INSTRUCTIEHANDLEIDING Dual Camera VPC-CG20EX VPC-CG20 VPC-CG20GX VPC-CG20PX VPC-CG20TA Belangrijke opmerking In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u veilig kunt werken met de VPC-CG20EX, VPC-CG20, VPC-CG20GX, VPC-CG20PX en VPC-CG20TA. Informatie die slechts betrekking heeft op een van deze producten wordt duidelijk als zodanig aangegeven. Lees deze aanwijzingen zorgvuldig voordat u de camera gebruikt. Lees het aparte boekje “VEILIGHEIDSHANDLEIDING” goed door en zorg ervoor dat u de inhoud begrijpt.
INSTRUCTIES VOOR HET LEZEN VAN DEZE HANDLEIDING Voor nieuwe gebruikers Lees de gedeeltes “INSTALLATIE” en “SIMPLE” in deze handleiding om bekend te raken met de werking van de camera. ↓ De verschillende camerafuncties gebruiken Lees de gedeelten “NORMAAL” en “OPTIE-INSTELLINGEN” in deze handleiding. Om de camera op een computer aan te slluiten of beelden op een televisie te bekijken, leest u het gedeelte op “” in deze handleiding door.
OPNEMEN, WEERGEVEN EN OPSLAAN Voorbereiding van de camera 1 Plaats de batterij. Batterij Aansluitingsmarkeringen Batterijklepje 1 Duw eruit 2 Openen 3 Plaats door de Aansluitingsmarkeringen overeen te laten komen 4 Sluiten Over het opslaan van uw opgenomen gegevens h Als u gebruik wilt maken van een SD-geheugenkaart, raadpleegt u 24 voor het installeren van de kaart in de camera. h Er wordt geen SD-geheugenkaart meegeleverd met de camera. Losse kaarten zijn in de winkel verkrijgbaar.
Opnamen maken 1 2 Houd de ON/OFF-knop ten minste 1 seconde ingedrukt om de camera in te schakelen. h Als het scherm voor het instellen van de datum en tijd wordt weergegeven, drukt u tweemaal op de knop MENU om dit te annuleren. Voor instructies bij het instellen van datum en tijd, zie pagina 32. ON/OFFknop Opnemen. Een videoclip opnemen: h Druk op de knop [ ] om te beginnen met het opnemen van een videoclip. h Druk nogmaals op de knop [ ] om het opnemen te beëindigen.
Voordat u die zo belangrijke foto's gaat nemen, maakt u eerst een testopname om er zeker van te zijn dat uw camera ingesteld en gereed is i Sanyo wijst elke claim voor vergoeding voor opgenomen inhoud, enz. af bij storingen tijdens het fotograferen of opnemen vanwege een toevallige camera- of kaartfout. Weergeven 1 2 Druk op de knop REC/PLAY. h Het weergavescherm verschijnt. Knop REC/PLAY Selecteer het beeld dat u wilt weergeven.
3 Druk op de knop SET. h Druk op de knop REC/PLAY. Wanneer u klaar bent met de camera... Druk ten minste 1 seconde op de knop ON/OFF om de camera uit te schakelen.
Kopieer gegevens van uw camera naar de computer Sluit uw camera aan op een computer en kopieer de gewenste gegevens naar de computer. 1 2 Zet de computer aan en gebruik de meegeleverde speciale USBinterfacekabel om de camera aan te sluiten op de computer. h Sluit de kabel aan tussen de USB/AV-aansluiting van de camera en de USB-aansluiting van de computer. Schakel de camera in (pagina 29). h Het scherm voor USB-aansluiting wordt weergegeven op het scherm van de camera.
3 Selecteer “COMPUTER” en druk op de knop SET. h Het scherm voor het selecteren USB-VERBINDING van de KAARTLEZER computerverbindingsmodus MTP wordt weergegeven. SCHERM VASTLEGGEN PC-CAMERA ANNULEREN OK 4 5 6 vii Selecteer “KAARTLEZER” en druk op de knop SET. h Het bericht [Found New Hardware (Nieuwe hardware gevonden)] wordt weergegeven in het systeemvak. Dit geeft aan dat de camera wordt herkend als station.
De camera afnemen OPGELET i Om de camera los te maken dient u erop te letten de procedure hieronder te volgen. Het nalaten deze procedure te volgen kan leiden tot een foutieve werking van uw computer of de bestanden in uw camera beschadigen. 1 2 Klik met uw linkermuisknop op het pictogram voor het veilig verwijderen van hardware in de taakbalk. h Er verschijnt een lijst met de apparaten die zijn aangeslotnen op de USB-aansluiting van de computer. Klik met uw linkermuisknop op het camerastation (E:).
INHOUD INSTRUCTIES VOOR HET LEZEN VAN DEZE HANDLEIDING ........... i SNEL ZOEKEN PER BEWERKING ....................................................... 6 DE MEEGELEVERDE ACCESSOIRES CONTROLEREN .................. 11 De accessoires gebruiken ............................................................ 13 OVER DE KAART ................................................................................ 14 Mediakaarten die met deze camera kunnen worden gebruikt ......
SIMPLE OPNEMEN VOORDAT U OPNAMEN MAAKT ........................................................53 Voor de beste resultaten ...............................................................53 Gebruik van de autofocus .............................................................54 De opnamegrootte selecteren .......................................................57 De scherpstellingsmodus selecteren .............................................58 Tips voor het maken van foto’s ................................
NORMAL OPNEMEN MENU OPNAME 1 ............................................................................... 81 Video-instelling ............................................................................. 81 Instelling voor stilstaande beelden ................................................ 85 Instelling voor scèneselectie ......................................................... 86 Filterinstelling ................................................................................
OPTIE-INSTELLINGEN HET MENU OPTIE-INSTELLINGEN WEERGEVEN ..........................118 INLEIDING TOT HET MENU OPTIE-INSTELLINGEN .......................119 instelling shortcut .........................................................................125 Instelling TV-uitgang ....................................................................128 Bestandsnr. doorlopende instelling .............................................132 Formatteren (initializeren) ...................................................
BIJLAGEN VEELGESTELDE VRAGEN .............................................................. 160 PROBLEMEN OPLOSSEN ................................................................ 168 Camera ....................................................................................... 168 Opmerkingen met betrekking tot de scèneselectiefunctie en filters ....................................................................................... 176 SPECIFICATIES .......................................................
SNEL ZOEKEN PER BEWERKING Uw camera biedt een groot aantal verschillende voorzieningen en functies. In de volgende tabel vindt u de juiste bewerking voor wat u wilt doen, of het nu gaat om het maken van foto’s volgens uw heel eigen specificaties of om het bekijken van beelden met behulp van verschillende technieken.
Basisbewerkingen Opnamen maken/opnemen Handige functies Extra functies Fotograferen onder donkere omstandigheden • “Belichtingscompensatie” op pagina 97 • “Gebruik van de flits” op pagina's 42, 46 en 64 • “Instelling voor scèneselectie” (nachtzicht-portretmodus/vuurwerkmodus/lampmodus) op pagina's 46 en 86 De gevoeligheid van de camera verhogen • “Instelling voor ISO-gevoeligheid” op pagina's 48 en 91 • “Instelling voor modus hoge gevoeligheid” op pagina's 50 en 96 Mensen fotograferen • “Instelling voo
Basisbewerkingen Beginnen met het bekijken van beelden • “VIDEOCLIPS EN STILSTAANDE BEELDEN AFSPELEN” op pagina 69 Weergeven Handige functies Het luidsprekervolume aanpassen • “WEERGAVEVOLUME” pagina's 51 en 74 Zoeken naar beeld-/ geluidsbestanden Extra functies De gezichtshoek wijzigen • “Draaien” op pagina's 51 en 102 De foto kleiner maken • “Formaat aanpassen” op pagina's 51 en 102 • “Gelijktijdige weergave van 21 beelden” op pagina 78 • “De weergavemap selecteren” op pagina's 52 en 79 Een beeld ve
Bestanden beheren/bewerken Basisbewerkingen Handige functies Extra functies Zoeken naar beeld-/geluidsbestanden • “Gelijktijdige weergave van 21 beelden” op pagina 78 • “De weergavemap selecteren” op pagina's 52 en 79 Bestanden wissen • “BESTANDEN WISSEN” op pagina's 44, 51 en 75 Bestanden beschermen tegen onbedoeld wissen • “Instelling voor bestandsbeveiliging” op pagina's 51 en 100 Een kaart formatteren • “Formatteren (initializeren)” op pagina's 124 en 134 Een deel van een videoclip verwijderen en vi
Basisbewerkingen Gebruiken met een computer Handige functies Extra functies De camera gebruiken als kaartlezer • “DE AANSLUITMODUS INSTELLEN” op pagina 140 • “CAMERA ALS KAARTLEZER GEBRUIKEN” op pagina 143 Bestanden van de camera naar een computer kopiëren • “Kopieer gegevens van uw camera naar de computer” op pagina vi Weergeven • “Informatie over videoclipbestanden die zijn opgenomen met deze camera” op pagina 147 Gebruiken als een webcam • “CAMERA ALS PC-CAMERA GEBRUIKEN” op pagina 149 Een afbeeld
DE MEEGELEVERDE ACCESSOIRES CONTROLEREN i Li-ion-batterij: 1 i Oplader voor lithiumionbatterij en netsnoer: 1 i Speciale USB-interfacekabel (pagina 140): 1 i Speciale AV- interfacekabel (pagina 154): 1 i Lensdopje (pagina 13): 1 i HANDLEIDING VOOR BASISBEWERKINGEN (alleen VPC-CG20EX, VPC-CG20GX, VPC-CG20PX, VPC-CG20TA) i VEILIGHEIDSHANDLEIDING (boekje met veiligheidsmaatregelen) Lees dit boekje zorgvuldig voordat u de camera gebruikt.
i Snelstartgids i De PDF-gebruiksaanwijzing en waarschuwingen verkrijgen Nederlands 12
De accessoires gebruiken k Lensdopje 1 2 3 4 k Draagriem (Koop een in de handel verkrijgbare draagriem.) i Het wordt aanbevolen om een draagriem te bevestigen om te voorkomen dat u de camera laat vallen.
OVER DE KAART Mediakaarten die met deze camera kunnen worden gebruikt U kunt het volgende type kaarten in deze camera plaatsen en gebruiken: i SD-geheugenkaart i SDHC-geheugenkaart i SDXC-geheugenkaart De betekenis van “kaart” in deze handleiding i In deze handleiding wordt naar SD-geheugenkaarten, SDHCgeheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten die in deze dual camera kunnen wordt gebruikt verwezen met de term “kaart”.
OPTIMAAL GEBRUIKMAKEN VAN DE MOGELIJKHEDEN VAN UW CAMERA Uw Dual Camera kan videoclips opnemen in Full High Definition*. Het bevat een bewerkingsmodus waarmee zelfs nieuwe foto-enthousiastelingen kunnen opnemen en weergeven zonder verwarring, evenals software waarmee u makkelijk uw originele DVD's kunt creëren. Kwalitatief hoogwaardige beelden in “Full High Definition*” (pagina's 46 en 57) Met uw camera kunt u videoclips van 1920 × 1080 pixels in Full High Definition (full HD) opnemen. Tevens is de norm H.
Bevat de modus SIMPLE voor een snelle en eenvoudige bediening (pagina 36) Maak uw keuze uit twee opname-/weergavemodi: de “SIMPLE modus” voor nieuwe gebruikers van de camera en “NORMAL modus” voor een volledig gebruik van alle functies en voorzieningen die de camera te bieden heeft.
