SEEMANN XP 5 HANDLEIDING
BEPERKTE GARANTIE VAN TWEE JAAR Voor details, kijk op de product garantie registratiekaart die bijgeleverd is. COPYRIGHT KENNISGEVING Op deze gids is copyright van toepassing, alle rechten zijn gereserveerd. Hij mag niet, gedeeltelijk of in zijn geheel, gekopieerd, gefotokopieerd, gereproduceerd, vertaald of gereduceerd worden tot enig electronisch medium of machine in een leesbare vorm, zonder vooraf schriftelijke toestemming van Seemann gekregen te hebben. SEEMANN SUB GmbH & Co. KG Johann-Höllfritsch-Str.
INHOUD GARANTIE ................................................................................................................................................................... 2 KENNISGEVINGEN ..................................................................................................................................................... 2 DECOMPRESSIE MODEL ...........................................................................................................................................
INHOUD(VERVOLG) PRE DUIKPLANMODUS .................................................................................................. 45 DUIKPLANNER ......................................................................................................................................................... 46 DUIKMODI ....................................................................................................................... 49 DUIKMODUS STAAFDIAGRAMMEN ................................................
INHOUD (vervolg) VERZORGING, ONDERHOUD EN SERVICE .................................................................... 81 VERZORGING EN SCHOONMAKEN ....................................................................................................................... 82 INSPECTIES EN SERVICE ........................................................................................................................................ 83 BATTERIJ VERVANGEN ............................................................
WAARSCHUWINGEN EN VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN • De XP 5 is niet bedoeld voor gebruik door militaire of commerciële duikers. • De XP 5 is bedoeld voor gebruik door sportduikers die met succes een internationaal erkende sportduikcursus gevolgd hebben en die duiken met verrijkte lucht (nitrox). • Hij mag niet gebruikt worden door ongetrainde personen die geen kennis hebben van de potentiële risico's en gevaren van sportduiken en het duiken met nitrox.
EIGENSCHAPPEN en WEERGAVEN 7
WELKOM BIJ SEEMANN ! EN DANK U DAT U DE XP 5 GEKOZEN HEBT! Uw XP 5 geeft u de benodigde informatie voor, tijdens en nadat u lucht (of nitrox) duiken gemaakt hebt, met behulp van een gemakkelijk te lezen scherm en identificatiepictogrammen. Hij kan ook ingesteld worden om slechts als digitale diepte-tijdmeter te functioneren.
CONTROLEKNOPPEN Met de twee Controleknoppen kunt u weergaveopties selecteren, hebt u toegang tot specifike informatie wanneer u wilt en kunt u het achtergrondlicht activeren. De voorste knop noemen we Volgende (Fig. 1a) en de zijknop Selecteren (Fig. 1b). STAAFDIAGRAMMEN Stikstofstaafdiagram Het stikstofstaafdiagram (Fig. 1c) vertegenwoordigt de weefselverzadiging met stikstof, en toont u de relatieve niet-decompressie of decompressiestatus.
b Zuurstof (O2) opbouw staafdiagram Het O2 staafdiagram (Fig. 2a) geeft de zuurstoflading weer, uw relatieve zuurstoftolerantiedosis (OTU) en de maximum zuurstof die u per duik opgebouwd hebt of per periode van 24 uur. Als uw opbouw tijdens de duik groter wordt, worden er sgmenten aan het diagram toegevoegd en als de lading afneemt, wordt het diagram weer kleiner, waarmee aangegeven wordt dat er extra blootstelling mogelijk is. Fig.
INFORMATIEWEERGAVEN Iedere numerieke en grafische weergave vertegenwoordigt een uniek stuk informatie. Het is verplicht dat u de formaten, het bereik en de waarden van de weergegeven informatie begrijpt om enig misverstand, wat kan resulteren in fouten, te voorkomen. Diepteweergaven Tijdens een duik geeft de Huidige diepte weergave (Fig. 3a) diepten weer van 0 tot 99,9 meter (330 voet), met stappen van 0,1 meter (1 voet).
b Aangezien de informatie die weergegeven wordt erg belangrijk is, is de weergave met de Hoofdtijd (Fig. 4a) opgezet met de grootste segmenten van het LCD-scherm. Een tweede tijdsweergave (Fig. 4b) vindt u in het onderste scherm. Beide weergaven herkent u aan het klokpictogram. • Tijd van de dag kan ingesteld worden in het 12 uursformaat (Am/ Pm) of het 24 uursformaat. a Datum wordt alleen weergegeven in het laagste scherm om duikgegevens te bekijken in de logmodus. Fig.
HOORBAAR ALARM Als waarschuwingssituaties het alarm activeren, laat de eenheid een continue toon horen gedurende 30 seconden, of totdat de situatie verbeterd is, of bevestigd door op de knop Volgende (voorste) te drukken gedurende 2 seconden. Indien bevestigd door de gebruiker en als de situatie gecorrigeerd wordt, klinkt het alarm opnieuw wanneer de waarschuwingssituatie weer optreedt, of als er een ander soort waarschuwingssituatie ontstaat.
ACHTERGRONDLICHT Om het achtergrondlicht te activeren tijdens de oppervlaktemodus of tijdens een duik• Druk kort op de zijknop (selecteren). • De schermen worden gedurende 3, 5 of 7 seconden verlicht (gebruikersinstelling). Druk nogmaals kort op de knop om te activeren naar wens. • Het achtergrondlicht werkt niet bij een laag batterijniveau. OPMERKING: SEEMANN adviseert u dat u altijd een hoofdlamp en een extra lamp bij u hebt tijdens duiken in slecht zicht of bij weinig natuurlijk licht.
ENERGIE LEVERING a De XP 5 gebruikt 1 type CR 2450 Lithium 3 volt celbatterij die ongeveer 300 uur continue of 50 activeringsperioden meegaat. • Indien u iedere keer dat de eenheid geactiveerd wordt 1 duik uitvoert, gaat de batterij ongeveer 50 duiken mee. • Voert u iedere keer dat de eenheid geactiveerd wordt 3 duiken uit, dan gaat de batterij 150 duiken mee. Batterij Indicator Fig. 7 - Batterij Indicator Een Batterij Indicator geeft aan wat het batterijniveau is.
