Operation Manual

18
2
Hoofdstuk 2
KOPIEERFUNCTIES
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de basiskopieerfuncties zoals normaal kopiëren, verkleinen of vergroten en
aanpassing van de belichting.
NORMAAL KOPIEREN
Dit gedeelte beschrijft hoe u een normale kopie kunt maken.
Voer uw 3-cijferig accountnummer in wanneer de "Accountregeling" is geactiveerd (p.51).
Kopiëren vanaf de origineelplaat
1
Open de origineelklep/SPF/RSPF en
plaats het origineel.
Plaats het origineel op de
kopieerplaat met de
kopiezijde naar beneden.
Leg het origineel binnen
de juiste schaalverdeling.
2
Sluit de origineelklep/SPF/RSPF
3
Druk op de [ORIGINEELFORMAAT
INSTEL]-toets ( ) en selecteer het
origineelformaat.
Nadat het
origineelformaat is
geselecteerd zal de lade
met hetzelfde formaat
papier automatisch
worden geselecteerd.
Verzeker u ervan dat de PAPIERFORMAAT-indicator gaat
branden.
Als deze indicator niet brandt, is er geen lade met hetzelfde
papierformaat. Plaats papier van het vereiste formaat in de
lade of selecteer [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om te
kopiëren via de handinvoerlade.
De handinvoerlade moet handmatig worden geselecteerd.
Om kopieën te maken op papier van een ander formaat dan
het origineel, selecteert u het papier met de
[PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ).
4
Stel het aantal kopieën in.
5
Druk op de [START]-toets ( ) om het
kopiëren te starten.
De kopie komt terecht in
de kopie-uitvoerlade.
Originelen met afmetingen tot A3 (11" x 17")
kunnen op de origineelplaat worden
geplaatst.
Opmerking
De kopie-uitvoerlade kan tot 250 vel papier
bevatten.
Ongeveer een minuut nadat het kopiëren is
beëindigd, wordt de "Automatische wisfunctie"
geactiveerd waardoor alle kopieerinstellingen
weer terug worden gezet naar de begininstelling
(p.12). De instellingen voor "Automatische
terugsteltijd" kunnen worden gewijzigd in de
gebruikersprogramma's. (p.44)
Druk op [WIS]-toets ( ) om het kopieerproces
te onderbreken.
ENTER
Opmerking
!Chapter2.fm Page 18 Friday, February 6, 2004 2:37 PM