Maak duidelijke beelden van het doelonderwerp (pagina's 50 en 93) Zowel de functie kleurvolger voor het doelen op een specifieke kleur en de functie gezichtsvolger voor het vastleggen van duidelijke gezichtsopnamen zijn geleverd. Eye-Fi smart Door het plaatsen van een in de handel verkrijgbare Eye-Fi-kaart (SD-kaart met draadloze LAN) in uw camera, kunt u makkelijk automatisch foto's uploaden naar uw computer, een sharing website, etc. via een Wi-Fi netwerk.
SYSTEEMOVERZICHT U kunt de camera aansluiten op diverse apparaten en op die manier de mogelijkheden aanzienlijk uitbreiden.
INSTELLEN INSTELLEN NAMEN VAN ONDERDELEN Voorkant Schermeenheid Stereo-microfoon Lens Flits ON/OFF- knop * Het montagegat van het statief bevindt zich aan de onderkant.
Achterkant Multi-lampje Scherm Afdekklepje van de DC IN-aansluiting Afdekklepje van kaartsleuf Batterijklepje ON/OFF-knop Werkingspad USB/AVaansluitpunt HDMI-aansluiting Zoomknop Knop [ ] Knop fotoopname Knop MENU Knop [ ] Knop videoopname Knop REC/PLAY Knop SET Nederlands 20 INSTELLEN Werkingspad
DE BATTERIJ OPLADEN Laad de meegeleverde batterij vóór gebruik op. 1 2 Sluit het meegeleverde netsnoer aan op de aansluiting op de batterijlader. h Duw de connector recht naar binnen zodat deze goed vastzit. Plaats de batterij in de batterijlader. h Plaats de batterij in de richting die wordt aangegeven door de markering [o] op de batterij. Batterijlader Netsnoer Batterijlader Batterij Markering [o] CHARGElampje 3 4 Sluit het netsnoer aan op een stopcontact (100 V tot 240 V wisselstroom).
De batterij opladen Laad de meegeleverde of apart aangeschafte batterij volledig op voordat u deze in uw camera gaat gebruiken. Gebruik de meegeleverde lader voor het opladen van de batterij. Laad de batterij op als deze voor het eerst wordt gebruikt en laad de batterij opnieuw op als deze bijna leeg is. VOOR GEBRUIKERS IN DE V.S.: i Gebruik een UL-gecertificeerd netsnoer van 1,8 tot 3 m lengte, van het type SPT-2 of NiSPT-2, AWG-nr.
Info over het lampje CHARGE Het lampje CHARGE geeft de status van de batterij en de lader aan. Raadpleeg de onderstaande tabel als het lampje een abnormal knipperpatroon vertoont. CHARGE-lampje Brandt niet Niet goed aangesloten i Om de batterij opnieuw te laden, dient u het netsnoer van de lader aan te sluiten op een stopcontact en de stekker aan de andere kant in te steken in de aansluiting van de lader (pagina 21). i De batterij is niet geïnstalleerd of op incorrecte wijze geïnstalleerd (pagina 21).
DE KAART INSTALLEREN Vergeet niet een nieuw aangeschafte kaart of een kaart die op een ander apparaat is gebruikt te formatteren voordat u deze in uw camera gaat gebruiken (pagina's 124 en 134). Als een ongeformatteerde kaart wordt gebruikt, kan de kaart zelf onbruikbaar worden. INSTELLEN Afdekklepje van kaartsleuf 4 Sluiten 1 Opheffen 2 Draaien 3Plaats de kaart h Verwijder de kaart door naar binnen te drukken en vervolgens los te laten.
OPGELET Probeer niet de kaart met kracht te verwijderen i U zou de kaart of de opgeslagen bestanden kunnen beschadigen. Als het rode multi-lampje knippert... i Zolang het rode multi-lampje knippert, mag u de kaart niet verwijderen. Als u dit wel doet, kunnen bestanden op de kaart verloren gaan. TIP Opnemen zonder dat een kaart is geïnstalleerd i Als er een kaart in de camera is geïnstalleerd, worden de gegevens opgeslagen op en afgespeeld vanaf de kaart.
DE BATTERIJ PLAATSEN Laad de meegeleverde batterij op voordat u deze gaat gebruiken.
OPGELET Lijkt het alsof de batterij is opgezwollen? i De lithium-ionbatterij die in deze camera wordt gebruikt kan lichtjes uitzetten als deze wordt bewaard in een warme omgeving of herhaaldelijk is gebruikt. Dit is echter geen veiligheidsrisico. Als echter een batterij wordt geplaatst die slechts met moeite in het batterijvak past omdat deze is opgezwollen, kan later blijken dat deze onmogelijk is te verwijderen. Gebruik, in dat geval, de batterij niet langer en vervang deze door een nieuw exemplaar.
Info over het waarschuwingspictogram voor de temperatuur \ Als tijdens het gebruik van de camera de temperatuur van de batterij of het inwendige van de camera (met uitzondering van de batterij) stijgt, wordt een waarschuwingspictogram voor de temperatuur \ weergegeven zoals hieronder beschreven.
DE CAMERA IN- EN UITSCHAKELEN De camera inschakelen 1 Open de schermeenheid en houd de ON/ OFF-knop ten minste 1 seconde ingedrukt. h Als u eenmaal kort op de ON/OFF- knop drukt, schakelt de camera over naar de stroombesparingsmodus. h Als u de knop REC/PLAY ten minste 1seconde lang ingedrukt houdt, wordt de camera ingeschakeld in de weergavemodus. Schermeenheid ON/OFF-knop Knop REC/PLAY De camera uitschakelen 1 29 Druk gedurende ten minste 1 seconde op de ON/OFF-knop.
De camera inschakelen als de stroombesparingsmodus (slaapstand) actief is De stroombesparingsfunctie (slaapstand) zorgt ervoor dat de batterij niet te snel leeg raakt. De camera wordt automatisch uitgeschakeld als deze tijdens het opnemen ongeveer 1 minuut niet wordt gebruikt of tijdens het weergeven ongeveer 5 minuten niet wordt gebruikt (fabrieksinstelling).
TIP De stroombesparingsmodus onmiddellijk activeren i Druk kort op de ON/OFF-knop om de stroombesparingsfunctie te activeren. Informatie over de stand-bymodus i Als u de camera slechts gedurende korte tijd wilt uitschakelen, kunt u de schermeenheid sluiten. De camera wordt dan in de stand-bymodus gezet. In de stand-bymodus wordt vrijwel geen stroom verbruikt. Als de schermeenheid opnieuw wordt geopend, wordt de camera onmiddellijk ingeschakeld en kunt u zonder enige vertraging opnamen maken of bekijken.
DATUM EN TIJD Voorbeeld: De klok instellen op 19:30 uur op december 24, 2010 1 2 Zet de camera aan (pagina 29) en druk op de knop SET. h Het scherm Klok instellen wordt weergegeven. h Volg de onderstaande procedures of schakel de datumweergave tijdens het afspelen uit om de notatie van de datum in te stellen en om de datum en tijd in te stellen. h Druk tweemaal op de knop MENU om het opname- of weergavescherm weer te geven. Stel de datum in. 1 Selecteer “DATUM”. 2 Druk op de knop SET.
3 4 Stel de klok in. 1 Selecteer “TIJD”. 2 Druk op de knop SET. h Het scherm voor het instellen van de tijd wordt weergegeven. 3 Stel de tijd in op “19:30”. h De tijd is ingesteld in de volgende volgorde: Stel het uur in → Stel de minuten in. h Voor de tijdsweergave wordt een 24-uursnotatie gebruikt. 4 Druk op de knop SET. Stel de volgorde in waarin de datum tijdens het afspelen moet worden weergegeven. 1 Selecteer “WEERGAVE”. 2 Druk op de knop SET.
5 Druk op de knop MENU. h De datum en tijd zijn nu ingesteld. h Druk op de knop MENU om het opname- of weergavescherm weer te geven. Nederlands 34 INSTELLEN TIP i Onder normale omstandigheden zorgt een interne batterij er bij het vervangen van de batterij voor dat de datum- en tijdinstellingen bewaard blijven. Er bestaat echter een kleine kans dat de instellingen verloren gaan (de reservebatterij gaat ongeveer 7 dagen lang mee).
OVERSCHAKELEN TUSSEN DE OPNAMEMODUS EN DE WEERGAVEMODUS Schakel over tussen de opnamemodus (voor opnemen) en de weergavemodus (voor het bekijken van uw opgenomen beelden). 1 2 Schakel de camera in (pagina 29). Druk op de knop REC/PLAY. h De modus verandert. h De modus verandert telkens wanneer op de knop REC/PLAY wordt gedrukt. Full-HD 10M-S 10 000:00:14 Knop REC/PLAY SD 2010.12.24 Full-HD 6.
DE BEDIENINGSMODUS WISSELEN De “modus SIMPLE” bevat alleen de functies die het vaakst worden gebruik en die noodzakelijk zijn om de camera te kunnen bedienen, terwijl de “modus NORMAL” een volledig gebruik van de vele functies van de camera mogelijk maakt. Selecteer de weergave die geschikt is voor uw doeleinden. 1 2 3 INSTELLEN Overschakelen tussen de modi SIMPLE en NORMAL Schakel de camera in (pagina 29). h De vorige modus wordt actief. Druk op de knop MENU.
Het menuscherm voor de modus SIMPLE/ NORMAL openen/sluiten 1 Stel de camera in op de opname- of de weergavemodus (pagina 35). 2 Selecteer de gewenste bedieningsmodus (pagina 36). 3 Druk op de knop MENU als het menuscherm niet wordt weergegeven. h Het menuscherm wordt weergegeven. h Druk op de knop MENU om het menuscherm te annuleren.
De menumodus SIMPLE gebruiken 4 Druk de knop SET omhoog of omlaag om het item te selecteren dat u wilt wijzigen en druk op de knop SET. h Het instellingenscherm voor het geselecteerde item wordt weergegeven.
De menumodus NORMAL gebruiken 4 Druk de knop SET omhoog of omlaag om een tabblad te selecteren. h Het menuscherm voor het geselecteerde tabblad wordt weergegeven. Duw omhoog Tabblad MENU OPNAME 1 1 VIDEO 2 FOTO 3 SCÈNESELECTIE 1 FILTER 2 FLITS 3 ZELFONTSPANNER SET OK S N Full-HD 10M-S Duw omlaag 5 Druk de knop SET naar rechts.
6 Druk de knop SET omhoog of omlaag om het item te selecteren dat u wilt wijzigen en druk op de knop SET. h Het instellingenscherm voor het geselecteerde item wordt weergegeven. h Druk op de knop MENU om terug te keren naar het menuscherm. Duw omhoog MENU OPNAME 1 1 VIDEO 2 FOTO 3 SCÈNESELECTIE 1 FILTER 2 FLITS 3 ZELFONTSPANNER SET OK Full-HD 10M-S Geldige modus Duw omlaag Druk op 12M 11M 10M-H 10M-S 7.
Overzicht van het instellingenscherm voor de modus SIMPLE Opnamemenu modus SIMPLE Video- en fotoformaat selecteren 1 2 3 4 41 SN Nederlands OK 5
1 Opnamegrootte (pagina 57) h Selecteer de grootte van de videoclip die u wilt opnemen. q & : de grootte van de videoclip is 640 × 480 pixels, opgenomen bij 30 beelden/ sec. De grootte van een stilstaand beeld dat wordt vastgelegd is 1600 × 1200 pixels (beeldverhouding 4:3). 4 S N (pagina 36) h Schakel de modus NORMAL in. 5 Aanduiding voor resterende batterijlading (pagina 137) 2 Brandpuntsafstand (pagina 58) h Selecteer de brandpuntsafstand die overeenkomt met de afstand tot het onderwerp.
