Operation Manual

98 Instellingen
Systeemafbeeldingen
De telefoon kan zo worden ingesteld dat afbeeldingen worden
weergegeven bij het aan- of uitzetten van de telefoon, bij ontvangst
van een inkomend gesprek of tijdens het alarm.
U kunt foto’s gebruiken die zijn gemaakt met een digitale camera of
afbeeldingen die vanaf een WAP-site zijn gedownload.
Standaardafbeelding/patroon gebruiken
“Instellingen”
“Display-instellingen”
“Systeemafbeeldingen”
1. Selecteer de situatie waarin de afbeelding moet verschijnen.
2. Selecteer “Stand.afbeeld.” wanneer u bij stap 1 de optie
“Aanzetten telefoon” of “Uitzetten telefoon” selecteert.
Selecteer “Rinkelen 1”, “Rinkelen 2” of “Rinkelen 3” als u bij stap
1 “Inkomend gesprek” of “Alarm” selecteert.
Afbeelding gebruiken uit Mijn afbeeldingen
“Instellingen”
“Display-instellingen”
“Systeemafbeeldingen”
1. Selecteer de situatie waarin de afbeelding moet verschijnen.
2. Selecteer “Mijn afbeeldingen”.
3. Selecteer de gewenste afbeelding.
4. Druk na het weergeven van de afbeelding op .
5. Geef met de navigatietoetsen het gebied aan dat u wilt
weergeven.
Opmerking
Sommige afbeeldingen kunnen niet worden gebruikt vanwege het
afbeelding- of gegevenstype.
Als er al een afbeelding uit Mijn afbeeldingen is geselecteerd, dan
wordt deze bij stap 2 weergegeven. Druk op [Wijzigen] en selecteer
de gewenste afbeelding.
De dikte van de letters instellen
“Instellingen”
“Display-instellingen”
“Lettertype-inst.”
1. Selecteer “Smal”, “Normaal”, “Vet” of “Vetter”.
Er wordt een voorbeeld van de geselecteerde letterdikte
weergegeven.
Begroeting selecteren
U kunt instellen welk bericht moet worden weergegeven wanneer de
telefoon wordt ingeschakeld.
“Instellingen”
“Display-instellingen”
“Begroeting”
“Aan/uitzetten”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
2. Selecteer “Bericht bewerk.” en voer het bericht in (maximaal
10 karakters).
(M 12-2-2)
(M 12-2-3)
(M 12-2-4)