Samsung ML-254x Laser Printer series - User's Guide

Afdrukken_ 43
Text: hier kunt u de paginamarges opgeven en tekstopties instellen,
zoals regelafstand en kolommen.
Graphics: hier kunt u grafische opties instellen voor het afdrukken
van afbeeldingen/bestanden, bijvoorbeeld kleuropties en de grootte
of positie van de afbeelding.
Ad
vanced: Met deze optie kunt u de afdrukresolutie, papierinvoer
en speciale afdrukfuncties instellen.
Als een optie is uitgegrijsd wordt die optie niet ondersteund.
5. Klik op Apply om
de wijzigingen toe te passen en sluit het venster
Properties.
6. Klik op OK in het venster LPR GUI om met afdrukken te beginnen.
7. Het ve
nster Printing verschijnt, waarin u de status van de afdruktaak
kunt controleren.
Klik op Can
cel als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
Bestanden afdrukken
U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de
standaard-CUPS-methode toe te passen: direct vanaf de opdrachtregel. U
werkt dan met het CUPS lpr-programma. Maar de stuurprogrammareeks
beschikt over een veel gebruikersvriendelijker LPR GUI-programma.
Zo drukt u elk bestand af:
1. Typ lp
r <bestandsnaam> op de commandoregel van de Linux-shell en
druk op Enter. Het venster LPR GUI verschijnt.
Wanneer u enkel lpr typt en op Enter drukt, verschijnt eerst het venster
Select file(s) to print. Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken en
klik op Open.
2. In
het venster LPR GUI selecteert u uw printer uit de lijst en wijzigt u de
eigenschappen van de afdruktaak.
3. Klik op OK om het afdrukken te starten.
Printereigenschappen configureren
In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers
configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw printer
wijzigen.
1. Ope
n Unified Driver Configurator.
Schakel indien nodig over naar Prin
ters configuration.
2. Selectee
r uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op
Properties.
3. Het ve
nster Printer Properties wordt geopend.
Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:
Ge
neral: hier kunt u de locatie en naam van de printer wijzigen. De
naam die u op dit tabblad invoert wordt weergegeven in de printerlijst
in Printers configuration.
Connection: hiermee kunt u een andere poort bekijken of
selecteren. Als u de printerpoort van USB wijzigt in parallel of
omgekeerd terwijl de printer in gebruik is moet u de printerpoort op
dit tabblad opnieuw configureren.
Driver
: hiermee kunt u een ander printerstuurprogramma bekijken
of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het
apparaat wilt instellen.
Job
s: hiermee geeft u de lijst met afdruktaken weer. Klik op Cancel
job om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het
selectievakje Show completed jobs in voor een lijst met eerder
opgegeven afdruktaken.
Cla
sses: hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort. Klik op
Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een bepaalde
klasse of klik op Remove from Class als u het apparaat wilt
verwijderen uit een geselecteerde klasse.
4. Klik op OK om de wij
zigingen toe te passen en sluit het venster Printer
Properties.