Weergavemenu voor modus SIMPLE 4 1 2 3 SN Start diavoorstelling OK 43 Nederlands 5
1 Diavoorstelling (pagina 73) h Geef de instellingen voor de diavoorstelling op en speel de diavoorstelling af. 2 Weergavevolume (pagina 74) h Pas het volume voor het afspelen van videoclips en audiobestanden aan. 3 Wissen (pagina 75) h Verwijder bestanden. 4 S N (pagina 36) h Schakel de modus NORMAL in.
Overzicht van het instellingenscherm voor de modus NORMAL Opnamemenu modus NORMAL MENU OPNAME1 1 VIDEO 2 3 FOTO SCÈNESELECTIE 1 FILTER 2 FLITS 3 45 ZELFONTSPANNER OK Nederlands Full-HD 10M-S 1 2 3 4 5 6 7
): opnemen met 640× 480 pixels, 30 fps. <: een geluidsopname maken. 2 Instellingen voor stilstaande beelden (pagina 85) I: beeldgrootte is 4000 × 3000 pixels. ;: beeldgrootte is 4480 × 2520 pixels (beeldverhouding 16:9). o: beeldgrootte is 2736 × 3648 pixels (lage compressie). p: beeldgrootte is 2736 × 3648 pixels (normale compressie). N: beeldgrootte is 3648 × 2056 pixels (beeldverhouding 16:9). +: beeldgrootte is 1920× 1080 pixels (beeldverhouding 16:9).
1 MENU OPNAME2 VIDEOSTABILISATOR 2 FOTOSTABILISATOR 3 SCHERPSTELLING 1 SCHERPSTELMODUS 2 LICHTMETING 3 ISO OK 47 Nederlands 1 2 3 4 5 6 7
1 Videostabilisator (pagina 88) h Compenseert voor cameratrillingen tijdens opname van een videoclip. \: opnemen met beeldstabilisator aan. ]: opnemen zonder beeldstabilisator. 3 Brandpuntsafstand (pagina 89) h Selecteer de brandpuntsafstand die overeenkomt met de afstand tot het onderwerp. *: de camera stelt automatisch scherp op het onderwerp met een bereik van 50 cm tot oneindig (normaal). -: de scherpstelling kan handmatig worden ingesteld.
1 MENU OPNAME3 2 WITBALANS 3 ONDERWERP KIEZEN H. GEVOELIGHEID 1 DIGITALE ZOOM 2 MAP OPN.
3 Modus hoge gevoeligheid (pagina 96) 1: extra hoge gevoeligheid. 2: normale gevoeligheid. 4 Digitale zoom (pagina 68) Q: de digitale zoom inschakelen. B: de digitale zoom uitschakelen. 5 Instelling MAP OPN. (pagina 98) 6 Aanduiding voor resterende batterijlading (pagina 137) 2 Onderwerpvolger (pagina 93) Richt automatisch op een specifieke kleur met de kleurvolgerfunctie, of leg scherpe gezichtsopnamen vast met de gezichtsvolgerfunctie. -: de gezichtvolger inschakelen. (: De kleurvolger inschakelen.
Weergavemenu voor modus NORMAL MENU AFSPELEN1 DIAVOORSTELLING AFSPEELVOLUME BEVEILIGEN 1 WISSEN 2 DRAAIEN 3 FORMAAT AANPASSN OK 1 2 1 Diavoorstelling (pagina 99) h Geef de instellingen voor de diavoorstelling op en speel de diavoorstelling af. 2 Weergavevolume (pagina 74) h Pas het volume voor het afspelen van videoclips en audiobestanden aan.
1 2 OK 1 Foto bewerken (pagina 103) h Repareer het “rodeogeneffect” dat wordt veroorzaakt door de flitser of vergroot het contrast (uitsluitend stilstaande beelden). 2 Videoclip bewerken (pagina 104) h Hiermee bewerkt u videoclips. 3 Afdrukinstructies (pagina 113) h Hiermee geeft u de afdrukinstellingen (DPOFinstellingen) op. 4 Selecteer map (pagina 79) h Selecteer een map om weer te geven.
SIMPLE OPNEMEN SIMPLE/OPNEMEN VOORDAT U OPNAMEN MAAKT Voor de beste resultaten Houd de camera stevig vast, met uw ellebogen dicht tegen uw lichaam, zodat de camera stabiel is. Juiste manier van Verkeerde manier van vasthouden vasthouden Voorbeeld 1: Pak de camera door uw vingers van uw rechterhand, van de pink tot uw middelvinger, rond de camera te vouwen en de wijsvinger boven de lens te haken. Er zit een vinger voor de lens of flits.
Gebruik van de autofocus De autofocus werkt in bijna alle situaties, maar er zijn omstandigheden waarin de autofocusfunctie mogelijk niet goed werkt. Als de autofocusfunctie niet goed werkt, moet u de brandpuntsafstand instellen om beelden op te nemen (pagina 58).
De volgende voorbeelden zijn enkele omstandigheden waarbij de autofocusfunctie wel werkt, maar niet naar behoren. i Als er zich voorwerpen zowel op kleine als op grote afstand bevinden Gebruik de functie voor scherptevergrendeling om de scherpstelling op een voorwerp op dezelfde afstand als het gewenste voorwerp te vergrendelen en houd de camera daarna anders vast om het beeld samen te stellen.
TIP i Stilstaande beelden kunnen worden gedraaid tijdens het afspelen (pagina's 51 en 102). i Als de knop [ ] half wordt ingedrukt, kan het beeld op het scherm verticaal trillen. Dit is het resultaat van de interne beeldverwerking en is geen storing. Dit trillen wordt niet opgenomen en is niet op welke wijze dan ook van invloed op uw beelden. i Als u de optische zoom gebruikt of als de autofocus in werking is, kan het gebeuren dat het beeld flikkert, maar dit is geen storing.
De opnamegrootte selecteren Hoe groter de opnamegrootte (aantal pixels), des te beter de beeldkwaliteit. Nadeel is echter dat met de beeldkwaliteit ook de bestandsgrootte toeneemt. Selecteer de beeldkwaliteit die geschikt is voor het beoogde doel. 1 Geef het opnamemenu voor de modus SIMPLE weer (pagina 37), selecteer de instelling voor de opnamegrootte en druk op de knop SET. HDTV-formaat handhaven 10 M 2M HDTV-formaat 10M [4:3] OK grootte van de videoclip is 1920 × 1080 pixels, 60 q: de beelden/sec.
De scherpstellingsmodus selecteren Stel de brandpuntsafstand in op de juiste afstand tussen camera en onderwerp. 1 Geef het opnamemenu voor de modus SIMPLE weer (pagina 37), selecteer de instelling voor de scherpstelling en druk op de knop SET. SIMPLE/OPNEMEN Totale afstand Autofocus (mensen, landschap, enz.) OK 7: de camera stelt automatisch scherp op het onderwerp binnen een bereik van 50 cm tot oneindig (normaal).
Tips voor het maken van foto’s De bedieningsgeluiden uitschakelen i De audiogids die te horen is bij de bediening van de camera kan worden uitgeschakeld (pagina 120). Waar worden de beeld- en geluidsbestanden opgeslagen? i Alle beeld- en geluidsbestanden worden vastgelegd op de kaart die in de camera is geïnstalleerd of in het interne geheugen van de camera. Een opname maken met achtergrondlicht...
VIDEOCLIPS OPNEMEN 1 3 Knop [ ] Druk op de knop [ ]. h De opname wordt gestart. h U hoeft de knop [ ] niet ingedrukt te houden tijdens het vastleggen van de beelden. h Als de beschikbare opnametijd voor de lopende clip bijna om is, wordt de resterende opnametijd afgeteld op het scherm. Stop de opname. h Druk nogmaals op de knop [ ] om het opnemen te beëindigen. SIMPLE/OPNEMEN 2 Zet de camera aan (pagina 29) en stel deze in op de opnamemodus (pagina 35).
AFZONDERLIJKE OPNAMEN MAKEN Leg een stilstaand beeld vast (afzonderlijke opname). 1 2 Zet de camera aan (pagina 29) en stel deze in op de opnamemodus (pagina 35). Druk op de knop [ ]. 1 Druk de knop [ ] half in. h De autofocus wordt actief en het beeld wordt scherpgesteld (scherptevergrendeling). 2 Druk de knop [ ] nu voorzichtig helemaal in. h De sluiter gaat open en de opname wordt gemaakt.
i De grote zoeker wordt weergegeven als de camera scherpstelt op een groot gebied in het midden van het scherm. De scherpstelling en belichting kunnen worden vergrendeld (in de modus NORMAL) i Door middel van de toewijzing van een shortcut aan de knop SET (pagina's 122 en 125), kunt u de autofocus of de belichting instellen op een vaste waarde.
Indien het pictogram voor cameratrillingen > verschijnt... (In de modus NORMAL) i Het pictogram voor cameratrillingen verschijnt op het scherm indien u een stilstaand beeld met langzame sluitertijd fotografeert waardoor de kans groot is dat het beeld vanwege het bewegen van de camera wazig wordt. Gebruik in dat geval een statief voor het stabiliseren van de camera of stel de flitsmodus op automatisch (pagina's 42 en 64).
Gebruik van de flits De flits wordt niet alleen gebruikt voor fotograferen bij weinig licht, maar is bijvoorbeeld ook handig als het onderwerp zich in de schaduw bevindt of van achter wordt verlicht. De flits is alleen beschikbaar als afzonderlijke stilstaande beelden worden opgenomen. 1 Automatische Flits werkt automatisch OK 9: de digitale camera detecteert de helderheid van het voorwerp en gebruikt de flits alleen wanneer het nodig is.
OPGELET Raak de flitser niet aan tijdens het maken van opnamen i De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken. Raak de flitser niet aan tijdens het maken van opnamen. TIP i De flitser kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van een videoclip. i Door middel van de toewijzing van een shortcut aan de knop SET (pagina's 122 en 125), kunt u de flitsmodus wijzigen vanuit het opnamescherm (NORMAL modus).
EEN OPNAME VAN EEN STILSTAAND BEELD MAKEN TIJDENS HET OPNEMEN VAN EEN VIDEOCLIP U kunt een opname van een stilstaand beeld (een afzonderlijke opname) maken terwijl u een videoclip opneemt. 2 3 4 Zet de camera aan (pagina 29) en stel deze in op de opnamemodus (pagina 35). Druk op de knop [ Knop [ SIMPLE/OPNEMEN 1 ] Knop [ ] ]. Als u een scène ziet waarvan u een stilstaand beeld wilt maken, drukt u op de knop [ ]. Druk op de knop [ ] om het opnemen van een videoclip te beëindigen.
TIP i Als u een opname van een stilstaand beeld maakt tijdens het opnemen van een videoclip, werkt de flits niet. i De fotostabilisator (pagina's 48 en 88)werkt niet. i Indien de resterende opnametijd voor een videoclip ongeveer 50 seconden is, kunt u geen stilstaand beeld tijdens de opname van de videoclip vastleggen.
MACROFOTOGRAFIE (ZOOM) Uw camera heeft twee zoomfuncties: optische zoom en digitale zoom. 1 3 Zoomknop Druk op [T/]] of [W/P] op de zoomknop om het gewenste beeld samen te stellen. [T/]]: inzoomen op het onderwerp. [W/P]: uitzoomen. h Als u de zoomknop indrukt, wordt de zoombalk weergegeven. h Het zoomen wordt tijdelijk gestopt wanneer de optische zoom in de maximale stand is. Als de zoomknop weer naar de [T/]] wordt gedrukt, verandert de modus naar de digitale zoommodus en wordt het zoomen voortgezet.
WEERGAVE SIMPLE/WEERGAVE VIDEOCLIPS EN STILSTAANDE BEELDEN AFSPELEN 1 Stel de camera in op de weergavemodus (pagina 35). Oranje kader 2 3 Selecteer het beeld dat u wilt weergeven. h Druk op de knop SET om het oranje kader naar het bestand te verplaatsen dat u wilt afspelen. h De beeldinformatie voor de afbeelding binnen het kader wordt onder aan het scherm weergegeven. SD 2010.12.24 Full-HD 6.5MB SET 18:41 OK Druk op de knop SET.