Laag batterijniveau Het voltageniveau wordt gecontroleerd als de eenheid wordt ingeschakeld en iedere 10 minuten wanneer hij ingeschakeld is. • Indien er een laag batterijniveau ontstaat als de eenheid geactiveerd wordt (door op de knop te drukken), dan verschijnt het batterijpictogram knipperend gedurende 5 seconden (Fig. 8) gevolgd door het afsluiten van de eenheid.
FO2 MODUS Na activering functioneert de XP 5 als luchtcomputer zonder informatie weer te geven over zuurstofberekeningen, tenzij er een percentage zuurstof (FO2) ingesteld is dat afwijkt van lucht (numerieke waarde tussen 21 en 50%) OPMERKING: Instellen van de FO2 wordt op pagina 27 beschreven. Als er een FO2-waarde voor 'lucht' is ingesteld (Fig. 9) dan maakt de XP 5 dezelfde berekeningen als wanneer de FO2 is ingesteld op 21 % zuurstof.
WAARSCHUWING: Het percentage zuurstof (FO2) in de nitroxmix die gebruikt wordt, moet ingesteld worden 'voor iedere' nitroxduik, tenzij de FO2 50% standaardfunctie uitgezet is (OFF). FO2 50% Standaard Fig. 11 - FO2 standaardON FF Fig. 12 - FO2 standaardOFF 18 Indien de standaard ingesteld is op ON en de FO2 is ingesteld op een waarde 'groter dan 21%', dan keert het FO2-instelpunt automatisch terug naar 50% 10 minuten na die duik (Fig. 11). De maximale diepte die bereikt kan worden met een PO2 van 1.
RESTERENDE DUIKTIJD Een van de belangrijkste informatiedelen in Aeris-duikcomputers, is de numerieke weergave 'resterende duiktijd'. De duikcomputer controleert voortdurend de niet-decompressiestatus en de zuurstofblootstelling. De weergave Resterende duiktijd*, geeft de tijd aan die het meest kritisch is voor u op dat moment (bijv: de tijd die het kortste is controleert de duik).
Terwijl u opstijgt na een duik die in de buurt is gekomen van de nietdecompressie limiet, wordt het stikstofdiagram korter als de controle naar de langzamere compartimenten gaat. Dit is een eigenschap van het decompresiemodel dat de basis is voor multilevel duiken, een van de belangrijkste voordelen van Aeris-duikcomputers. Het niet-decompressie algoritme is gebaseerd op de theorie van Haldane waarbij de, door Merrill Spencer ontwikkelde, maximaal toegestane stikstofniveaus gebruikt worden.
WAARSCHUWINGEN EN ADVIES MET BETREKKING TOT VEILIGHEID • Er is absoluut geen sprake van dat de mogelijkheden van de XP 5 een goedkeuring impliceren van SEEMANN om de limieten te overtreden die gelden voor sportduiken, zoals die overeengekomen zijn door alle internationaal erkende opleidingscentra.
LCD- WEERGAVE f k q m j c o demo d p n l a b g i h e 22 Onderdelen: a. Stikstoflading diagram b. Zuurstofopbouw diagram c. Variabele OpstijgsnelheidsIndicator d. Selecteren knop e. Volgende knop f. Teken - Maximale diepte g. Batterij Consumptie Indicator h. Pictogram- Alarm i. Pictogram- O2 (zuurstof) j. Pictogram- Log Modus k. Teken - Demo Modus l. Teken - Diepte m. Teken - Opstijging te snel n. PictogramFunctioneringsModus o. Pictogram- Tijd p.
WAARSCHUWING: Als er tijdens activering en diagnostisering enige weergave of functe afwijkt van de onderstaande informatie, dan moet u de XP 5 naar uw geauthoriseerde SEEMANN Dealer terugbrengen voor inspectie.
ACTIVERING Druk kort op de voorste (volgende) knop om de XP 5 te activeren. Backup activering (alleen werkend indien de functie Wateractivering ingesteld is op ON) lAls backup wordt de XP 5 ook automatisch geactiveerd door watercontact. Dit wordt bewerkstelligd door het overbruggen van de contacten die op de stam van de controleknoppen zitten en aan de achterkant van de module. De letters H2O die worden weergegeven, worden verderop beschreven.
OPPERVLAKTEMODUS De oppervlaktemodus die u herkent aan het pictogram Oppervlaktetijd (Fig. 16a), volgt de diagnostische modus na activering. Informatie bevat duiknummer 0 (nog geen duik gemaakt), de batterijconsumptie-indicator, oppervlaktetijd (met knipperende dubbele punt), temperatuur (met picto), en tijd van de dag (met picto). OPMERKING: Indien de natte contacten overbrugd zijn, verschijnen de letters 'H2O' i.p.v. het duiknummer '0' (Fig. 17).
INSTELMODI Fig. 18 - Instelmodus 1 Om de taken die u op de duikplek uitvoert, te vereenvoudigen, zijn de instellingen ingedeeld in 2 categoriëen. Instelmodus #1 bevat diverse instellingen die u vaker zult wijzigen en Instelmodus #2 bevat die onderdelen die u slechts 1 keer wijzigt. Instelmodus #2 opent u door eerst de instellingen in Instelmodus #1 te verwerken of door deze modus over te slaan.
TOEGANG TOT INSTELLING -INSTEL MODUS #1 INSTELLEN - FO2 (tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling is lucht, FO2, die ook ingesteld kan worden op waarden tussen 21 en 50% met stappen van 1%. FO2 keert terug naar de standaardinstelling Lucht indien de XP 5 uitschakelt. • Druk op Beide knoppen, laat los als SET: 1 verschijnt. • Druk kort op de knop Volgende (voorste), FO2 verschijnt met de waarde knipperend (Fig. 20).
