Operation Manual

- 4 -
Voorbereiding
Laat voor de ventilatie een ruimte van ten
minste 10 cm vrij rondom het toestel. Om
onveilige situaties te voorkomen, dient u
geen voorwerpen op het toestel te plaatsen.
Gebruik dit apparaat in een tropisch en/of
gematigd klimaat.
KENMERKEN
 Kleurentelevisie met afstandsbediening.
 Er kunnen 100 zenders van VHF- of UHF-
banden of kabelzenders voor-
geprogrammeerd worden.
 Het kan kabelzenders afstellen.
 Dankzij het menugestuurde systeem is de
televisie gemakkelijk in te stellen.
 Het heeft een Euroconnectoraansluiting voor
externe toestellen (zoals een computer, vi-
deorecorder, videospelletjes, stereo-instal-
latie, enz.)
 Teletekst (optie).
 Hoofdtelefoonaansluiting mogelijk (optie)
 Directe toegang tot zenders (optie)
A.P.S. (Automatisch Programmeersysteem)
(optie)
Alle zenders kunnen benoemd worden.
 Wisselen tussen de twee laatst bekeken
zenders.
Automatisch instellen naar voor of naar
achter.
 Sleep timer.
 Geluid wordt automatisch uitgezet wanneer
er geen signaal is.
 Wanneer er geen geldig signaal wordt
gedetecteerd, schakelt de televisie na 5 mi-
nuten automatisch naar standby.
 NTSC Playback. (optie)
Veiligheidsmaatregelen
1. Voeding
Het toestel mag alleen worden aangesloten
op een stopcontact van 90-270V AC,50-60
Hz. of 170-270V AC, 50-60 Hz. Controleer of
u de juiste voltage-instelling heeft geselec-
teerd.
2. Stroomkabel
De stroomkabel moet zo gelegd worden dat
er niet over gelopen kan worden en dat hij
niet afgeklemd kan worden door voorwer-
pen die er op of tegen geplaatst zijn. Let met
name op de plaats waar de kabel op de
stekker is aangesloten, het stopcontact en
het punt waar de kabel uit het televisietoe-
stel komt.
3. Vocht en water
Gebruik dit toestel niet in een vochtige om-
geving (niet in de badkamer, in de gootsteen
in de keuken of bij de wasmachine plaat-
sen).
Stel het toestel niet bloot aan regen of water,
dat kan gevaarlijk zijn. Plaats geen voorwer-
pen op het toestel die met water gevuld zijn.
4. Schoonmaken
Neem de stekker uit het stopcontact voordat
u het toestel schoonmaakt. Gebruik geen
vloeibare reinigingsmiddelen en geen spuit-
bussen. Gebruik een zachte, droge doek.
5. Ventilatie
De gleuven en openingen op het toestel zijn
bedoeld voor ventilatie en moeten voor een
betrouwbare werking zorgen. Om oververhit-
ting te voorkomen, mogen deze openingen
in geen geval versperd of bedekt zijn.
6. Onweer
Neem de stekker uit het stopcontact bij
storm en onweer of wanneer u op vakantie
gaat.
7. Vervangingsonderdelen
Wanneer er vervangingsonderdelen nodig
zijn, moet u ervoor zorgen dat de onder-
houdsmonteur reserveonderdelen gebruikt
die gespecificeerd zijn door de fabrikant of
die dezelfde specificaties hebben als de ori-
ginele onderdelen.
Het gebruik van ongeoorloofde vervangings-
onderdelen kan leiden tot brand, elektrische
schokken of andere gevaren.
8. Onderhoud
Laat alle onderhoud uitvoeren door erkend
personeel. Verwijder de behuizing niet, want
dat kan tot elektrische schokken leiden.
DUTCH-1940UK-AK36-ORTAK 1.p65 04.07.2003, 17:454