Videoclips weergeven afspelen Tijdens Druk de knop SET naar links nadat u de (enkel frame) achterwaartse weergave hebt onderbroken. Druk, nadat u de weergave hebt onderbroken, de knop SET naar rechts en houd deze ingedrukt. Vertraagde weergave Druk, nadat u de weergave hebt onderbroken, de knop SET naar links en houd deze ingedrukt. Druk de knop SET naar rechts tijdens voorwaartse weergave.
TIP Als a wordt weergegeven op het weergavescherm… i Het pictogram a wordt weergegeven bij het afspelen van een bestand dat is opgeslagen in segmenten (pagina 82).
Eén frame van een videoclip opslaan als een stilstaand beeld 1 2 Speel de videoclip af. Onderbreek de weergave op het punt waar u een “foto” wilt maken. TIP De bestandsgrootte voor een videoclip is erg groot i Als de videoclip op de computer wordt geladen en afgespeeld, zal de computer de clip daarom wellicht niet snel genoeg kunnen afspelen, waardoor het beeld schokkerig lijkt. (De videoclip wordt altijd goed op het camerascherm of een televisie getoond.
DIAVOORSTELLING WEERGEVEN U kunt bestanden na elkaar afspelen met de functie “Diavoorstelling weergeven”. 1 Geef het weergavemenu voor de modus SIMPLE weer (pagina 37), selecteer de instelling voor de diavoorstelling en druk op de knop SET. =: geef alle bestanden weer. 3: geef videoclips en geluidsbestanden weer. c: geef bestanden met stilstaande beelden weer. 2 DIAVOORSTELLING ALLE VIDEO FOTO STARTEN Selecteer het type bestand dat u wilt weergeven en druk op de knop SET.
WEERGAVEVOLUME Pas het weergavevolume voor videoclips en geluidsbestanden aan. 1 AFSPEELVOLUME SIMPLE/WEERGAVE Geef het weergavemenu voor de modus SIMPLE (pagina 37) weer, selecteer de instelling voor het weergavevolume en druk op de knop SET. h De volumeregelingsbalk wordt weergegeven. 4 VOLUME-INSTEL. 2 Druk de knop SET naar links of naar rechts om het volume in te stellen en druk op de knop SET. h Het weergavevolume is ingesteld en het weergavemenu voor de modus SIMPLE wordt opnieuw weergegeven.
BESTANDEN WISSEN U kunt bestanden die u niet langer nodig hebt wissen. U kunt afzonderlijke bestanden, geselecteerde bestanden of alle bestanden tegelijk wissen. Eén wissen/Alles wissen/map wissen 1 2 75 Geef het weergavemenu voor de WISSEN modus SIMPLE weer (pagina 37), selecteer de instelling voor ÉÉN WISSEN wissen en druk op de knop SET. SELECTIE WISSEN ÉÉN WISSEN: ALLES WISSEN hiermee wordt één bestand tegelijk MAP WISSEN gewist.
3 Selectie wissen Hiermee worden geselecteerde bestanden gewist. 1 2 Geef het weergavemenu voor de modus SIMPLE weer (pagina 37), selecteer de instelling voor wissen en druk op de knop SET. Selecteer “SELECTIE WISSEN” en druk op de knop SET. h Het scherm voor het selecteren van te wissen bestanden wordt weergegeven. SD 3 4 2010.12.25 14:25 Full-HD 37.6MB OK WISSEN 100-0006 00:00:25 Selecteer een beeld dat u wilt wissen.
5 6 Druk op de knop [ ] of [ ]. h Het scherm ter bevestiging van de verwijdering verschijnt. Selecteer “JA” en druk op de knop SET. h De geselecteerde bestanden worden gewist. TIP In de modus NORMAL i Als u “WISSEN” selecteert in het weergavemenu voor de modus NORMAL en op de knop SET drukt, wordt het wisscherm weergegeven. OPGELET i Bestanden die zijn beveiligd tegen onbedoelde verwijdering kunnen niet worden verwijderd.
WEERGAVEMODI Gelijktijdige weergave van 21 beelden 1 3 Zoomknop SIMPLE/WEERGAVE 2 Geef het beeld weer dat u wilt afspelen. Duw de zoomknop in de richting van de [W/P]. h De gelijktijdige weergave voor 21 beelden verschijnt. Selecteer het beeld dat u wilt weergeven. h Druk de knop SET naar links, rechts, omhoog of omlaag om het oranje kader naar het gewenste beeld te verplaatsen en druk op de knop SET. h Het duwen van de zoomknop in de richting van de [T/]] toont de weergave van 8 beelden.
De weergavemap selecteren Als de kaart meerdere mappen bevat, kunt u selecteren vanuit welke map u wilt weergeven. 1 2 3 Open het weergavescherm. Duw de zoomknop tweemaal in de richting van de [W/P]. h Het scherm voor het selecteren van de weergavemap wordt weergegeven. h Als de zoomknop in de richting van [T/]] wordt gedrukt, schakelt de camera over op de modus voor weergave van 21 beelden (pagina 78).
Vergroten (inzoomen) van het beeld 1 Duw de zoomknop in de richting van de [T/]]. h Vergroting is ingeschakeld. h Het beeld wordt vergroot en het middelste deel van het beeld wordt weergegeven. h Druk op de knop SET naar links, rechts, omhoog of omlaag om verschillende delen van het vergrote beeld te bekijken. Vergroten: telkens wanneer u de zoomknop in de richting van de [T/]] duwt, neemt de vergrotingsfactor toe.
NORMAL OPNEMEN NORMAL/OPNEMEN MENU OPNAME 1 Video-instelling Bij het opnemen van een videoclip, kan een soepelere beweging en een betere beeldhelderheid worden bereikt met een hoger pixelaantal (resolutie) en een hoger aantal frames. De bestandagrootte zal echter ook verhoudingsgewijs groter zijn en daarmee een langere tijd in beslag nemen voor bewerking en opslag. Het wordt aanbevolen dat u de instellingen zodanig instelt dat deze geschikt zijn voor het gewenste doel.
2 Stop de opname. h Druk nogmaals op de knop [ Duur van opname REC 000:00:06 ] om het opnemen te beëindigen. TIP U kunt een stilstaand beeld vastleggen tijdens een geluidsopname i Druk op de knop [ ] tijdens een geluidsopname om een [ stilstaand beeld vast te leggen. Bestanden die in segmenten zijn opgeslagen i Als de video-optie is ingesteld op een voicememo < die langer is dan ongeveer 13 uur, wordt het opgenomen bestand eenmaal opgeslagen en wordt de opname vervolgd in een nieuw bestand.
k Afspelen 1 Selecteer een audiobestand en druk op de knop SET. h De weergave wordt gestart. Doel... Normale weergave Versnelde weergave/ Versnelde achterwaar tse weergave Aanpassing van volume 83 Actie Weergeven starten Druk op de knop SET. Pauzeren Druk op de knop SET. Druk de knop SET omhoog. Weergave stoppen Druk de knop SET omlaag. Versnelde weergave Druk de knop SET naar rechts tijdens de weergave. Bij iedere druk op de knop SET naar rechts neemt de snelheid toe.
OPGELET Als geen geluid te horen is... i Het geluid wordt niet weergegeven als de geluidsopname wordt afgespeeld bij versnelde weergave of versnelde achterwaartse weergave.
Instelling voor stilstaande beelden Bij stilstaande beelden kunt u de beeldverhouding horizontaal-verticaal 4:3 of 16:9 selecteren. Dit menu wordt tevens gebruikt bij het maken van opeenvolgende opnamen. Opeenvolgende opnamen 1 2 Selecteer m of t en druk op de knop SET. h De camera schakelt over op de modus voor opeenvolgende opnamen. Druk op de knop [ ]. h De opname start. Er wordt opgenomen zolang u de knop [ ingedrukt houdt.
Instelling voor scèneselectie U kunt verschillende vooraf ingestelde instellingen selecteren (lensopening, sluitertijd, enzovoort) voor specifieke opnameomstandigheden. Filterinstelling Met de filterfunctie worden beeldkenmerken, zoals kleurtinten, gewijzigd om unieke effecten op het gefotografeerde beeld toe te passen. TIP i Selecteer & uit het filtermenu en druk op de knop SET om terug te gaan naar normale fotografie.
Instelling voor zelfontspanner Door middel van de toewijzing van een shortcut aan de knop SET (pagina's122 en 125), kunt u de zelfontspanner instellen vanuit het opnamescherm. TIP De functie van de zelfontspanner onderbreken of annuleren... i Als de knop [ ] of de knop [ ] opnieuw wordt ingedrukt voordat de sluiter opengaat, wordt het aftellen van de zelfontspanner tijdelijk onderbroken. Druk nogmaals op de knop [ ] of de knop [ ] om de zelfontspanner opnieuw te starten.
MENU OPNAME 2 Instelling voor bewegingscompensatie (beeldstabilisatie) Uw camera kan het trillen van het beeld tot een minimum beperken door te compenseren voor onopzettelijke handbewegingen.
Instelling voor brandpuntsafstand De handmatige focus gebruiken 1 2 Selecteer - en druk op de knop SET. h De instellingsbalk voor de brandpuntsafstand wordt weergegeven. Druk de knop SET naar links of naar rechts om de brandpuntsafstand aan te passen en druk op de knop SET. h De brandpuntsafstand wordt ingesteld en het opnamescherm wordt weer weergegeven. 10M-S 7112 Full-HD 001:00:05 001:00:05 2.
Instelling voor focusmodus Wanneer punt-scherpstelling is geselecteerd, verschijnt de scherpstelmarkering + in het midden van het scherm. 10M-S Full-HD 7112 001:00:05 Zoeker 10M-S 7112 Full-HD 001:00:05 Markeringspunt voor lichtmeting Nederlands 90 NORMAL/OPNEMEN Instelling voor lichtmeetmodus Indien u lichtmeting op basis van een punt kiest, verschijnt de markering voor puntlichtmeting in het midden van het scherm.
Instelling voor ISO-gevoeligheid De ISO-gevoeligheid wordt met de begininstellingen automatisch ingesteld conform de helderheid van het onderwerp. De ISO-gevoeligheid kan echter ook op een vaste waarde worden ingesteld. TIP i Door een hogere ISO-gevoeligheid in te stellen kunt u hogere sluitersnelheden kiezen en beelden op donkerdere locaties vastleggen, waarbij echter wel meer beeldruis kan optreden of de beelden onregelmatig kunnen worden.
MENU OPNAME 3 Instelling voor witbalans Deze camera past de witbalans automatisch aan onder de meeste belichtingsomstandigheden. Als u echter zelf de belichtingsomstandigheden wilt opgeven of de gehele tint van het beeld wilt veranderen, kan de witbalans handmatig worden ingesteld. De instelling voor één druk gebruiken 1 Vul het hele scherm met een normale witte kaart (of vel papier, enz.) en druk op de knop SET. h Hiermee is het instellen van de witbalans voltooid.
Onderwerpvolgerinstellingen Past de instellingen aan op het automatisch richten op een specifieke kleur met de kleurvolgerfunctie, of vastleggen van scherpe gezichtsopnamen met de gezichtsvolgerfunctie. Opnemen met de kleurvolgerfunctie (alleen stilstaande beelden) 1 2 3 93 Zet de kleurvolgerinstelling op (. h Een zoeker (+) verschijnt in het midden van het scherm. Verplaats de zoeker naar het gewenste onderwerp en druk op de knop SET.