INSTELLEN - MAX DIEPTE ALARM (tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling van 99 meter (30 voet) voor het dieptealarm, kan ingesteld worden op waarden tussen 3 meter (30 voet) en 99 meter (330 voet) met stappen van 3 meter (0 voet). • Druk tegelijkertijd Beide knoppen in en laat los als SET: 1 verschijnt. • Druk kort op de knop Volgende (voor), FO2 verschijnt met de waarde knipperend. • Druk nog 1 keer op de knop Volgende (voor).
INSTELLEN - VERSTREKEN DUIKTIJDALARM (tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling is 0:00 uur:min, het alarm kan ingesteld worden op waarden tussen 0:10 en 3:00 uur:min in stappen van 0:05 uur:min. • Druk Beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET: 1 verschijnt. • Druk kort op de knop Volgende (voor), FO2 verschijnt met de waarde knipperend. • Druk nog 2 keer op de knop Volgende.
PC INTERFACE OPMERKING: Meer informatie over de PC Interface, vindt u op pagina 74 en in de info die bij het programma geleverd wordt. PC Interface is geen instelling maar bevindt zich in het menu van Instellen #1 voor een gemakkelijke toegang tot gegevens indien het geheugen van de eenheid gedownload moet worden naar het PCdownloadprogramma voor opslag en weergave. Gegevens downloaden (tijdens de oppervlaktemodus) • Druk Beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET: 1 verschijnt.
TOEGANG TOT INSTELLINGEN -INSTELMODUS #2 OPMERKING: Om terug te keren naar de oppervlaktemodus op ieder willekeurig moment, drukt u beide knoppen gedurende 2 seconden in. De eenheid keert automatisch terug naar de oppervlaktemodus indien er gedurende 2 minuten geen knopactie plaats vindt. INSTELLEN - MEETEENHEDEN (tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling is Engels (voet) en kan ingesteld worden op metrisch (meters). • Druk op beide knoppen en laat los als SET: 2 verschijnt.
INSTELLEN - UURFORMAAT (tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling is 12 Hr (12: Am tot 11: Pm), maar het formaat kan ook ingesteld worden op 24 Hr (0: tot 24: uur). • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET: 2 verschijnt. • Druk kort op de knop Volgende (voor) , het eenhedenscherm verschijnt nu met het instelpunt knipperend. • Druk nog 1 keer op de knop Volgende. • De letters Hour verschijnen met 12 (of 24) knipperend (Fig. 26).
INSTELLEN - TIJD VAN DE DAG (tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling is de lokale tijd, maar de tijd kan ingesteld worden op waarden tussen 01:00 tot 12:59 (Am/Pm) of 0:00 tot 23:59 (24 uursformaat). • Druk op beide knoppen en laat los als SET: 2 verschijnt. • Druk kort op de knop Volgende (voor) en het eenhedenscherm verschijnt met het instelpunt knipperend. • Druk nog 2 keer op de knop Volgende. De tijd verschijnt met de uurwaarde knipperend (Fig. 27). Fig.
INSTELLEN - JAAR (tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling is de lokale datum, maar deze kan ingesteld worden tussen 01/01/01 en 12/31/20. • Nadat u de tijd van de dag ingesteld en geaccepteerd hebt, verschijnt de datum met de letters dAY, en Year en de waarde knipperend (Fig. 29). Fig. 29 - Instellen jaar • Druk kort op de knop Selecteren (zijkant) om de waarde voor het jaar te verhogen met stappen van 1 jaar. • Druk op de knop Volgende (voor) om de instelling te accepteren.
INSTELLEN - HOORBAAR ALARM (tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling is ON, maar het alarm kan ook ingesteld worden op OFF. Bij OFF, klinkt het alarm niet tijdens de situaties die op pagina 13 beschreven zijn. • Druk op beide knoppen en laat los als SET: 2 verschijnt. • Druk kort op de knop Volgende (voor), het eenhedenscherm verschijnt met het instelpunt knipperend. • Druk nog 7 keer op de knop Volgende. • De letters ALM het pictogram (luidspreker) verschijnen met ON (of OFF) knipperend (Fig.
INSTELLEN - MAX STIKSTOFDIAGRAM ALARM (tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling voor DECO (alle 8 segmenten), het maximum stikstofdiagram alarm (NiBG) kan ingesteld worden op waarden tussen DECO (8 segmenten) en 1 segment. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET: 2 verschijnt. • Druk kort op de knop Volgende (voor), het eenhedenscherm verschijnt dan met het instelpunt knipperend. • Druk nog 8 keer op de knop Volgende (voor).
INSTELLEN - ALARM RESTERENDE DUIKTIJD (tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling is 0:00 (minuten), maar het alarm voor de resterende duiktijd kan ingesteld worden op waarden tussen 0:00 en 0:20 (minuten) in stappen van 1 minuut. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET: 2 verschijnt. • Druk kort op de knop Volgende (voor), het eenhedenscherm verschijnt met het instelpunt knipperend. • Druk nog 9 keer op de knop Volgende.
INSTELLEN - MAX PO2 ALARM (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is 1,60 (ATA), het Max PO2 Alarm kan ingesteld worden op waarden tussen 1,20 ATA en 1,60 ATA met stappen van 0,10 ATA. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET: 2 verschijnt. • Druk kort op de knop Volgende (voor), het eenhedenscherm verschijnt met het instelpunt knipperend. • Druk nog 10 keer op de knop Volgende (voor). • De letters PO2 en MAX, en het alarmpictogram verschijnen met de PO2-waarde knipperend (Fig.
INSTELLEN - FO2 50% STANDAARD (tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling is ON, de eigenschap FO2 50% Standaard kan ingesteld worden op OFF. De effecten van deze eigenschap wanneer ingesteld op ON of OFF worden op pagina 18 beschreven. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET: 2 verschijnt. • Druk kort op de knop Volgende (voor), het eenhedenscherm verschijnt met het instelpunt knipperend. • Druk nog 11 keer op de knop Volgende. Fig.
