Samsung ML-254x Laser Printer series - User's Guide

Aan de slag_ 28
Windows
Instellen als hostcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Het
stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.)
2. Klik op het menu Start in Windows.
3. In W
indows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In Win
dows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
In Win
dows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
In Win
dows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
In Win
dows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
4. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
5. In W
indows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Eig
enschappen van printer in het snelmenu.
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken staat,
kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
6. Sele
cteer het tabblad Delen.
7. Selecteer Op
ties voor delen wijzigen.
8. Schakel
het selectievakje voor Deze printer delen in.
9. Vul he
t veld Sharenaam in. Klik op OK.
Instellen als clientcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Het
stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat" op pagina 26.)
2. Klik op het menu Start in Windows.
3. Selecteer Alle p
rogramma’s > Toebehoren > Windows
Verkenner.
4. Voer het IP-a
dres van de hostcomputer in op de adresbalk en druk
op Enter op uw toetsenbord.
Als de hostcomputer om een Gebruikersnaam en
Wachtwoord vraagt, vult u de gebruikers-id en het
wachtwoord van de hostcomputeraccount in.
5. Klik
met uw rechtermuisknop op de gewenste printer en selecteer
Verbinden
6. Klik op OK zodra het bericht verschijnt dat de installatie is voltooid.
7. Op
en het bestand dat uw wilt afdrukken en begin met afdrukken.
Macintosh
De volgende stappen gelden voor Mac OS X 10.5-10.6. Raadpleeg de
Help van Mac voor andere OS-versies.
Instellen als hostcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Macintosh" op
pagina 26.)
2. Ope
n de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klik op
Afdrukken en faxen.
3. Selectee
r de printer die u wilt delen in de Printerlijst.
4. Selecteer
Deel deze printer.
Instellen als clientcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Macintosh" op
pagina 26.)
2. Ope
n de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klik op
Afdrukken en faxen.
3. Klik op het pictogra
m "+".
Er verschijnt een weergavescherm met de naam van uw gedeelde
printer.
4. Selectee
r uw apparaat en klik op Voeg toe.