Operation Manual

66
BELICHTINGCORRECTIE
De belichtingcorrectie kan gebruikt worden om het ganse beeld donkerder (onderbelicht) of
helderder (overbelicht) op te nemen.
1 Verlaat het opname instelscherm (blz. 44).
Druk de MENU toets om het instelscherm te verlaten.
2 Druk de
ll
ll
l of
rr
rr
r toets.
De belichting correctie balk verschijnt.
• Druk de l of r toets om de wijzer op de belichting
correctiebalk naar links of naar rechts te bewegen.
3 Maak de opname.
TIP
De belichtingcorrectie wordt geannuleerd als men
De wijzer in het midden van de balk zet.
De hoofdschakelaar op ! zet .
De opname modus veranderd.
De digitale camera uitzet.
Het belichting correctie getal verschijnt links van de balk en kan als volgt ingesteld worden -
1,8EV tot +1,8EV.
Wanneer de belichtingcorrectie aan staat zal de access indicator groen knipperen.
Men kan ook het [EXP] pictogram kiezen in het opname instelscherm om de
belichtingcorrectie in te stellen.
Belichting
correctie instelling
Donker Helder
Wijzer
Belichting correctie balk