INSTELLEN - DUUR ACHTERGRONDLICHT (Tijdens de oppervlaktemodus) • De fabriekinstellingen zijn 7 seconden, maar het achtergrondlicht kan ingesteld worden op 0, 3 of 7 seconden duur. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET: 2 verschijnt. • Druk kort op de knop Volgende (voorste) en het eenhedenscherm verschijnt met het instelpunt knipperend. • Druk nog 12 keer op de knop Volgende (voorste). • De letters GLO en het tijdpictogram verschijnen terwijl de waarde van de duur knippert (Fig.
INSTELLEN - SAMPLING RATE (Tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling is 30 sec., maar de sampling rate kan ingesteld worden op waarden van 2, 15, 30 of 60 seconden of voor 0,5-1,5-3 meter (2, 5, 10 ft). De sampling rate is het interval waarmee de gegevenssamples opgenomen worden tijdens de duik, zodat u ze kunt downloaden naar een pc. Deze instelling heeft geen effect op de weergegeven data of de gegevens in het log van de eenheid. • Druk op beide knoppen en laat los als SET: 2 verschijnt.
INSTELLEN - DOOR GEBRUIKER INGESTELDE DIGITALE METERMODUS (Tijdens de oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling is OFF, maar u kunt de Digitale metermodus instellen op ON. Deze functie wordt ook op pagina 66 beschreven. OPMERKING: Als u eenmaal een duik met deze functie ingesteld op ON gemaakt hebt, zal de instelling voor 24 uur na de duik vaststaan. De instelmogelijkheid voor digitale metermodus zal eveneens 24 uur niet toegankelijk zijn. • Druk op beide knoppen en laat los als SET: 2 verschijnt.
INSTELLEN - WATERACTIVERING (Terwijl in oppervlaktemodus) De fabrieksinstelling is ON, deze functie kan ook ingesteld worden op OFF. Als de instelling ON is, zal de XP 5 automatisch activeren en de duikmodus openen als hij in water gedompeld wordt en afdaalt tot 1,5 m (5 ft). WAARSCHUWING: Indien de wateractiveringsfunctie op OFF staat, moet de XP 5 handmatig (drukknop) geactiveerd worden, voordat u gaat duiken. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET: 2 verschijnt.
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR VEILIGHEID • Er zijn weinig legitieme redenen om ongeplande decompressieduiken te maken en de • • • • • • • consequenties van dit soort duiken kunnen ernstig zijn. Wanneer u een ongeplande decompressieduik maakt zonder de nodige voorbereiding en training, plaatst u zichzelf in en onnodig gevaarlijke situatie. Zorg ervoor dat u een oppervlakte-interval van ten minste 24 uur aanhoudt, voordat u weer het water ingaat, indien een duik een nooddecompressiestop vereist.
PREDUIK PLANNINGSMODUS 45
DUIKPLANNER WAARSCHUWING: De beschikbare duiktijden die de duikplanner biedt, zijn slechts voorspellingen. Afhankelijk van de inhoud van uw fles, de snelheid van ademen en de zuurstofopbouw die u hebt, kunt u minder tijd over hebben dan aangegeven wordt, omdat er beperkingen zijn qua flesinhoud bijvoorbeeld.
De niet-decompressietijden worden alleen weergegeven voor diepten waar ten minste 3 minuten theoretische duiktijd mogelijk is, rekening houdend met een afdaalsnelheid van 36 meter (120 ft) per minuut. Diepten groter dan de maximale diepte die bereikt kan worden met een PO2 van 1,60 ATA, worden niet weergegeven.
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR VEILIGHEID • Het percentage zuurstof (FO2) in de nitroxmix die gebruikt wordt, moet ingesteld worden 'voor iedere nitrox-duik', tenzij de FO2 50% Standaardeigenschap ingesteld is op OFF (gebruikersinstelling). • De duikplanner biedt voorspelde tijden voor herhalingsduiken. Afhankelijk van uw flesinhoud, gasconsumptie en zuurstofopbouw, kunt u minder tijd beschikbaar hebben dan aangegeven wordt, omdat u niet genoeg ademgas hebt bijvoorbeeld.
WAARSCHUWINGEN: Het maken van decompressieduiken, zonder gedegen voorbereiding en training plaatst u in onnodig gevaarlijke situaties. Bestaande gegevens voor het maken van geplande decompressieduiken zijn uitermate beperkt en bijna niet bestaand voor herhalings decompressieduiken. Decompressiduiken verhogen het risico op decompressieziekte ontzettend. Speciale training, uitrusting en ondersteuning zijn nodig voor het maken van duiken die dieper zijn dan de maximaal aanbevolen sportduikdieptelimieten.
DUIKMODUS DIAGRAMMEN Terwijl uw diepte en verstreken duiktijd groter worden, zal het stikstofdiagram (Fig. 43a) met segmenten gevuld worden (groen naar rood) om de opname van stikstof te weerspiegelen. Terwijl u opstijgt, beginnen de segmenten waarmee het stikstofdiagram opgebouwd is, af te nemen en bieden ze u op die manier een grafische weergave van multilevel duiken. Indien u de FO2 ingesteld hebt op een numerieke waarde (nitrox), wordt het O2 diagram (Fig.
Tijdens condities waarin waarschuwingsinformatie weergegeven wordt (bijv. decompressie hoge PO2 enz), is er een hoofdweergave met belangrijke informatie die relevant is voor de specifieke situatie. De duiker heeft nog steeds toegang tot andere schermen, maar na 3 seconden keert de eenheid zelf terug naar de hoofdweergave. NIET-DECOMPRESSIEDUIKMODUS De XP 5 gaat de niet-decompressieduikmodus binnen als u afdaalt naar een diepte onder 1,2 meter (4 voet). Niet-decompressieduikmodus - Weergave #1 (Fig.
Niet-decompressieduikmodus - Weergave #3 (Fig. 46) De informatie bevat huidige diepte, resterende duiktijd (met moduspictogram), huidige waarde van PO2 (indien het een nitroxduik is), en de diagrammen. • Druk kort op de knop Volgende om de Weergave # te bekijken. Niet-decompressieduikmodus - VEILIGHEIDSSTOP Fig.
