Operation Manual
Geavanceerde functies
31
De Scènemodus gebruiken
Selecteer
6
Opname ¢ Gezicht retouch ¢een optie.
Selecteer een hogere instelling om een groter aantal t
onvolkomenheden te verbergen.
Niveau 3
Terug Verpl.
Kadreer het onderwerp en druk [
7
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
8
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld.
De kaderlijnen gebruiken
Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken,
kunt u de compositie bepalen met behulp van de kadergids.
De kadergids helpt degene die een foto van u maakt door het
gedeelte van de vooraf gekadreerde scène te laten zien.
Draai de modusdraaiknop naar
1
s
.
Selecteer
2
Kaderlijnen.
Kadreer het onderwerp en druk op [
3
Ontspanknop].
Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen t
doorzichtige lijnen.
Kader annuleren: OK
Vraag een andere persoon om een foto te maken.
4
Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de t
kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de
foto te maken.
Druk op [
5
o
] om de kadergids op te heffen.