Operation Manual

46 Camera
De scène selecteren
U kunt voor een geschikte modus kiezen naargelang de scène die u
wilt fotograferen.
“Camera”
[Opties]
“Modi”
“Scène”
1. Selecteer de gewenste scène.
De volgende acht modi zijn mogelijk:
“Automatisch” ( ): Automatisch aangepast aan de omgeving.
“Avond” ( ): Geschikt voor fotografie in de avond.
“Sport” ( ): Geschikt voor bewegende objecten.
“Tekens” ( ): Geschikt voor onderwerpen met hoog
contrast, zoals tekst.
“Huisdier” ( ): Geschikt voor bewegende objecten op korte
afstand.
“Tegenlicht” ( ): Geschikt om te voorkomen dat van objecten
bij tegenlicht alleen het silhouet wordt
afgetekend.
“Portret” ( ): Geschikt voor een portret.
“Portret in donker” ( ):
Geschikt voor een portret binnenshuis of bij
schemer.
De beeldeffecten selecteren
U kunt een foto maken met speciale effecten.
“Camera”
[Opties]
“Modi”
“Camera-effecten”
1. Selecteer de gewenste effecten.
De volgende vijf modi zijn mogelijk:
“Uit”: Er is geen camera-effect.
“Sepia”: Maakt een foto in sepiatint.
“Zwart-wit”: Maakt een foto in zwart-wit.
“Negatief”: Maakt een foto in negatief.
“Schets”: Maakt een schetsachtige foto met
afgetekende contouren van objecten.
Opmerking
U kunt geen camera-effecten gebruiken voor foto’s met een
afbeeldingsformaat dat groter is dan 480
×
640 dots.
Fotoserie
Er zijn verschillende modi beschikbaar voor het maken van fotoseries.
“Camera”
[Opties]
“Modi”
“Fotoserie”
1. Selecteer de gewenste modus.
De volgende opties zijn voor een fotoserie beschikbaar:
“Uit”: De fotoseries worden geannuleerd.
“4 foto’s”/“9 foto’s” ( / ):
Met deze optie maakt u achtereenvolgens 4
of 9 foto’s.
Als u deze optie hebt geselecteerd, maak
dan een keuze uit vijf snelheden of kies
“Handmatig”.
“Overlappend” ( ):Overlapt de foto’s van een fotoserie in één
foto en maakt een totaalbeeld.
Nadat u deze optie hebt gekozen, selecteert
u “Snel” of “Normaal”.
“Reeks” ( ): Maakt 9 foto’s achter elkaar met
verschillende kleur- en helderheidniveaus.
Nadat u deze optie hebt gekozen, selecteert
u “Snel” of “Normaal”.