DECOMPRESSIEDUIKMODUS De XP 5 is ontworpen om u te helpen door u een beeld te geven van hoe dicht u bij de decompressiegrens zit. De decompressieduikmodus wordt geactiveerd als de theoretische nietdecompressietijd/diepte limiet overschreden worden. Het binnengaan van de decompressiemodus (Fig. 47) Wanneer u de decompressiemodus binnengaat, klinkt het hoorbare alarm gedurende 30 seconden of totdat u het bevestigd hebt.
Decompressiestops beheren a De hoeveelhied decompressie krediettijd die u krijgt, is afhankelijk van de diepte met iets minder krediet des te dieper u bent. U moet altijd iets dieper blijven (Fig. 48a) dan de vereiste stopdiepte die aangegeven wordt (Fig. 48b) totdat de volgende stopdiepte verschijnt. Dan stijgt u langzaam op tot, maar niet ondieper dan, de bovenstopgrens die aangegeven wordt. b Decompressieduikmodus - Hoofdweergave #1 (Fig. 48) Fig.
Decompressie dukmodus - Weergave #3 (Fig. 50) Deze weergave is alleen beschikbaar tijdens nitrox-duiken. Informatie bevat - Huidige diepte, totale opstijgtijd, de letters PO2 en de huidige waarde voor de PO2 en de diagrammen die van toepassing zijn. • Druk op de knop Volgende (voor) om weergave #1 weer te openen.
OVERTREDINGSMODI De overtredingsmodi die de XP 5 kan binnengaan heten: Conditionele Verlate en Onmiddelllijke overtreding. De permanente overtredingsmodus en de digitale metermodus zijn voortzettingen hiervan. WAARSCHUWING: Het is belangrijk dat u dat iedere Overtredingsmodus begrijpt en hoe u noodprocedures uitvoert in het geval dat u een overtredingsmodus binnengaat.
Conditionele overtredingsmodus De XP 5 gaat de conditionele overtredingsmodus binnen, indien u opstijgt naar een diepte die ondieper is (Fig. 51a) dan de vereiste decompressie bovenstopgrens die weergegeven wordt (Fig. 51b). • Tenzij ingesteld als OFF (gebruikersinstelling), zal het hoorbare alarm een continue geluid gedurende 30 seconden laten horen of totdat het bevestigd is door op de knop Volgende (voor) te drukken).
Knipperend OPMERKING: Wanneer u de verlate overtredingsmodus binnengaat, klinkt het hoorbare alarm, zelfs als de gebruikersinstelling OFF is. Het kan niet uitgezet worden door op de knop Volgende te drukken! Verlate overtredingsmodus #1 (Fig. 52) Knipperend Fig. 52 - Verlate overtreding #1 Indien u boven de vereiste bovengrensstopdiepte blijft voor meer dan 5 minuten, knipperen het stikstofdiagram en de totale opstijgtijd, totdat u afdaalt onder de vereiste stopdiepte.
Verlate overtredingsmodus #3 (Fig. 54) Indien u afdaalt naar een diepte onder 99,5 meter (330 voet), dan knippert het stikstofdiagram en de huidige diepte en Max diepte wordt slechts weergegeven met drie streepjes ( - - -). Als u opstijgt boven de 99,5 meter (330 voet), wordt de huidige diepte hersteld, maar de Max diepte wordt weergegeven met drie streepjes voor de rest van die duik. Het log voor die duik geeft ook slechts 3 streepjes weer, voor de max diepte die bereikt is.
De metermodus maakt van de XP 5 een digitaal instrument zonder enige monitorfuncties voor decompressie of zuurstof. Alleen de huidige diepte, de max diepte, de verstreken duiktijd en de opstijgsnelheidsindicator worden weergegeven (Fig. 55). Het stikstofdiagram en het O2 diagram knipperen als waarschuwing voor deze toestand. • Wilt u de temperatuur en de tijd bekijken, druk dan op de knop Volgende (voor). Knipperend Fig.
HOGE PO2 DUIKMODUS Als de diepte groter wordt tijdens een duik, dan wordt de partiële druk van zuurstof (PO2) groter. Als de PO2 gelijk wordt aan, of groter dan, 1,40 ATA, of 0,2 ATA minder dan het ingestelde PO2-alarm, dan klinkt het hoorbare alarm (tenzij ingesteld op OFF), en de huidige PO2-waarde, een PO2-symbool, het O2-segment van het O2diagram en het pijltje OMHOOG verschijnen dan in de hoofdweergave als waarschuwing, totdat de PO2 afneemt.
Terwijl u in de hoge PO2-modus bent, kunt u de alternatieve weergaven, die eerder beschreven zijn, openen door op de knop Volgende (voor) te drukken en en achtergrondlicht activeert u door op de knop Selecteren (zijkant) te drukken. OPMERKING: Terwijl u in de hoge PO2-modus bent, zal de XP 5 automatisch terugkeren naar het hoofdscherm na 3 seconden, tenzij u op de knop Volgende (voor) drukt om andere informatie te bekijken.
Indien de theoretische hoeveelheid opgebouwde zuurstof net zo groot of groter is dan de limiet voor een enkele blootstelling of de blootstellingslimiet voor 24 uur, dan wordt de resterende zuurstofduiktijd nul (0:00) en het O2-diagram gaat de rode O2-zone in (Fig. 59). Het hoorbare alarm klinkt (tenzij ingesteld op OFF) en het pijltje omhoog en het volledige O2-diagram zullen knipperen als waarschuwing, totdat het zuurstofniveau onder de limiet is afgenomen.
DOOR GEBRUIKER INGESTELDE DIGITALE METERMODUS (kijk ook op pagina 42) Als de digitale metermodus ingesteld is op ON, zal de XP 5 functioneren als een digitale dieptemeter-timer zonder dat berekeningen met betrekking tot zuurstof en stikstof uitgevoerd worden.
