User manual

Wanneer Antennebron is ingesteld op Ant of Kabel
Kanalen tunen digitaal
Hiermee zoekt u naar een digitaal kanaal.
1.
Selecteer Nieuw.
Bij selectie van Antenne Ant: Kanaal, Frequentie, Bandbreedte
Bij selectie van Antenne Kabel: Frequentie, Modulatie, Symboolfrequentie
2.
Selecteer Zoeken. Zodra het scannen is voltooid, wordt een kanaal in de kanalenlijst bijgewerkt.
Kanalen tunen analoog
Hiermee zoekt u een analoog kanaal.
1.
Selecteer Nieuw.
2.
Stel Prog., Kleursysteem, Geluidssysteem, Kanaal en Zoeken in.
3.
Selecteer Opslaan. Zodra het scannen is voltooid, wordt een kanaal in de kanalenlijst bijgewerkt.
Kanaalmodus
P (programmamodus)
Als u klaar bent met afstemmen, zijn de zenders die u kunt ontvangen, toegewezen aan de positienummers P0 tot
P99. In deze modus kunt u een kanaalnummer selecteren door het positienummer in te toetsen.
C (antennekanaalmodus)/S (kabelkanaalmodus)
in deze twee modi kunt u een kanaal selecteren door het nummer op te geven dat aan de antenne- of kabelzender
is toegewezen.
Het scherm fijnregelen
Uitzending Kanaalinstellingen Fijnafstemming
Alleen beschikbaar voor analoge uitzendingen.
Analoge beelden kunnen schokkerig zijn en ruis bevatten. Als dit het geval is, kunt u het signaal nauwkeuriger afstellen
en/of de ruis verminderen om het beeld duidelijker te maken.
1.
Selecteer Kanaalinstellingen Fijnafstemming. Er wordt een voortgangsbalk op het scherm weergegeven.
2.
Druk op de knop ¡ of £ om aanpassingen te doen. Selecteer Opslaan of Sluiten om de nieuwe instelling toe te
passen. Selecteer Resetten om de fijnafstemming opnieuw in te stellen.
Nederlands - 94 Nederlands - 95
Voorkeursfuncties