Operation Manual

24
3
Hoofdstuk 3
Dit hoofdstuk beschrijft de basisfuncties en andere kopieerfuncties.
NORMAAL KOPIEREN
De glasplaat gebruiken
1
Open de RSPF en plaats het origineel op de glasplaat met de
kopiezijde naar beneden.
[Het plaatsen van het origineel]
Leg het origineel gelijk met de schaalverdeling en
de centreermarkering. ( ).
2
Sluit voorzichtig de RSPF.
3
Stel het aantal kopieën en andere kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
Het kopiëren van boeken of originelen met vouwen of kreukels
Druk tijdens het kopiëren op de RSPF zoals op de
afbeelding. Wanneer de RSPF niet volledig gesloten
is kunnen er schaduwen ontstaan op de kopie of kan
de afdruk vaag zijn. Strijk originelen met vouwen of
kreukels goed glad voordat u deze plaatst.
De glasplaat kan originelen tot een grootte van A4 scannen.
Wanneer er een kopie wordt gemaakt, zullen de randen niet worden
gekopieerd (beeldverlies). Zie "TECHNISCHE SPECIFICATIES"
(p.91) voor meer informatie over beeldverlies.
Druk op [WIS] toets ( ) als u het lopende kopieerproces wilt onderbreken.
Zie pagina 27 tot en met 39 voor informatie over de kopieerinstellingen.
Opmerkingen
markering
Origineel schaalverdeling
Opmerkingen
HET MAKEN VAN KOPIEËN