Operation Manual

Nederlands
Netw. ingesteld (Auto)
De meeste draadloze netwerken hebben een optioneel beveiligingssysteem waarbij
apparaten die toegang tot het netwerk zoeken, een gecodeerde beveiligingscode
moeten versturen, een zogenaamde toegangs- of beveiligingssleutel. De
beveiligingssleutel is gebaseerd op een wachtwoord, doorgaans een woord of een
combinatie van letters en cijfers met een bepaalde lengte die u hebt opgegeven bij
het instellen van de beveiliging voor uw draadloos netwerk. Als u deze methode
gebruikt om een netwerkverbinding in te stellen en u een beveiligingssleutel voor
het draadloze netwerk hebt opgegeven, moet u tijdens de configuratieprocedure
het wachtwoord opgeven.
Automatisch instellen
1. Ga naar het scherm Netwerkinstelling.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
2. Selecteer Draadloos.
Netwerkinstelling
Selecteer een netwerkverbindingstype.
Kabel
Vorige
Volgende
Annuleren
Draadloos (algemeen)
WPS(PBC)
One Foot Connection
Stel het draadloze netwerk
in door uw access point te
selecteren. U moet mogelijk
een beveiligingscode invoeren
afhankelijk van de instellingen
van het access point.
Het weergegeven beeld kan, afhankelijk van het
model, afwijken.