Opnamen maken met de gezichtvolgerfunctie (alleen stilstaande beelden) 1 2 Verplaats het groene kader naar het gewenste onderwerp en druk de knop [O] half in. Druk op de knop [O]. h Druk de knop [O] vervolgens helemaal in om het beeld vast te leggen. Nederlands NORMAL/OPNEMEN 3 Zet de gezichtvolgerinstelling op -. h Een groen kader verschijnt in het midden van het scherm. h Als er succesvol op het onderwerp wordt gericht, verschijnt een groen dubbelkader gesuperponeerd op het onderwerp.
OPGELET Over opnemen met de onderwerpvolger i De volgerfunctie werkt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. i De volgerfunctie werkt niet tijdens het in- of uitzoomen. i De volgerfunctie werkt mogelijk niet als het gezicht van het onderwerp relatief klein is of donker lijkt op het scherm. i Als de instelling van de scèneselectiefunctie vuurwerk + of landschap + was, wordt deze automatisch gewijzigd in =.
Instelling voor modus hoge gevoeligheid Als u opnamen maakt in de modus voor een hoge gevoeligheid, lijkt het vastgelegde beeld zelfs nog lichter dan is opgegeven door de instellingen voor de ISO-gevoeligheid en belichtingscompensatie. OPGELET Beperkingen van de modus voor hoge gevoeligheid i Als de sluitertijd wordt verkort om een helder beeld te verkrijgen, zijn de bewegingen in een videoclip tijdens weergave mogelijk niet vloeiend.
Belichtingscompensatie Door middel van de toewijzing van een shortcut voor belichtingscompensatie aan de knop SET (pagina's122 en 125), kunt u het beeld lichter of donkerder maken bij opname. 1 2 3 Toewijzing van een shortcut aan de knop SET (pagina's122 en 125). Druk de knop SET naar waar de shortcut is toegewezen. h De belichtingscompensatiebalk verschijnt. Druk de knop SET naar links of naar rechts om de belichting aan te passen.
TIP De instelling voor de belichtingscompensatie wordt in de volgende gevallen geannuleerd: i Wanneer de aanwijzer in de middelste positie staat. i Wanneer de camera is ingesteld op de weergavemodus. i Nadat de camera is uitgeschakeld. i Als de camera is ingesteld op de stand-bymodus. Instelling MAP OPN. Maak of selecteer een opnamemap (een map waarin opgenomen bestanden worden opgeslagen). 1 MAP OPN. NORMAL/OPNEMEN 2 Selecteer “MAP OPN.” en druk op de knop SET.
WEERGAVE NORMAL/WEERGAVE MENU AFSPELEN 1 Instellingen voor diavoorstelling Geef de instellingen op voor het continu weergeven van bestanden in de vorm van een “diavoorstelling”. In een diavoorstelling van stilstaande beelden kunt u de overgangstijd, overgangseffecten en BGM instellen. Een instelling wijzigen 1 2 3 Selecteer het item dat u wilt wijzigen en druk op de knop SET. Druk de knop SET omhoog of omlaag om de instelling te wijzigen. DIAVOORSTELLING ALLE 1sec.
Instelling voor bestandsbeveiliging Voorkom het per ongeluk wissen van beelden en audiobestanden. Bestanden een voor een beveiligen 1 2 4 Selecteer “BEVEILIGEN” en druk op de knop SET. Selecteer “EEN BEVEILIGEN” en druk op de knop SET. h “VERGREND.” Wordt weergegeven. h Als de beveiligingsmodus al is ingeschakeld voor het bestand, wordt “ONTGREND.” weergegeven.
Geselecteerde bestanden beveiligen Selecteer meerdere bestanden om te beveiligen. 1 Geef het weergavemenu voor modus NORMAL (pagina 37) weer. 2 Selecteer “BEVEILIGEN” en druk op de knop SET. 3 4 Selecteer “SEL. BEVEILIGEN” en druk op de knop SET. h Druk de knop SET naar links, naar rechts, omhoog of omlaag om het oranje kader naar het bestand te verplaatsen dat u wilt beveiligen. SD 2010.12.25 14:25 100-0006 Full-HD 37.6MB 00:00:25 VERGREND. Druk op de knop SET.
Formaat aanpassen Een opgenomen beeld kan worden verkleind en als een afzonderlijk, nieuw beeld worden opgeslagen. TIP Waarom kan de afbeelding niet groter of kleiner worden gemaakt? i Een afbeelding kan alleen worden verkleind (of op hetzelfde format worden weergegeven), niet vergroot. Draaien TIP i Een beveiligd beeld kan niet worden gedraaid. Voor het draaien van een beveiligd beeld moet u eerst de beeldbeveiliging annuleren (pagina's 51 en 100).
MENU AFSPELEN 2 De afbeelding corrigeren Het rode-ogeneffect in stilstaande beelden repareren zodat de ogen er natuurlijker uitzien, het contrast vergroten. TIP Als het bericht “Contrastcorrectie mislukt” of “Rode-Ogencorrectie niet goed” wordt weergegeven... i De camera heeft het beeld niet kunnen corrigeren. i Met de correctiefunctie worden gebreken in vastgelegde beelden automatisch door de camera herkend en gecorrigeerd. In sommige gevallen lukt het de camera mogelijk niet een gebrek te corrigeren.
Videoclips bewerken U kunt ongewenste gedeeltes van een videoclip verwijderen (extraheren) en deze als een nieuwe videoclip opslaan (videoclip verwijderen [extraheren]). U kunt ook videoclips samenvoegen en deze opslaan als één aparte clip (“samenvoegen”). Procedure voor het verwijderen (extraheren) van een gedeelte van een videoclip 1 2 A B NORMAL/WEERGAVE Specificeer de beelden (1, 2) waar de videoclip moet worden bijgesneden. C J Extraheer het gespecificeerde gedeelte.
Procedure voor het samenvoegen van videoclips Specificeer de videoclip die u als eerste wilt. J Specificeer de videoclip die u wilt toevoegen (samenvoegen). J Voeg de videoclips samen. i De videoclips worden samengevoegd. i De oorspronkelijke videoclips worden niet gewijzigd. (U kunt er ook voor kiezen de oorspronkelijke videoclips te wissen bij het opslaan van de nieuwe clip.
Een gedeelte van een videoclip verwijderen (extraheren) 1 2 Geef de videoclip waarvan u een gedeelte wilt extraheren. Geef het weergavemenu voor de modus NORMAL weer (pagina 37), selecteer “VIDEO BEWERKEN” en druk op de knop SET. VIDEO BEWERKEN MONTEREN SAMENVOEGEN 3 Kies “MONTEREN” en druk op de knop SET. h Het scherm voor het bijsnijden (verwijderen) verschijnt.
4 Specificeer het startpunt voor het verwijderen. h Gebruik de volgende procedure voor het specificeren van het beeld vanaf waar u een gedeelte van de videoclip wilt verwijderen. h Geef de videoclip weer totdat het gewenste punt bijna is bereikt en pauzeer daar de weergave. Geef de videoclip vervolgens beeld-voorbeeld weer zodat u precies bij het gewenste startpunt kunt stoppen. Het eerste beeld voor het verwijderen is nu ingesteld.
5 Druk op de knop [O] of [ ]. MONTEREN h Er verschijnt een scherm waarmee u kunt kiezen of u de NIEUW OPSLAAN gemonteerde videoclip als een OVERSCHRIJVEN nieuw (afzonderlijk) bestand wilt BEKIJKEN CLIP opslaan, of de oorspronkelijke videoclip wilt wissen en door de gemonteerde videoclip wilt OK vervangen. NIEUW OPSLAAN: de gemonteerde videoclip wordt als een nieuw bestand opgeslagen. De oorspronkelijke videoclip blijft onveranderd. OVERSCHRIJVEN: de oorspronkelijke videoclip wordt gewist.
7 Selecteer de gewenste optie en druk op de knop SET. h De bewerking begint. h Wanneer de bewerking is afgelopen, gaat u terug naar het weergavemenu voor de modus NORMAL. TIP i U kunt het bestand niet overschrijven als het oorspronkelijke bestand beveiligd is. i Indien de melding “Onvoldoende kaartgeheugen” of “Onvoldoende intern geheugen” verschijnt, moet u een deel van het geheugen vrijmaken door bestanden te wissen die u niet meer nodig hebt.
Twee videoclips samenvoegen OPGELET i Videoclips die in verschillende modi zijn gefotografeerd, kunnen niet worden samengevoegd. 1 Geef het weergavemenu voor de modus NORMAL weer (pagina 37), selecteer “VIDEO BEWERKEN” en druk op de knop SET. VIDEO BEWERKEN OK 2 Kies “SAMENVOEGEN” en druk op de knop SET. h Het 8-beelden display voor videoclips verschijnt. 2010.12.24 SD Full-HD 20:53 OPSLAAN 3 Verplaats het oranje kader naar de samen te voegen videoclip en druk op de knop SET.
4 5 Druk op de knop [O] of [ ]. SAMENVOEGEN h Er verschijnt een scherm waarmee u kunt kiezen of u de NIEUW OPSLAAN samengevoegde videoclip als OVERSCHRIJVEN een nieuw (afzonderlijk) bestand BEKIJKEN CLIP wilt vastleggen of de oorspronkelijke videoclips wilt wissen en door de OK samengevoegde videoclip wilt vervangen. NIEUW OPSLAAN: de samengevoegde videoclip wordt als een nieuw bestand opgeslagen. de oorspronkelijke videoclips worden niet veranderd.
TIP i Als het bestand van de videoclip na bewerking groter is dan 4 GB, is het niet mogelijk “NIEUW OPSLAAN” of “OVERSCHRIJVEN” te gebruiken. i U kunt het bestand niet overschrijven als het oorspronkelijke bestand beveiligd is. Als u de oorspronkelijke videoclip wilt wissen, moet u eerst de beveiliging verwijderen (pagina's 51 en 100).
Afdrukinstructies Met uw printer kunt u afdrukken maken van de foto’s die u met uw camera hebt gemaakt. Daarnaast kunt u net zoals bij een conventioneel filmrolletje afdrukken laten maken van uw foto’s bij winkels die digitale afdrukservice aanbieden. Bovendien is deze digitale camera DPOF-compatibel. Dit houdt in dat u de camera kunt gebruiken om informatie door te geven zoals het aantal afdrukken, of de datum op de afdruk moet worden weergegeven, en u kunt een indexafdruk laten maken.
Datumweergave en afdrukhoeveelheden opgeven U kunt afdrukinstructies opgeven voor ieder afzonderlijk beeld (PER BEELD) of de afdrukinstructies toepassen op alle beelden (ALLE BLDN). 1 2 Het scherm Afdrukinstellingen weergeven (pagina 113). Selecteer “ALLE BLDN” of “PER BEELD”. ALLE BLDN: de afdrukinstructies worden toegepast op alle beelden. PER BEELD: hiermee worden de afdrukinstructies alleen toegepast op het beeld dat op dat moment wordt weergegeven.
3 Druk op de knop SET. h Het scherm voor de datum enhet aantal afdrukken wordtweergegeven. h Als “PER BEELD” is geselecteerd, drukt u de knop SET button naar links of rechts om het beeld weer te geven dat u wilt afdrukken. h De afdrukinstructies die op dat moment actief zijn voor het weergegeven beeld worden weergegeven. U kunt de knop SET naar links of naar rechts drukken om de afdrukinstructies voor elk beeld te bevestigen. ALLE BLDN ----/--/-:0 exemplaar EX.
5 Druk op de knop MENU. h De afdrukinstructies voor het gevraagde aantal afdrukken en de afdrukken met datumweergave worden opgeslagen. h Het scherm met afdrukinstructies wordt opnieuw weergegeven. TIP Kunt u geen afdrukken met datum opgeven? i Afdrukken met datum is niet mogelijk voor foto’s die zijn gemaakt voordat de datum- en tijdinstelling van de camera werd uitgevoerd.
