Operation Manual

1
Verwijder het deksel van het
batterijvak op de achterkant van
de afstandsbediening.
2
Leg twee batterijen in het vak en
let hierbij op de polen ± en .
Op het display verschijnen
lijnen als de batterijen correct
zijn ingelegd.
3
Breng het deksel van het batterij-
vak opnieuw aan.
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
N-6
OPMERKINGEN:
Bij normaal gebruik hebben de batterijen een levensduur van ongeveer één jaar.
Bij het vervangen van de batterijen moeten altijd beide batterijen tegelijk worden
vervangen door nieuwe batterijen van hetzelfde type.
Als de afstandsbediening na het vervangen van de batterijen niet goed functioneert,
verwijder dan de batterijen en leg ze na ongeveer 30 seconden terug.
Verwijder de batterijen van de afstandsbediening wanneer het toestel gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt.
Richt de afstandsbediening op het
ontvangstvenster van de binnen-
unit en druk op de gewenste toets.
De eenheid geeft een geluids-
signaal wanneer het signaal van de
afstandsbediening is ontvangen.
Zorg ervoor dat er geen gordijnen of
andere voorwerpen tussen de afstands-
bediening en de binnen-unit zijn.
De afstandsbediening heeft een bereik
van ongeveer 7 meter.
BATTERIJEN PLAATSEN Gebruik twee AAA-batterijen (R03).
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
Deksel van
batterijvak
+
+
−
−