Operation Manual
41
•
De werkafstand van de radiosystemen kan variëren afhankelijk van de oriëntatie en positie van meter en ontvangers.
5-3-4. Flitsmeting in radiomodus
Activeer radio triggering in persoonlijke instellingen (p.55)
a. Toets de meetmethodeknop en vervolgens op
het icoon om radio triggering te activeren en
terug te keren naar het meetscherm.
b. Stel gewenste ISO in.
c. Stel de gewenste sluitertijd (T) in.
* Zorg dat beide instellingen binnen het
vermogen van uw its liggen.
d. Om de itsintensiteit te wijzigen, dukt u op het
symbool en maak correcties zoal beschreven
in 5-3-3.
e. Let op dat kanalen en zones tussen meter en
ontvangers overeenstemmen.
f. Druk op de meetknop op de zijkant van de
meter om de itsers te triggeren en het gemeten
diafragma weer te geven.
5-3-5.
Samengevoegde radiogestuurde itsmetingen
Activeer samengevoegde radiogestuurde itsmetingen in
persoonlijke instellingen (p.55)
1. Toets de meetmethodeknop en vervolgens op het
icoon om radio triggering te activeren en
terug te keren naar het meetscherm
2. Stel gewenste ISO in.
3. Stel de gewenste sluitertijd (T) in.
* Zorg dat beide instellingen binnen het vermogen
van uw its liggen.
4. Om de itsintensiteit te wijzigen, dukt u op het
symbool en maak correcties zoal beschreven in
5-3-3.
5. Let op dat kanalen en zones tussen meter en
ontvangers overeenstemmen
.
6. Druk op de meetknop op de zijkant van de
meter om de itsers te triggeren en het gemeten
diafragma weer te geven
7.
Herhaal deze stap (meetknop ⑧ indrukken)totdat het
gewenste diafragma bereikt is.
Het totale (samengevoegde) diafragma wordt
weergegeven en het totaal aantal itsen.
ControlTL
®
kanaal &
zone
Standaard
kanaal & zone
% its
gemeten waarde (f-stop)
ControlTL
®
kanaal
& zone
Standaard kanaal
& zone
% its
gemeten waarde
(f-stop)