Operation Manual

59
DE ANDERE OPNAMEFUNCTIES
Gebruik van de flash
De flash kan werken op vier verschillende manieren : automatisch, altijd aan, altijd uit of met “rode
ogen effect” reductie. Gelieve te noteren dat de flash enkel kan gebruikt worden bij het opnemen van
stilstaande beelden.
1 Zet de camera in de stilstaande beelden modus
(blz. 35).
De huidige flash modus verschijnt op het scherm.
Geen : Automatisch
De digitale camera beslist wanneer de flits
moet werken. Bij een opname met tegenlicht,
wanneer het midden van het beeld donker is
zal de flash werken als compensatie.
V : Altijd aan
De flits zal altijd werken, onafhankelijk van de
belichting. Gebruik deze positie onder
bepaalde omstandigheden van tegenlicht, van
schaduw of onder fluorescerend licht.
W : Altijd uit
De flash werkt niet, ook niet op donkere
plaatsen. Gebruik deze positie voor opname
op plaatsen waar het gebruik van de flash
verboden is of voor het fotograferen van een
nachtscène.
X : De digitale camera beslist wanneer de flits
moet werken. De flash werkt nu op een
speciale manier om de reflectie in de ogen van
het onderwerp te verminderen.
Flash modus