Operation Manual
45
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
5
7
Beelddraaiing
*2
0: UIT
1: AAN
•
Wanneer de automatische papierkeuzefunctie is
geactiveerd en er geen papier aanwezig is in
hetzelfde formaat of dezelfde richting als het
origineel, selecteert deze functie automatisch papier
van hetzelfde formaat dat is geladen in de
tegenovergestelde richting en roteert vervolgens de
afbeelding met 90 graden zodat de afbeelding in de
correcte richting op het papier wordt gekopieerd.
•
Wanneer de automatische kopieerfactorfunctie actief
is en het origineel en het kopieerpapier in
tegengestelde richting wordt geladen, roteert deze
functie de afbeelding zo dat de afbeelding in de
correcte richting op het papier wordt gekopieerd.
8
Automatisch
papierkeuze
0: UIT
1: AAN
•
Deze functie selecteert automatisch papier van hetzelfde
formaat als het origineel dat is geplaatst in de SPF/RSPF, of
papier van hetzelfde formaat zoals geselecteerd met de
[ORIGINEELFORMAAT INSTEL]-toets ( ). Deze
functie kan worden uitgezet.
9
Automatische
papierlade-omschakeling
0: UIT
1: AAN
•
Wanneer het papier in de papierlade tijdens het
kopiëren opraakt en er een andere papierlade is met
hetzelfde papierformaat en invoerrichting, schakelt
deze functie automatisch over op deze papierlade
(met uitzondering van de handinvoerlade). Deze
functie kan worden uitgezet.
10
tot 15 Accountregeling -
Zie "ACCOUNTREGELING-INSTELLINGEN". (p.48)
16
Wisbreedte-instelling
*2
1: 0 mm (0")
2: 5 mm (1/4")
3: 10 mm (1/2")
4: 15 mm (3/4")
5: 20 mm (1")
•
Gebruik deze functie om de wisbreedte van
schaduwen rondom de kantlijnen en boekbanden in
te stellen wanneer een boek of gelijksoortige
originelen worden gekopieerd.
17
Lay-out in 2-IN-1
kopieën
*2
1: Patroon 1
2: Patroon 2
•
Gebruik deze instelling om het lay-outpatroon te selecteren
wanneer twee originelen worden gekopieerd op een
enkelzijdige kopie (zie pagina 34 voor de lay-outpatronen).
18
Lay-out in 4-IN-1
kopieën
*2
1: Patroon 1
2: Patroon 2
3: Patroon 3
4: Patroon 4
•
Gebruik deze instelling om het lay-outpatroon te
selecteren wanneer vier originelen worden
gekopieerd op een enkelzijdige kopie (zie pagina 34
voor de lay-outpatronen).
19
Staffelfunctie van
kopie-uitvoerlade
0: UIT
1: AAN
•
Indien geactiveerd verschuift de staffelfunctie de positie van
onderbrekende kopieeropdrachten in de kopie-uitvoerlade
kopiesets tijdens sorteer/groepeer kopieeropdrachten.
20
Beelddraaiing bij
dubbelzijdig
kopiëren
*3
0: UIT
1: AAN
•
Wanneer een enkelzijdig, verticaal "staand" origineel
is geplaatst in een horizontale richting B4 of A3
(8-1/2" x 14" of 11" x 17 formaat) om hiervan
dubbelzijdige kopieën te maken, zullen de boven- en
onderkant van de abeeldingen op de voor- en
achterzijde tegenover elkaar liggen. Met deze functie
kunnen de boven- en onderkant op eenvoudige wijze
worden gelijkgesteld.
21
Plaats van de
kantlijn
*2,*3
1: Linkerkantlijn
2: Bovenkantlijn
•
Gebruik deze instelling om te wisselen tussen de
bovenkantlijn en de linkerkantlijn.
22
Kantlijnbreedte
*2
1: 0 mm (0")
2: 5 mm (1/4")
3: 10 mm (1/2")
4: 15 mm (3/4")
5: 20 mm (1")
• Gebruik deze instelling om de breedte van de
kantlijn in te stellen.
23
Resolutie in de
Auto/Handmat-functie
1: 300dpi
2: 600dpi
•
Deze instelling wordt gebruikt om de kopieerresolutie
naar AUTOMATISCHE te veranderen en de
HANDMAT modus van 600 x 300 dpi naar 600 x 600
dpi (hoge kwaliteit modus) te veranderen. Het
scannen wordt langzamer wanneer de hoge
kwaliteitsmodus gebruikt wordt.
Programma-
nummer
Programmanaam
Instelcodes
(de fabrieksinstelling is
vetgedrukt)
Uitleg
ENTER
*
2
Op modellen met een tweevoudig functieboard.
*
3
Op modellen met automatisch dubbelzijdig kopiëren.
!Chapter5.fm Page 45 Thursday, February 12, 2004 8:56 AM