POST-DUIKMODI 65
POST DUIK OPPERVLAKTEMODUS Als u opstijgt tot 1 meter (3 voet), zal de XP 5 de oppervlaktemodus ingaan en begint uw oppervlakte-interval te tellen. OVERGANGSPERIODE De eerste 10 minuten is in feite een overgangsperiode tijdens welke de onderstaande informatie weergegeven wordt (Fig.
Log van die duik bekijken Fig. 62) Kijk op pagina 70 voor een beschrijving van de logmodus en de weergaven.
NA DE OVERGANGSPERIODE (DE EERSTE 2 UUR) Gedurende de rest van de eerste 2 uur nadat u aan de oppervlakte bent gekomen, wordt de informatie weergegeven zoals in de oppervlaktemodus. (Fig. 63) en hebt u volledige toegang tot andere modi (bijv. Plannen, vliegen, Uitwassen, Log, Instellen, PC, Sim). Toegang tot de duikplanningsmodus (planmodus)-(blz 48) Fig.
Toegang tot de Tijd tot vliegen teller • druk 2 keer op de knop Volgende (voor) tijdens de oppervlaktemodus • de eenheid keert na 2 minuten naar de oppervlaktemodus terug, tenzij u op de knop Volgende drukt voor toegang tot d eteller voor uitwassing. • Indien er tijdens de duik een overtreding ontstaan is, wordt er een enkel streepje weergegeven ( - ) i.p.v. de letters FLY. De teller voor Tijd tot vliegen (Fig.
Toegang tot de uitwas teller • druk 3 keer op de knop Volgende (voor) tijdens de oppervlaktemodus • de teller start 10 minuten nadat u aan de oppervlakte bent gekomen, bij 23:50 (uur:min) maximaal en telt af tot 0:00 (uur:min). De tijd tot uitwassen geeft de letters SAT weer en een teller (Fig. 66) die de berekende tijd biedt voor het uitwassen van stikstof uit de weefsels op zeeniveau. • Indien er tijdens de duik een overtreding ontstaan is, wordt de uitwastijd niet weergegeven.
Knopcontrole in logmodus • De voorste knop Volgende, wordt gebruikt voor toegang tot het log van een specifieke duik. • De knop aan de zijkant, Selecteren, wordt gebruikt om het tweede en derde scherm (stikstof en zuurstofgegevens) voor die duik te openen. • Wilt u terug naar de oppervlaktemodus terwijl u zich in de logmodus bevindt, dan drukt u beide knoppen tegelijkertijd gedurende 2 seconden in.
Toegang tot het tweede scherm van het log (stikstofgegevens) (Fig. 68) - Fig. 68 - Log (2e scherm) • druk 1 keer op de knop Selecteren (zijkant) Er verschijnt dan • Logmodus picto • Maximale diepte van die duik (en letters) • Verstreken duiktijd (met picto) • Temperatuur - minimum tijdens die duik (met picto) • Oppervlakte-interval - voor die duik (met picto) • Variabele opstijgsnelheidsindicator - geeft max opstijgsnelheid gedurende 4 opeenvolgende seconden tijdens die duik aan.
NA DE EERSTE 2 UUR Twee uur na de laatste duik zal de oppervlaktemodus niet meer weergegeven worden, maar de tijd tot vliegen en de teller voor uitwassing worden wisselend gedurende 3 seconden weergegeven totdat ze beiden 0:00 bereikt hebben of totdat u een nieuwe duik maakt. Toegang tot andere modi of instellingen • druk op een van de knoppen om terug te keren naar de oppervlaktemodus. • de eenheid keert weer terug naar de tijd tot vliegen en de uitwasteller na 2 minuten indien u niet op een knop drukt.
GEGEVENS NAAR EEN PC DOWNLOADEN Met behulp van speciale linkhardware kunnen duikgegevens gedownload worden van uw XP 5 naar een IBM compatibel computerprogramma met een Windows-besturingssysteem. Compatibiliteitseisen en instructies worden met het optionele downloadpakket geleverd, dat u bij uw geauthoriserde SEEMANN dealer kunt kopen. OPMERKING: Zorg ervoor dat het downloadproduct dat u aanschaft, compatibel is met de XP 5 en de computer die u gebruikt.
SIMULATIE (DEMO) MODUS 75
SIMULATIE MODUS Deze modus biedt u de mogelijkheid diverse duikmodus scenario's en computerfuncties terwijl u de diverse weergaven bekijkt. Fig. 73 - Simulatiemodus • Op ieder willekeurig moment terwijl u in de simulatiemodus bent, kunt u beide knoppen tegelijkertijd gedurende 2 seconden indrukken om terug te keren naar de echte oppervlaktemodus.
• Druk kort op de knop Selecteren (zijkant) om te wisselen tussen ON en OFF. • Druk kort op de knop Volgende (voor) om de instelling te accepteren en door te gaan naar DEMO: NI-O2 met CUR (of NEW) knipperend (Fig. 75). Indien ingesteld op NEW, worden de berekeningen gebaseerd op nul resterende stikstof en nul zuurstoflading (een schone duik). Als de instelling CUR is, houden de berekeningen rekening met alle berekende resterende stikstof en zuurstof van vorige 'echte' duiken.
Afdalen • Druk en houd de knop Selecteren (zijkant) gedurende 2 seconden ingedrukt om de duikmodus te openen. De pijl NAAR BENEDEN verschijnt knipperend (Fig. 78). • Druk kort op de knop Selecteren (zijkant) om een afdaling te beginnen met een snelheid van 1,5 m (5 ft) per seconde reële tijd. • Druk kort op de knop Selecteren (zijkant) tijdens de afdaling om de afdaling te stoppen. Fig.
Opstijgen • Druk gedurende 2 seconden op de knop Volgende (Voor) om de opstijging te openen. De pijl OMHOOG knippert nu (Fig. 80). • Druk nogmaals op de knop Volgende (Voor) om een opstijging te starten met een snelheid van 18 mpm (60 fmp) op diepten onder 18 m (60 ft) en een snelheid van 9 mpm (30 fpm) op diepten van 18 m (69 ft) en ondieper. • Druk kort op de knop Volgende (Voor) tijdens de opstijging om de opstijging te stoppen. Fig.
