User manual
SmartBox® 1 / SmartBox® 2 / SmartBox® 3 
10 / 16  Apparaat Nr. 28 100 59 d 
Pos: 49 /Anleitungen A5/ Elektronik/Smar tbox/Behälter mit Innen hülle @ 0\mod_1305119 040111_610.docx @ 12475 @ @ 1 
Tank met binnenbekleding 
Bij tanks met binnentank (bijv. cilindrische, liggende of in de kelder gelaste tanks) moeten de 
aangegeven binnenwerkse hoogte en het volume worden gecorrigeerd. 
Voorbeelden: 
  Wanddikte binnentank 0,5 cm  binnenwerkse hoogte ca. 1 cm reduceren en volume bij 
    10 m³ met 1,3 %, bij 20 m³ met 1 %, bij 50 m³ met 0,8 % en bij 100 m³ met 0,7 % 
 reduceren. 
  Wanddikte binnentank 2 cm  binnenwerkse hoogte ca. 4 cm reduceren en volume bij 
    10 m³ met 5 %, bij 20 m³ met 4 %, bij 50 m³ met 3 % en bij 100 m³ met 2,5 % reduceren. 
Pos: 50 /Anleitungen A5/ Elektronik/Smar tbox/1+2+3/Sonderei nstellungen 9-26 @ 0\ mod_1305120752449_610. docx @ 12505 @ @ 1 
AANWIJZINGEN VOOR HET PROGRAMMEREN 
Menu-stap Instelling  Beschrijving
9.Nullpkt. 
sonde / 
Offset probe 
/ Pt. zéro 
sonde 
(nulpunt 
sonde) 
Instelling van: 
 Sondenulpunt elektrisch 
 Positie / bodemafstand 
 Loze inhoud die niet mee weergegeven moet 
worden 
zurück/ESC/ 
retour (ESC)
Verlaten van het menu 
Kalibr. Offset 
Offset calibre. 
Calibrat. Offset 
(Offset calibr.)
Nieuwe ijking van het sondenulpunt (elektrisch) 
Eerst sonde uit vloeistof trekken 
Bodenabst. Sonde 
Probe bottom gap 
Ecart fond sonde 
(bodemafstand 
sonde) 
Afstand:  x cm; 
referentie is  x = 0 cm, max = 99 cm 
Totbestand Boden 
Bottom deadstock 
Fond résidue 
(loze inhoud bodem)
Zuigpositie: y cm 
Referentie is 0 cm = inhoud vol 
Standartwerte 
Default values 
Val. par défaut 
(standaardwaarden)
y > 0 cm betekent overeenkomstig loze inhoud 
Alle waarden op standaardwaarde 00 
terugzetten 
10.Abgleich 
Höhe / 
Trim height 
/ Comp. 
hauteur 
(ijking hoogte) 
xxx.x cm 
Mogelijkheid om de referentiehoogte in te 
geven bij de 2-punts-ijking, voor een ander 
meetbereik van de sonde of bij onbekende 
dichtheid 
Van de gemeten vulstand 1,0 cm aftrekken en 
deze waarde dan ingeven. 
Cal: No 
Cal: Yes 
Bij het activeren (Yes) wordt dan in stap 1+2 
“Cal-Mode” aangegeven. 
Als dit bij een bijna lege tank wordt ingegeven, 
dan wordt aanbevolen later een na-correctie uit 
te voeren. 










