Operation Manual

13
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reectie van de itser van de camera.
Stel de itseroptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (p. 69)
Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (p. 102)
Foto's bevatten
stofvlekken.
Als u de itser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
Schakel de itser uit of neem geen foto's op stoge plaatsen.
Pas de ISO-waarde aan. (p. 72)
Foto's zijn onscherp. Vervaging kan optreden als u foto's maakt in slecht licht of de camera niet goed vasthoudt.
Gebruik de functie OIS of druk de ontspanknop [Ontspanknop] half in om ervoor te zorgen dat de camera op het onderwerp
scherpstelt. (p. 41)
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk worden om de camera lang
genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de camera gaan trillen.
Selecteer Opname bij weinig licht in
s
Slimme modus. (p. 51)
Schakel de itser in. (p. 70)
Pas de ISO-waarde aan. (p. 72)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het
onderwerp te donker worden.
Maak geen opname tegen de zon in.
Stel de itseroptie in op Invulits. (p. 70)
Pas de belichting aan. (p. 80)
Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (p. 81)
Stel de lichtmeting in op Spot als het onderwerp in het midden van het kader staat. (p. 81)