Operation Manual

40
5-3-3. Flitsvermogen regelen
Om het vermogen te kunnen regelen, moet u Radio
Triggering Mode en ControlTL
®
in de persoonlijke
instellingen activeren.
* Zorg dat de T en ISO instellingen correct staan ingesteld
alvorens het itsvermogen bij te sturen en opnieuw te
meten.
1. Toets op de meetmethodeknop en vervolgens op
het
icoon om de radiotriggering methode te
activeren en terug te keren naar het meetscherm.
2. Druk op het vermogenicoon (
)
3. Flitsintensiteit regelen voor ControlTL
®
.
*
Stel ControlTL
®
en Standard vooraf in. (p.39)
a. Toets de ControlTL
®
zone knoppen onderaan
om A, B, C te selecteren.
b. Het vermogensregister en -waarden
worden geactiveerd naargelang zone A, B, C is
geselecteerd. De huidige waarde staat bovenaan
c. Gebruik de +/- symbolen om het vermogen bij
te regelen.
d. Herhaal stap (a) tot en met (c) voor andere
zones en instelwaarden.
e. Door de meetknop in te drukken wordt het
diafragma voor elke zone weergegeven.
f. Het totale diafragma wordt weergegeven in .
g. Druk op het pilootlampsymbool
om
de pilootlampen van de itsers aan of uit te
schakelen.
h. Druk op het radiotriggersymbool om terug te
keren naar het meetscherm.
4. Zones van standaard kanalen kunnenaan/
uitgeschakeld worden voor frequentie 17-32. Voor
frequenties 1 tot 16 kunnen de ontvangers aan/
uigeschakeld worden door de [CL] toets .
5. Let op dat kanalen en zones tussen meter en
ontvangers overeenstemmen.
Measuring Screen
(Radio Trigger mode)
instellingen
Vermogen instellen
(ControlTL
®
+
Standaard 1~16 kanalen)
Vermogen instellen
(ControlTL
®
+
Standaard 17~32 kanalen)
ControlTL
®
kanaal
& zone
Standaard
kanaal & zone
% itslicht
gemeten waarde (f-stop)