Gesimuleerde postduik oppervlaktemodus • De Simulatie opent de Demo oppervlaktemodus (Fig. 82) als u opstijgt tot 1 meter (3 voet) of ondieper. • Druk gedurende 4 seconden op de knop Selecteren (zijkant) voor toegang tot de Tijdversnelling. Het kleine klokpictogram begint te knipperen. • Druk kort op de knop Selecteren (zijkant) om het oppervlakteinterval te verlengen met 1 minuut per seconde reële tijd.
WAARSCHUWING: Deze functie kan alleen gebruikt worden voor huur-doeleinden in duikcentra. Het resetten van de XP 5 voor recreatief duiken voor privé-personen wordt afgeraden.
WAARSCHUWING: Herstel na een duik en gebruik daarna voor een herhalingsduik door dezelfde persoon, kan resulteren in ernstige verwondingen of de dood. RESET FUNCTIE De XP 5 is uitgerust met een RESET-functie waarmee gegevens gewist kunnen worden, waaronder stikstof en zuurstofberekeningen, het instelpunt voor de FO2, logmodus instellingen en downloadgegevens.
VERZORGING, ONDERHOUD en SERVICE 83
VERZORGING EN SCHOONMAKEN Bescherm uw XP 5 tegen schokken, extreme temperaturen, chemische blootstelling, en sabotage. Bescherm de lens tegen krassen met een transparante instrumentlensbeschermer. Kleine krasjes verdwijnen onder water vanzelf. WAARSCHUWING: Spuit nooit met een spuitbus van welk soort ook op, of in de buurt van het instrument. De spray kan het plastic beschadigen.
WAARSCHUWING: Indien een laag batterijniveau wordt aangegeven voor een duik, PROBEER DAN NIET te duiken met de XP 5, totdat de batterij vervangen is. INSPECTIES EN SERVICE Uw XP 5 moet jaarlijks door een geauthoriseerde SEEMANN-dealer nagekeken worden. Hij voert een door de fabriek voorgeschreven functiecontrole uit en hij inspecteert de eenheid op beschadiging of slijtage. Indien u de 2 jaar beperkte garantie wilt behouden, moet deze inspectie uitgevoerd worden binnen 1 jaar na aankoop (+/-30 dagen).
Service verkrijgen Lever uw XP 5 bij een geauthoriseerde SEEMANN-dealer in of stuur hem naar het dichtstbijzijnde SEEMANN regionale distributiecentrum. Uw XP 5 retourneren naar SEEMANN: • Sla alle duikgegevens in het logboek op en/of download de gegevens in het geheugen. Alle gegevens worden gewist als de fabrieksservice uitgevoerd wordt. • Verpak de eenheid in beschermend, dempend materiaal.
Batterijklepje verwijderen • Inspecteer de knop, de lens en de behuizing om er zeker van te zijn dat deze niet beschadigd is. • Indien er enig teken van vocht in de module is, GEBRUIK DEZE DAN NIET, totdat de XP 5 door een geauthoriseerde SEEMANNdealer of de SEEMANN-fabriek. • Zoek het batterijcompartement aan de achterkant.
OPMERKING: Indien de oude batterij verwijderd en de nieuwe geinstalleerd kan worden binnen 10 seconden, dan blijven de berekeningen voor zuurstof en stikstof en de instellingen voor herhalingsduiken behouden. Het verwijderen van de batterij • Verwijder het balkje dat over het onderste deel van de batterij ligt (Fig. 86a). • Verwijder de O-ring. GEBRUIK GEEN gereedschap. • Wees voorzichtig om de batterijcontacten niet te beschadigen (Fig.
Batterij-installatie • Schuif een nieuwe 3 Volt type CR2450 Lithium-batterij met de negatieve (-) kant naar beneden in het batterijgat vanaf de rechterkant en zorg ervoor dat het onder de contactclip aan de linkerrand van de ruimte valt. • Plaats de houderbalk over het onderste gedeelte van de batterij en druk hem voorzichtig op zijn plek (Fig. 87). Fig.
• Met behulp van uw vingers draait u de ring 5 graden tegen de klok in, totdat de uitsteeksels op hun plek vallen. Draai de ring dan nog 5 graden met behulp van een kleine schroevendraaier, terwijl u tegen de bovenste/linkerarm van de ring drukt (Fig. 90). Fig. 90 -Ring installatie OPMERKING: Indien voorradig, kunt u een punttang gebruiken door de punten in de gaten te zetten (Fig. 91).
REFERENTIE 91
DECOMPRESSIEMODEL Het decompressiemodel dat de XP 5 gebruikt, is gebaseerd op de niet-decompressie multilevel herhalingsduikschema's die Dr. Ray Rogers en Dr. Michael Powell zo succesvol getest hebben. Deze testen omvatten geen herhalingsduiken dieper dan 27 meter (90 voet) of decompressieduiken. Als gevolg van het huidige tekort aan statische gegeven, zijn de decompressievoorspellingen in de XP 5 gebaseerd op de US-Navy theorie.
NIET-DECOMPRESSIELIMIETEN Bekijk goed hoe anders de niet-decompressielimieten voor de XP 5 zijn in vergelijking met de U.S. Navy limieten (Fig. 97). De XP 5 duikplanner gaat niet dieper dan 48 meter (60 voet) of naar diepten waar de geprojecteerde duiktijd korter dan 1 minuut is (tenzij de planmodus ingesteld is op een uitgebreid bereik tot 99 meter/330 voet). WAARSCHUWING: Als u de XP 5 gebruikt, net als de U.S.
ZUURSTOFBLOOTSTELLINGSLIMIETEN Voorspelde blootstellingslimieten en zuurstofberekeningen bij de XP 5 zijn gebaseerd op de maximale blootstellingsduren die gepubliceerd zijn door de National Oceanic and Atmospheric Administration in de Oktoberuitgave van 1991 NOAA Diving Manual (Fig. 98). Zowel vergiftiging van het centraal zenuwstelsel (CZS) als pulmonaire zuurstofvergiftiging (longen) werden betracht toen de limieten door de NOAA gepubliceerd werden.
