Operation Manual

40
DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN
De procedure voor het plaatsen van het origineel is hetzelfde als voor het kopiëren. Zie "
"NORMAAL KOPIEREN" (p.18)
SCANNEN MET BEHULP VAN DE MACHINE-TOETSEN
Hieronder volgt een uitleg van de procedure voor scannen met de [SCAN]-toets ( ) en de [SCAN MENU]-toets.
Wanneer het scannen via deze methode wordt uitgevoerd, zal de toepassing die in het Knoppenbeheer is ingesteld
automatisch starten en de gescande afbeelding in deze toepassing worden geplakt.
1
Druk op de [SCAN]-toets ( ).
Wanneer de
SCAN-indicator gaat
branden, staat de
machine in de
scanfunctie.
Wanneer de machine in
de scanfunctie wordt
gezet verschijnt één van
de displays hier links,
afhankelijk van de poort
die wordt gebruikt voor
de verbinding.
Druk één of meerdere keren op de scan-toets om de gewenste
poort te selecteren wanneer zowel de USB 1.1 als de USB 2.0
poort is aangesloten. De poorten zijn geselecteerd in de
volgorde "U_2", "U_1", "Scanfunctie uit".
2
Plaats het origineel in de handinvoerlade
of op de origineelplaat.
3
Druk op een van de [SCAN MENU]-toetsen
om het scannen de starten.
De display geeft het cijfer
weer van het [SCAN
MENU] dat u heeft
ingevoerd en dit cijfer
brandt en de
SCAN-indicator knippert.
De scannerfunctie kan niet worden gebruikt in de volgende situaties:
Wanneer er een papierstoring optreedt (papier- of origineelstoring in de SPF/RSPF).
Er gebruikersprogramma's worden gebruikt.
De papierformaatlade wordt ingesteld.
De Automatische belichtingsafstelling bezig is.
Wanneer de toner besparingsfunctie is geactiveerd.
De kopieermachine wordt gebruikt in de kopieerfunctie.
De voor- of zijkleppen openstaan.
Opmerking
Druk op de [SCAN]-toets ( ) wanneer de machine in de kopieerfunctie staat en deze in de scannerfunctie te
zetten en de eerder ingestelde kopieerinstellingen te wissen.
Opmerking
Druk op de [SCAN]-toets ( ) of op de
[WIS ALLES]-toets ( ) om vanuit de
scannerfunctie terug te keren naar de
kopieerfunctie.
Raadpleeg "BEDIENING VAN KOPIEER-,
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES" voor
de beperkingen met betrekking tot het
kopiëren en afdrukken met de
scannerfunctie en de beperkingen voor de
scanfunctie tijdens het kopiëren of
afdrukken.
(p.41)
Open eerst de klep van de invoerrol en
verwijder het origineel als u het moeilijk
vindt om het origineel uit de
origineelinvoerlade te verwijderen.
Wanneer u het origineel verwijdert zonder
de klep van de invoerrol te openen, kan het
origineel bevuild raken.
1
2
12
Opmerking