WEERGAVE BESTANDSINFO Op het informatiescherm kunt u controleren welke instellingen zijn gebruikt voor het opnemen van een bestand met uw camera. 1 2 Geef het gewenste bestand weer op het scherm van de camera. Druk ten minste 1 seconde lang op de knop MENU. h Het informatiescherm wordt weergegeven. h Als de knop MENU opnieuw wordt ingedrukt, wordt het informatiescherm gesloten.
OPTIE-INSTELLINGEN OPTIE-INSTELLINGEN HET MENU OPTIE-INSTELLINGEN WEERGEVEN De camera-instellingen worden uitgevoerd via het menu Optie-instellingen. 1 Zet de camera aan, stel deze in op de modus NORMAL en druk op de knopa MENU. 1 2 3 1 2 3 SN MENU OPNAME1 VIDEO FOTO SCÈNESELECTIE FILTER FLITS ZELFONTSPANNER OK Full-HD 10M-S Tabblad Optie Selecteer een optietabblad (1, 2 of 3), en druk op de knop SET. h Het menu voor het instellen van opties wordt weergegeven.
INLEIDING TOT HET MENU OPTIEINSTELLINGEN Tabblad 1 MENU OPTIE 1 KLOK INSTELLEN INFO-DISPLAY BEGINSCHERM BEDIENINGSTOON 1 2 WEERGAVE ACHTERAF 1 2 3 3 OK 119 Nederlands 1 2 3 4 5 6
DRK OP KNOP: selecteer het geluid dat klinkt wanneer op de knop SET, de knop MENU, enzovoort wordt gedrukt. AUDIOGIDS: hiermee schakelt u de audiogids van de camera in of uit. WERKVOLUME: pas het volume van de bedieningsgeluiden aan. 5 Instelling WEERGAVE ACHTERAF h Specificeer de duur dat het vastgelegde beeld wordt weergegeven op het scherm (weergave achteraf) nadat de knop [ ] is ingedrukt.
Tabblad 2 MENU OPTIE 2 SHORTCUTS RUISREDUCTIE BEELDINSTELLING.
OPTIE-INSTELLINGEN 1 Instelling SHORTCUTS (pagina 125) 2 Instelling RUISREDUCTIE h Vergeleken met normaal opnemen neemt de beeldverwerkingstijd na het opnemen van een stilstaand beeld iets meer tijd in beslag als de functie RUISRED. FOTO op AAN staat. RUISRED. VIDEO: stel de functie voor beeldruisreductie in op AAN/ UIT tijdens het opnemen van videoclips. RUISRED. FOTO: zet de functie voor ruisreductie van het beeld in op AAN/UIT tijdens het opnemen van stilstaande beelden. WINDRUISREDUC.
Tabblad 3 1 2 3 1 2 3 MENU OPTIE 3 UITVOERINST. TV STROOMBESPARING BEST.NR. VERDER FORMATTEREN STANDAARDINST.
OPTIE-INSTELLINGEN 1 UITVOERINST. TV (pagina 128) 2 Instelling STROOMBESPARING (pagina 30) h Geef op na hoelang inactiviteit de stroombesparingsmodus wordt geactiveerd (voor het sparen van de batterijen). 3 Instelling BEST.NR. VERDER (pagina 132) 4 FORMATTEREN (pagina 134) 5 STANDAARDINST. h Herstel de fabrieksinstellingen van de camera.
instelling shortcut Wijs functies (bedieningsshortcuts) toe aan de knop SET als deze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts wordt gedrukt terwijl het opnamescherm wordt weergegeven. 1 2 Selecteer “SHORTCUTS” en druk op de knop SET. : wijs de functie toe terwijl de knop SET omhoog is gedrukt. : wijs de functie toe terwijl de knop SET omlaag is gedrukt. : wijs de functie toe terwijl de knop SET naar links is gedrukt. : wijs de functie toe terwijl de knop SET naar rechts is gedrukt.
DISPLAY AAN/UIT: Schakel de weergave van de opnameinstellingen in of uit. PHOTO VIEW: Selecteer het gewenste zichtveld (fotoweergave of videoweergave) voor de weergave van het opname stand-byscherm. Als “fotoweergave” wordt geselecteerd, verschijnt een kader om het gezichtsveld tijdens het opnemen van de videoclip te tonen. Gebied voor opnemen van videoclips 3 4 Druk de knop SET omhoog of omlaag. h Geef de functie weer die u wilt toewijzen aan de toets. Druk op de knop SET.
5 Druk op de knop MENU. h Het scherm voor het bevestigen van de shortcut-instellingen wordt weergegeven. Vervolgens gaat u terug naar het menu voor het instellen van opties. h Hiermee is het instellen van de shortcuts voltooid. h Druk op het scherm in stap 1 op de knop MENU. Het scherm voor het bevestigen van de shortcutinstellingen wordt weergegeven.
Instelling TV-uitgang Geef het type beeldsignaal op dat wordt afgegeven door de USB/AV-uitgang van de camera. 1 UITVOERINST. TV NTSC 16:9 1080i UIT TV-SYSTEEM TELEVISIE-TYPE HDMI HDMI-CEC OK Selecteer de gewenste instelling en druk op de knop SET. h Het scherm voor het wijzigen van de parameter voor de geselecteerde instelling wordt weergegeven. NTSC: er worden NTSC-videosignalen afgegeven. PAL: er worden PAL-videosignalen afgegeven.
AAN: stelt de functie HDMI-CEC in op “AAN”. UIT: stelt de functie HDMI-CEC in op “UIT”. 3 4 5 Druk de knop SET omhoog of omlaag om de gewenste parameter te selecteren. Druk op de knop SET. Druk op de knop MENU. h Hiermee is het instellen van de TV-uitvoer voltooid.
Relatie tussen instelling “TV TYPE” en TVweergave In de onderstaande tabellen wordt het videosignaal weergegeven dat wordt uitgevoerd als de instelling “TELEVISIE-TYPE” wordt gewijzigd. Opmerking: bij sommige televisies met een functie voor automatische detectie komt de uitvoer mogelijk niet overeen met de inhoud van de tabel of verandert het TVdisplay helemaal niet.
“TELEVISI E- TYPE” instelling Aan te sluiten TV-type Weer te geven beeldbestand TV-display Stilstaand beeld (4:3) 16:9 16:9 Videoclip in SDmodus Videoclip in HDmodus OPGELET Indien de beelden niet juist op de TV verschijnen… i Als het beeld op het TV-scherm er niet correct uitziet, kunt u de instelling “TELEVISIE-TYPE” van de camera wijzigen of de instelling voor de schermgrootte wijzigen op uw TV.
Bestandsnr. doorlopende instelling Als een nieuw geformatteerde kaart is gebruikt, begint de bestandsnaam (beeldnummer) van het vastgelegde beeld automatisch vanaf 0001. Als de kaart daarna opnieuw wordt geformatteerd, of als een andere opnieuw geformatteerde kaart wordt gebruikt, beginnen de bestandsnamen opnieuw vanaf 0001.
i Als kaart B reeds bestanden bevat wanneer deze kaart A vervangt, worden de bestandsnamen als volgt toegewezen. Indien het hoogste bestandsnummer op Kaart B (alvorens te vervangen) lager is dan het hoogste bestandsnummer op Kaart A: de bestandsnaam van het volgende opgenomen beeld volgt de laatste op Kaart A opgenomen bestandsnaam. Kaart A 0001, 0002 ...... 0012, 0013 Kaart vervangen Kaart B 0001, 0002, 0014, 0015 ......
Formatteren (initializeren) Een kaart moet met deze camera worden geformatteerd: i Na aanschaf, voor het eerste gebruik, of i Als de kaart is geformatteerd met een pc of een andere digitale camera. De kaart kan niet worden geformatteerd wanneer het vergrendelingsschuifje in de positie “LOCK (VERGREND.)” staat. Ga door met de procedure voor het formatteren nadat u de vergrendelingsknop hebt uitgeschakeld.
HET RESTERENDE KAARTGEHEUGEN CONTROLEREN U kunt controleren hoeveel beelden kunnen worden opgenomen en hoeveel opnametijd beschikbaar is op de kaart. Zie “Maximaal aantal beelden/ Maximale stilstaand beeldopnametijd/Maximale video-opnametijd” op pagina 183 voor een tabel met het maximale aantal beelden en de maximale opnameduur voor specifieke kaarten. Het resterende aantal beelden en de resterende video-opnametijd controleren 1 Stel de camera in op de Resterend aantal beelden opnamemodus (pagina 35).
Voor audio-opnamen 1 Stel de camera in op de modus voor geluidsopname (pagina 81). h De resterende tijd voor geluidsopname wordt weergegeven. Resterende tijd 0.3M 7112 065:07:51 Nederlands 136 OPTIE-INSTELLINGEN TIP i Wanneer het resterende aantal beelden of de resterende video-opnametijd “0” is, kunt u geen beelden meer vastleggen.
DE RESTERENDE BATTERIJLADING CONTROLEREN Tijdens gebruik van de batterij kunt u de resterende batterijlading op het scherm controleren. Controleer deze indicator voordat u een beeld vastlegt. Voor een indicatie van de mogelijke tijdsduur gedurende welke een batterij kan worden gebruikt, zie pagina 182. 1 Geef het opname- of 1 MENU OPNAME weergavemenu weer (pagina 37). 1 VIDEO Full-HD h De indicator voor de resterende 2 10M-S batterijlading verschijnt 3 FOTO SCÈNESELECTIE rechtsonder op het scherm.
Indicator voor resterende batterijlading Resterende batterijlading Bij benadering vol. Weinig batterijlading. Weldra zult u geen beelden meer kunnen vastleggen of weergeven. Als dit pictogram knippert als de knop [ ] of de knop [ ] wordt ingedrukt, dan kunnen geen beelden worden vastgelegd. Laad de batterij op. Nederlands 138 OPTIE-INSTELLINGEN TIP i Als een bestand aanwezig is kunt u ook de resterende batterijlading controleren op het Informatiescherm (pagina 117).
THER APPARATEN EN AANSLUITINGEN AANSLUITEN OP EEN COMPUTER AANSLUITEN OP EEN COMPUTER BESTURINGSOMGEVING Bij gebruik als kaartlezer Beperkt tot modellen met voorgeïnstalleerd besturingssysteem. k Windows Windows 2000, XP, Vista, 7 k Mac OS Mac OS X 10.3.6 of hoger Voor toegang tot de bestanden in het interne geheugen i Haal de kaart uit de camera voordat u de camera aansluit op een computer. i De volumenaam wordt [XACTI_INT].
DE AANSLUITMODUS INSTELLEN 1 2 Start uw computer en gebruik de meegeleverde USB-interfacekabel om de camera aan te sluiten op de computer. h Sluit de USB/AV-aansluiting van de camera aan op de USBaansluiting van de computer. Schakel de camera in (pagina 29). h Het USB-aansluitscherm verschijnt op het scherm van de camera.
3 Selecteer “COMPUTER” en druk op de knop SET. h Het scherm voor het selecteren van de aansluitmodus voor de computer wordt geopend. KAARTLEZER: gebruik de camera als extern station van de computer. MTP: Sluit de camera in de MTP-modus aan op een computer met Windows Vista of Windows 7. Voor Windows 7 besturingssystemen is deze camera compatibel met Device Stage. SCHERM VASTLEGGEN: Sla een beeld van het computerscherm op, in uw camera. PC-CAMERA: gebruik uw camera als pc-camera.