Duiken met nitrox-mengsels vergt speciale kennis van de variaties waarmee de duiker te maken heeft, zijn activiteiten en de uitrusting als gevolg van een verhoogd percentage zuurstof. SEEMANN adviseert u een gespecialiseerde nitrox-duikcursus te volgen bij een erkende school, voordat u met verrijkte lucht gaat duiken.
Als de XP 5 handmatig geactiveerd wordt op hoogten boven 610 meter (2.000 voet), wordt de computer automatisch gecallibreerd om de diepte in meters zoet water te berekenen i.p.v. meters zout water. Als u vervolgens afdaalt naar lagere hoogten, moet u wachten met duiken, totdat de eenheid automatisch alle reststikstof en zuurstoflading uitgewassen heeft en opnieuw ingesteld is om op de nieuwe hoogte te functioneren.
De twee uitzonderingen op deze richtlijnen zijn: • Indien een duiker minder dan en totale duiktijd van 2 uur heeft in de afgelopen 48 uur, dan kan hij een oppervlakte-interval van 12 uur aanhouden, voordat hij vliegt. • Na iedere duik die een decompressiestop inhield, moet het vliegen uitgesteld worden voor ten minste 24 uur, en zo mogelijk 48 uur.
KAN GEBRUIKT WORDEN ALS • LuchtComputer • Nitrox Computer • Digitale dieptemeter-timer SPECIFICATIES OPERATIONELE MODI • • Activering/diagnostiek Oppervlakte • • • • DuikPlanner Tijd tot vliegen teller Uitwasteller DuikLog (Datum / tijd, Stikstof, & Zuurstof) • Set Mode 1: • FO2 (21 - 50 %) • Max Diepte Alarm (10-99m/30 - 300 ft) • Verstreken duiktijdalarm (0:10 - 3:00 uur:min) • PC Interface (om data te downloaden) • Set Mode 2: • Meeteenheden (Imperisch/ Metrisch) • UurFormaat (12 / 24) • Tijd (uu
SPECIFICATIES (VERVOLG) OPERATIONELE MODI (VERVOLG) • • • • • NIET-Decompressieduik: • #1 (Huidige diepte, resterende duiktijd, maximale diepte, verstreken duiktijd, diagrammen) • #2 (Huidige diepte, resterende duiktijd, temperatuur, tijd, diagrammen) • #3 - alleen nitrox duik (Huidige diepte, resterende duiktijd, maximale diepte, huidige PO2, diagrammen) Decompressieduik: • #1 - Hoofd(huidige diepte, totale opstijgtijd, stopdiepte/tijd, diagrammen) • #2 (Huidige diepte, totale opstijgtijd, max diepte, v
SPECIFICATIES (VERVOLG) WEERGAVE RANGE/RESOLUTIE (vervolg) Numerieke weergaven: • Tijd tot vliegen • Tijd tot uitwassen • Temperatuur Range: 23:50 - 0:00 uur:min* (* start 10 min na de duik) 23:50 - 0:00 uur:min* (* start 10 min.
SPECIFICATIES (VERVOLG) OPERATIONELE PRESTATIE Functie: • Diepte • Timers Nauwkeurigheid: ±1% van volledige schaal 1 seconde per dag Duikteller: • Geeft weer: duik #1 tot 24, 0 indien nog geen duik gemaakt • Herstelt tot duik #1, bij duik (na middernacht - nieuwe 'datum') DuikLog Modus: • Slaat 24 meest recente duiken in geheugen op • Na 24 duiken wordt de 25e duik opgeslagen en de 1e gewist Hoogte: • Operationeel vanaf zeeniveua tot 4.267 meter (14.
SPECIFICATIES (VERVOLG) OPERATIONELE PRESTATIE(vervolg) Activering: • Handmatig- druk knop (aanbevolen). • Automatisch - door onder water te houden (als backup, indien ingesteld op ON). • H2O letters geven aan dat natte contacten overbrugd zijn (eenheid moet gedroogd worden voor transport of opslag). • Kan niet handmatig geactiveerd worden dieper dan 1,2 meter (4 ft) indien de wateractivering op OFF staat. • Kan niet geactiveerd worden op hoogten boven 4.267 meter (14.000 voet).
WOORDENLIJST Algoritme - Een stap voor stap wiskundige formule die ontworpen is om een bepaald resultaat te verkrijgen (bijv. de resterende duiktijd in de XP 5). Alternatieve weergave - Extra informatie toegankelijk met een druk op een van de knoppen. Batterij-indicator - Een pictogram dat knippert (tijdens de oppervlaktemodus) om een laag batterijniveau aan te geven. Bovengrens- Zie decompressiebovenstop. Buiten bereik - Het punt waarop een duikcomputer niet langer juiste duikinfo kan geven.
Multi-level duik- Een soort duikprofiel waarbij de duiker diverse tijdsperioden op verschillende diepten doorbrengt (i.t.t. vierkante golf profiel). Niet-Deco - Afkorting voor niet-decompressie. Niet-decompression - Ieder gedeelte van een duik waarbij de duiker een directe opstijging naar de oppervlakte kan maken zonder dat een decompressiestop vereist is. Nitrox - Een stikstof-zuurstof ademgasmengsel dat een hogere fractie zuurstof bevat dan lucht.
SERVICE RECORD O DI Gekocht bij _________________________ RESP Aankoopdatum _____________________ VER Serienummr _______________________ N SI LE B Hieronder alleen in laten vullen door een geauthoriseerde SEEMANN-dealer: Datum Service uitgevoerd Dealer / reparateur 111
SEEMANN SUB GmbH & Co. KG Johann-Höllfritsch-Str. 47 D-90530 Wendelstein Tel: +49 (0) 9129- 90 995- 0 Fax: +49 (0) 9129- 90 995- 50 Website: http://www.seemannsub.de E-mail: office@seemannsub.