indows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en Printers.
3. Klik me
t de rechtermuisknop op uw apparaat.
4. In
Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista drukt u op
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voo
rkeursinstellingen voor afdrukken uit het contextmenu.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het
teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de
geselecteerde printer selecteren.
5. Klik op het ta
bblad Papier.
6. Selectee
r opties, zoals papierformaat en papiertype.