4 Selecteer de gewenste aansluitmodus en druk op de knop SET. Nederlands 142 AANSLUITEN OP EEN COMPUTER OPGELET Wees voorzichtig bij het installeren en verwijderen van de kabel i Zorg er bij het aansluiten van de kabels voor dat de connectoren correct worden geplaatst en dat hun vorm overeenkomt met die van de aansluitingen op de apparaten. Duw de connectoren recht naar binnen bij het aansluiten.
CAMERA ALS KAARTLEZER GEBRUIKEN Voor Windows Vista/XP/7-gebruikers De camera koppelen 1 2 Stel de camera in op de kaartlezermodus (pagina 140). h Het bericht [Nieuwe hardware gevonden] wordt weergegeven in het systeemvak. Dit geeft aan dat de camera wordt herkend als station. h De kaart wordt herkend (gekoppeld) als een schijf en de [XACTI (E:)] pictogram verschijnt in het venster [Mijn Computer]. h De stationsnaam (E:) kan verschillen van uw computer. Selecteer een handeling.
Voor Windows 2000-gebruikers (behalve voor de SDXC-kaart) Uw camera monteren 1 De camera afnemen OPGELET i Om de camera los te maken dient u erop te letten de procedure hieronder te volgen. Het nalaten deze procedure te volgen kan leiden tot een foutieve werking van uw computer of verlies van kaartgegevens. 1 2 3 Klik met de linkermuisknop op [Hardware ontkoppelen of uitwerpen] in het systeemvak.
Voor gebruikers van Mac OS X Uw camera monteren 1 Stel de camera in op de kaartlezermodus (pagina 140). h De camera wordt herkend als station en wordt als pictogram met de aanduiding [XACTI] weergegeven op het bureaublad. h Dubbelklik op het pictogram [XACTI] en u kunt nu de inhoud van de bestanden in het geheugen van de camera op dezelfde manier verwerken als alle andere bestanden op de andere stations van de computer.
INFORMATIE OVER DE INHOUD VAN DE KAART Configuratie van mappen op de kaart ROOT DCIM 100SANYO SANY0001.jpg SANY0002.jpg Mapnummer MISC (Locatie van DPOFbestanden) Beeldnum mer SANY0003.mp4 SANY0004.m4a 101SANYO SANY0001.jpg SANY0002.jpg SANY0999.jpg 102SANYO SANY0005.jpg Nummer van afbeelding of audioopname SANY0001.jpg Bestandsindelingen Hieronder volgt een uitleg van de indeling waarin de bestanden worden opgeslagen en de manier waarop de bestandsnamen worden bepaald.
Waarschuwingen bij gebruik als kaartlezer i U mag de bestanden of mappen in de camera op geen enkele manier wijzigen. Zou u dat wel doen, dan bestaat de mogelijkheid dat de camera die gegevens niet meer herkent. Als u bestanden wilt bewerken, moet u ze eerst kopiëren naar de vaste schijf van de computer. i De camera kan niet overweg met kaarten die op de computer zijn geformatteerd. Formatteer alle kaarten die u wilt gebruiken in de camera met behulp van de camera.
Informatie over audiobestanden die zijn opgenomen met de camera i Als u de extensie van audiobestanden (.m4a) wijzigt in “.mp4”, kunt u deze bestanden mogelijk afspelen met behulp van software die de ISO-norm MPEG-4 (AAC-audio) ondersteunt. Over de bestandsnamen wanneer de kaart wordt vervangen...
CAMERA ALS PC-CAMERA GEBRUIKEN Als u een Windows XP, Windows Vista of Windows 7 computer gebruikt, kunt u de camera als pc-camera gebruiken. Voor Windows XP Voer de volgende upgrades uit voordat u de camera aansluit op een computer. i Upgrade Windows XP tot SP2 of later. Installeer Windows XP SP2 of later. i Installeer Windows Messenger 5.0 of een hogere versie. Download Windows Messenger 5.0 of hoger en installeer het programma. i Als u MSN Messenger gebruikt, installeert u MSN Messenger 7.0 of hoger.
DE SOFTWARE GEBRUIKEN Gebruik de links op de Sanyo-website voor het downloaden van software waarmee u de gegevens van uw camera op een computer kunt gebruiken. Voordat u de software download, dient u de voorzorgsmaatregelen die op de website staan beschreven, te controleren. Besturingsomgeving voor Windows voor Mac OS Videoclipweergave Videoclipweergave Besturingssy Windows XP, Windows Vista, Mac OS X 10.3.
De software verkrijgen Voor Windows besturingssysteem 1 2 3 Haal de kaart uit de camera. h Het programma voor toegang tot de website is opgeslagen in het interne geheugen van uw camera. Dit programma is niet toegankelijk als een kaart in de camera is geïnstalleerd. Start uw computer en gebruik de meegeleverde vaste USBinterfacekabel om de camera aan te sluiten op de computer. h Sluit de USB/AV-aansluiting van de camera aan op de USBaansluiting van de computer. Schakel uw camera in (pagina 29).
4 5 Selecteer “COMPUTER” en druk op de knop SET. h Het scherm voor toegang tot de website voor deze camera (toegangsmenu) verschijnt. h Als het toegangsmenu niet verschijnt, dubbelklikt u op Autorun of Autorun.exe. h Als u dubbelklikt op het HTML-bestand (index.html) in het camerastation, dan verschijnt het scherm voor toegang tot de website voor deze camera (toegangsmenu).
AANSLUITEN OP EEN TELEVISIE AANSLUITEN OP EEN TELEVISIE AANSLUITEN OP EEN TELEVISIE Als u de camera aansluit op een televisietoestel, kunt u de opgenomen bestanden afspelen op de televisie. OPGELET Wees voorzichtig bij het installeren en verwijderen van de kabel i Zorg er bij het aansluiten van de kabels voor dat de connectoren correct worden geplaatst en dat hun vorm overeenkomt met die van de aansluitingen op de apparaten. Duw de connectoren recht naar binnen bij het aansluiten.
Aansluiten op een video-ingangsaansluiting Gebruik de meegeleverde speciale AV-interfacekabel voor aansluiting op een televisie. Stel de ingang in op “VIDEO”. Meegeleverde speciale AVinterfacekabel Naar USB/AV-aansluiting Verbinden met de HDMI-aansluiting Gebruik een apart verkrijgbare mini-HDMI-kabel voor aansluiting op een televisie. Stel de ingang in op “HDMI”.
WEERGEVEN OP EEN TELEVISIE i Nadat u de camera op de televisie hebt aangesloten, moet u de televisie op de ingang zetten waarop de camera is aangesloten. i De weergavemethode is hetzelfde als bij het afspelen van beelden op het scherm van de camera. (Gebruik de knoppen van de televisie om het volume te regelen.) i Dezelfde afspeelprocedure als voor het afspelen met de camera wordt ook gebruikt voor het afspelen van geluidsopnamen.
AANSLUITEN OP EEN PRINTER AANSLUITEN OP EEN PRINTER AFDRUKKEN Uw camera ondersteunt de PictBridge-functie. Door de camera direct aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer kan het scherm van de camera worden gebruikt om beelden te selecteren en te beginnen met afdrukken (PictBridge-afdrukken). 1 2 Open de monitoreenheid om de camera in te schakelen en zet de printer aan. Gebruik de meegeleverde speciale USB-interfacekabel om de camera aan te sluiten op de printer.
3 4 Selecteer “PRINTER” en druk op de knop SET. De PictBridge-afdrukmodus wordt geactiveerd. h De camera schakelt over naar de PictBridge-afdrukmodus en het scherm met het PictBridge-menu wordt weergegeven. MENU PictBridge 1 BEELD AFDRUK Full-SHQ ALLE BEELDEN INDEX DPOF PRINTEROPTIES OK 5 Selecteer het gewenste afdruktype en druk op de knop SET. 1 BEELD AFDRUK: selecteer de stilstaande beelden die u wilt afdrukken. ALLE BEELDEN: druk alle stilstaande beelden af.
OPGELET Wees voorzichtig bij het installeren en verwijderen van de kabel i Zorg er bij het aansluiten van de kabels voor dat de connectoren correct worden geplaatst en dat hun vorm overeenkomt met die van de aansluitingen op de apparaten. Duw de connectoren recht naar binnen bij het aansluiten. Als te veel kracht wordt gezet bij het aansluiten van een kabel, kan er permanente schade ontstaan aan de aansluitpinnen in de aansluiting. i Gebruik niet te veel kracht bij het aansluiten en loskoppelen van kabels.
OVERIGE AANSLUITINGEN SCHERM VASTLEGGEN Hiermee kunnen afzonderlijke vensters op het scherm van uw computer worden opgeslagen in de camera. 1 2 3 4 Stel de camera in op de modus SCHERM VASTLEGGEN (pagina 140). Voer Scherm Vastleggen uit. h Scherm Vastleggen wordt automatisch gestart zodra u de computer opstart. h Klik met de rechtermuisknop op [Xacti Screen Capture 1.1] in het systeemvak en klik vervolgens op [Afsluiten].
BIJLAGEN BIJLAGEN VEELGESTELDE VRAGEN Als u een vraag hebt omtrent de werking van de camera, vindt u het antwoord op uw vraag mogelijk in deze verzameling veelgestelde vragen. Vraag Waarom gaat de camera niet aan? Waarom is de batterij zo snel leeg, zelfs nadat hij helemaal was opgeladen? Antwoord In verband met lage temperaturen kan de batterij tijdelijk niet voor de stroomvoorzienin g zorgen. De omgevingstemperatuur is erg laag. Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt.
Vraag Waarom knippert het multi-lampje rood? Opnamen maken Waarom werkt de flitser niet? 161 Nederlands Antwoord Een opgenomen bestand wordt opgeslagen op de kaart of het interne geheugen. De camera heeft bepaald dat het beeld licht genoeg is en dat flitsen niet nodig is. Actie Dit is geen storing. Wacht totdat het multi-lampje uitgaat. Dit is geen storing. Leg het beeld vast; de camera bepaalt wanneer de flits nodig is.
Opnamen maken Vraag Blijven de instellingen ook behouden wanneer de camera wordt uitgezet? Antwoord — Welke resolutieinstelling moet ik gebruiken? — Actie Alle instellingen, behalve de zelfontspanner en belichtingscompensatie, blijven behouden, ook wanneer de camera wordt uitgeschakeld. Houd bij het instellen van de resolutie rekening met het uiteindelijke doel. I, ;, o, p, N, m: Geschikt voor het afdrukken op Letter-formaat of groter, en voor het groot afdrukken van een deel van een foto (bijsnijden).
Vraag Wat is het verschil tussen de digitale zoom en de optische zoom? Antwoord — Hoe kan ik een beeld scherpstellen dat zich ver weg bevindt? — Opnamen maken 163 Nederlands Actie Doordat bij opnamen met de optische zoom de optiek van een fysieke lens wordt gebruikt, kunt u opnamen maken zonder dat kleine details in het beeld verloren gaan. De digitale zoom werkt echter door het vergroten van een deel van het beeld dat de CCD-sensor raakt, en dit kan resulteren in een grover beeld.
Scherm Antwoord Wordt veroorzaakt door de karakteristieken van het scherm. Actie Dit is geen storing. Punten die op het scherm verschijnen ziet u uitsluitend op het scherm en verschijnen dus niet in de opgenomen beelden. Het onderwerp was te licht. Waarom is het beeld niet scherp? De scherpstelling is niet goed vergrendeld.
Vraag Waarom is het afgespeelde beeld vervormd? Waarom is het vergrote beeld onduidelijk? Beelden weergeven Verbinden met een televisie Afdrukken Waarom is het vastgelegde beeld onduidelijk? Kan ik beeld- en geluidsbestanden afspelen die ik met mijn computer heb bewerkt? Waarom klinkt er een motorachtig geluid tijdens het weergeven van videoclips? Waarom is er geen geluid? Waarom wordt er een mededeling weergegeven tijdens het afdrukken in de PictBridgemodus? 165 Nederlands Antwoord Als het onderwerp
Vraag Het bericht “Clips kunnen niet worden bewerkt door ande.instell.” wordt weergegeven.
