Operation Manual

50
HOOFDSTUK-6: WASVOORBEREIDING (WASMIDDELKEUZE EN
HET PLAATSEN VAN WASMIDDEL IN DE MACHINE)
De hoeveelheid wasmiddel die u in uw machine moet plaatsen hangt af van de
volgende criteria:
Uw wasmiddelgebruik is afhankelijk van de vuilgraad van uw wasgoed.
Gebruik geen voorwas voor weinig vuile was en doe de juiste hoeveelheid
wasmiddel in het 2e vak van de wasmiddellade.
De voorwasfunctie kan worden gebruikt voor uw hele vuile was. Plaats, als
u gaat voorwassen, 1/4 van het wasmiddel dat u normaalgesproken in het
wasmiddelvak doet met het wasmiddelschepje in wasmiddelvak 1, en doe de
resterende 3/4 in het wasmiddelvak 2.
Gebruik in uw machine wasmiddelen die zijn gemaakt voor automatische
wasmachines. Volg het advies van wasmiddelfabrikanten op bij het bepalen
van de hoeveelheid wasmiddel dat u met uw wasgoed gaat gebruiken.
Hoe harder het water is, hoe meer wasmiddel u moet gebruiken.
De hoeveelheid wasmiddel dat u gebruikt verhoogt naarmate de hoeveelheid
wasgoed vermeerdert.
Doe de wasverzachter in het wasverzachtervak in de wasmiddellade. Vul
niet voorbij het MAX-niveau. Anders stroomt de wasverzachter in het waswa-
ter.
Dikvloeibare wasverzachters moeten worden verdund voordat ze in de lade
worden gedaan. Dikvloeibare wasverzachter verstopt de stroom en laat de
wasverzachter niet vloeien.
U kunt vloeibaar wasmiddel in alle programma´s zonder voorwas gebruiken.
Steek hiervoor het apparaat voor vloeibaar wasmiddel in het tweede vak van
de wasmiddellade en vul het vloeibare wasmiddel niet voorbij het maximale
niveau en in hoeveelheden volgens aanbevelingen van de wasmiddelfabrikant.
(Zie pagina 33 over de plaats van het apparaat voor vloeibaar wasmiddel in de
wasmiddellade).