Diversen Vraag Er doet zich een probleem voor. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om op te nemen of af te spelen. Kan ik mijn camera in het buitenland gebruiken? Antwoord Er zijn bestanden op de kaart die met een ander toestel dan deze camera werden vastgelegd. Actie Formatteer de kaart nadat u de bestanden op een ander medium heeft vastgelegd. — Waarom wordt het bericht “Systeemfout” weergegeven? Er is een problem opgetreden met de camera of kaart.
PROBLEMEN OPLOSSEN Raadpleeg voordat u de camera laat repareren de volgende tabel om te kijken of u het probleem eventueel zelf kunt oplossen. Camera Probleem Geen stroom. Oorzaak De batterij is leeg. De batterij is niet goed in de camera geplaatst. Voeding De batterij is te heet. Laad de batterij opnieuw op of vervang deze door een volledig opgeladen exemplaar. Of sluit de netadapter (optioneel) aan. Plaats de batterij opnieuw in de camera en zorg ervoor dat dit in de juiste richting gebeurt.
Probleem Oorzaak Actie Er wordt geen opname gemaakt als op de knop [ ] of de knop [ ] wordt gedrukt. De camera staat niet aan. Schakel de camera in alvorens op te nemen indien de energiebespari n gsfunctie is geactiveerd. Druk op de knop ON/OFF om de camera in te schakelen indien de camera was uitgeschakeld. Installeer een nieuwe kaart. Wis de beelden die u niet nodig hebt. Opnamen maken De flits werkt niet.
Probleem De digitale zoom werkt niet. Opnamen maken Er klinkt een waarschuwings signaal (pieppiep-piep) en er kan geen foto worden gemaakt met de zelfontspanner. Oorzaak Het stilstaande beeld is ingesteld op I of ;. De digitale zoom is ingesteld op “UIT”. De batterij is leeg. De optische zoom is overgegaan op de maximale vergroting. Het vastgelegde beeld heeft last van ruis. Het pictogram \ verschijnt en opname is niet mogelijk. De ISOgevoeligheid is te hoog ingesteld.
Probleem Scherm Er worden geen af te spelen beelden weergegeven. Het beeld is te donker. Oorzaak De camera wordt niet ingesteld op de weergavemodus. De flits werd geblokkeerd door een vinger of een ander object. Het onderwerp was te ver weg. Beelden weergeven Het onderwerp werd van achteren belicht. Er is onvoldoende licht. 171 Nederlands Actie Stel de camera in op de weergavemodu s. Houd de camera goed vast en zorg ervoor dat de flits niet wordt geblokkeerd.
Probleem Oorzaak Actie Het beeld is te licht. De modus Altijd flitsen is geselecteerd. Het onderwerp was te licht. Selecteer een andere flitsmodus. Gebruik de functie voor belichtingscom pensatie. Stel de ISOgevoeligheid in op =. Het beeld is niet scherp. Beelden weergeven De ISOgevoeligheid is onjuist ingesteld. Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera. De scherpstelling is niet goed. De camera heeft bewogen tijdens het indrukken van de knop [ ].
Probleem Oorzaak Actie De kleuren van de binnen vastgelegde beelden zijn niet goed. Dit heeft te maken met de omgevingsverlichting. De instelling voor de witbalans is onjuist. De lens werd geblokkeerd door de draagriem of door een vinger. Er bevindt zich geen bestand in het interne geheugen of op de geïnstalleerde kaart. Leg het beeld vast met de modus Altijd flitsen. Stel de witbalans goed in. Er ontbreekt een deel van het beeld.
Probleem Verbinden met een televisie Beelden bewerken Opladen Diversen Oorzaak Actie De rand van het beeld is afgesneden. U kunt een beeld niet bewerken of draaien. De batterij wordt niet opgeladen. Dit is een kenmerk van de televisie. De beveiligingsmodus is ingesteld. Dit is geen storing. De batterij is niet goed geplaatst in de lader. Het bericht “Beeld is beveiligd” wordt weergegeven en het bestand kan niet worden gewist. De audiogids is niet hoorbaar.
Probleem Oorzaak Actie Referentie pagina De batterij lijkt te zijn opgezwollen. Normale verandering die optreedt door gebruik van de batterij. Zelfs bij normaal, juist gebruik heeft de lithiumionbatterij de neiging om op te zwellen naarmate deze vaker is opgeladen en ontladen en geleidelijk aan het einde van de bruikbare levensduur bereikt. Dit is geen veiligheidsrisico .
Opmerkingen met betrekking tot de scèneselectiefunctie en filters Scèneselectie Instelling Sport a Portret > Landschap + Opmerkingen Brandpuntsafstand: Vastgezet op *. Brandpuntsafstand: Vastgezet op *. Volgerinstellingen: Vastgezet op ). Nachtzicht-portret / Brandpuntsafstand: Vastgezet op *. Instelling voor stilstaande beelden: Als opeenvolgende opnamen actief zijn, wijzigt naar p. Sneeuw & strand k Brandpuntsafstand: Vastgezet op *. Vuurwerk + Lamp* Q Brandpuntsafstand: Vastgezet op *.
Filter Instelling Monochroom W Sepia , Opmerkingen Modus voor stilstaande beelden: l en ; kan niet worden geselecteerd. Instelling voor kleurvolger: Vastgezet op ). Info over de instellingen voor de scèneselectiefunctie en de brandpuntsafstand i De functie voor scèneselectie verandert naar = als de brandpuntsafstand wordt ingesteld op + of -. i Zelfs als u de brandpuntsafstand instelt op + of -, verandert deze naar * als de scèneselectiemodus in een andere stand dan = wordt gesteld.
SPECIFICATIES Camera Bestandsindeling opgenomen beelden Nederlands 178 BIJLAGEN Stilstaande beelden: JPEG-indeling (DCF-, DPOF-, Exif 2.
Modus voor opnemen van stilstaande beelden (opnameresolutie) Videoclipopnamemodus (opnameresolutie) Witbalans Lens Type belichtingsregeling 179 Nederlands I: 4000 × 3000 pixels (ongeveer 12 miljoen pixels) ;: 4480 x 2520 pixels (ca. 11 miljoen pixels, beeldverhouding 16:9) o: 3648 × 2736 pixels (ongeveer 10 miljoen pixels, lage compressie) p: 3648 × 2736 pixels (ongeveer 10 miljoen pixels, normale compressie) N: 3648 x 2056 pixels (ca.
Lichtmeetmodus Bereik Digitale zoom Sluitertijd Gevoeligheid Functie voor beeldstabilisatie Scherm Nederlands 180 BIJLAGEN Minimale verlichting van onderwerp Meting van meerdere secties, lichtmeting in middelpunt, lichtmeting op specifiek punt Standaardmodus: 50 cm tot oneindig Supermacromodus: 1 cm tot 80 cm (alleen groothoek) Voor opnemen: 1× tot circa 12× Voor weergeven: 1× tot 62,5× (varieert afhankelijk van resolutie) Modus voor opnemen van stilstaande beelden: 1/2 tot 1/1.500 sec.
Flitsbereik GN = 4,0 Ongeveer 50 cm tot 2,3 m (groothoek) Ongeveer 80 cm tot 2,2 m (tele) Flitsmodi Automatische flits, Altijd flitsen, Flits uit Scherpstelling TTL-type AF (opnamemodus stilstaande beelden: 9puntsfocus/puntfocus; opnamemodus videoclip: Continue scherpstelling), handmatige focus Zelfontspanner Ongeveer 2 seconden vertraging, 10 seconden vertraging Gebruiksomgeving Temperatuur 0 tot 40 °C (bediening) –20 tot 60 °C (opslag) Vochtigheid 30 tot 90% (gebruik, geen condens) 10 tot 90% (opslag, ge
Camera-aansluitingen USB/AV (communicatie/geluid en beelduitvoer) HDMI-aansluiting Speciale connector Audiouit Stereo gang VideoComposietvideo, NTSC kleur TVuitgang systeem/PAL TV-systeem (wisselbaar vanaf het menu Optie-instellingen) USB USB 2.
Maximaal aantal beelden/Maximale stilstaand beeldopnametijd/Maximale video-opnametijd Opname modus Modus voor stilstaande beelden Resolutieinstelling I ; o p N + G , [ ) 8 beelden 9 beelden 6 beelden 10 beelden 13 beelden 46 beelden 49 beelden 93 beelden 214 beelden 10 beelden 49 beelden 14 sec. 18 sec. 18 sec. 24 sec. 59 sec. < 17 min. m t ! Modus voor videoclips Audioopname modus Intern geheugen Y " & SD-geheugenkaart 8 GB 16 GB 2.000 beelden 4.020 beelden 2.120 beelden 4.260 beelden 1.
Het multi-lampje Het multi-lampje van de camera gaat branden, knippert of is uit, afhankelijk van de verschillende bewerkingen met de camera.
Meegeleverde batterijlader Artikelnr.
Overige Mac OS is een handelsmerk van Apple Inc., dat is gedeponeerd in de V.S. en andere landen. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation (VS). In deze handleiding worden de besturingssystemen Microsoft® Windows® 2000, Microsoft® Windows® XP, Microsoft® Windows® Vista, en Microsoft® Windows® 7 gezamenlijk “Windows”genoemd.
OPGELET i Deze handleiding of delen hiervan mogen niet worden gekopieerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. i Alle afbeeldingen en illustraties in deze handleiding dienen alleen ter verduidelijking en kunnen afwijken van het daadwerkelijke product. De daadwerkelijke specificaties kunnen zonder enige kennisgeving vooraf worden gewijzigd en kunnen om die reden afwijken van de inhoud van deze handleiding.
TIPS VOOR HET MAKEN VAN FOTO’S Het maken van fantastische foto’s in moeilijke omgevingen is gemakkelijker dan u misschien denkt. Als u een paar punten onthoudt en de juiste instellingen kiest, kunt u foto’s maken die u vol trots aan anderen kunt laten zien en met anderen kunt delen. Als beelden onscherp zijn zelfs als de autofocus wordt gebruikt Uw camera maakt gebruik van een autofocusfunctie.
Bewegende objecten fotograferen Situatie: U wilt een actiefoto maken van een bewegend kind of huisdier. De autofocus is geactiveerd, maar het beeld kan wazig zijn omdat het onderwerp beweegt. Met name als de afstand tussen de camera en het onderwerp verandert, is het moeilijk om scherp te stellen op het onderwerp. Hier volgen enkele tips voor het succesvol vastleggen van beelden van bewegende onderwerpen.
i Gebruik de handmatige scherpstelling om onjuist scherpgestelde beelden te voorkomen als er zich een voorwerp bevindt tussen de camera en het onderwerp waarop u wilt scherpstellen. Portretten maken (portretmodus >) Punten: i Kies een achtergrond die niet afleidt van het onderwerp. i Ga tot dicht bij het onderwerp. i Let op de belichting en hoe deze uw onderwerp beïnvloedt. LET OP i Als de achtergrond te veel afleidt, wordt uw onderwerp niet optimaal gepresenteerd.
Nachtfotografie (nachtzicht-portretmodus /) Punten: i Voorkom dat de camera gaat trillen. i Verhoog de ISO-gevoeligheid. LET OP i Bij nachtfotografie ligt de sluitersnelheid van de camera aanzienlijk lager dan overdag, dus is de kans dat uw opnamen wazig zijn ook veel groter. Stabiliseer de camera bij het maken van opnamen. i U kunt met behulp van de flitser uw onderwerp fotograferen met de nachtscène als achtergrond.
SANYO Electric Co., Ltd.