Operation Manual

<P=002>
1
Druk op de rechts afgebeelde toetsen.
FAX/TEL # verschijnt op het display.
2
Toets "1" om (INST.) te selecteren.
FUNCTION
3
1
3
Voer een getal met 2 cijfers in (van "01"
tot "99") door de numerieke toetsen in te
drukken. Dit is dan het
verkortkiesnummer.
(Voorbeeld:)
4
Voer het fax- of telefoonnummer in door
de numerieke toetsen in te drukken (max.
32 getallen incl. pauzes).
Wanneer u zich op een PBX bevindt,
moet u de toegangscode voor het
openbare net niet invoeren. Wanneer
het nummer binnen uw PBX is, voegt
u een R in voor het nummer.
(Voorbeeld:)
5
Druk op de START toets.
6
Voer de naam van de plaats of persoon
in door op de desbetreffende numerieke
toets voor elke letter verschillende keren
in te drukken tot de letter in het display
verschijnt (max. 20 karaktertekens). (Zie
"Het invoeren van letters voor namen" in
dit hoofdstuk voor nadere details.)
Wanneer u geen naam wilt invoeren,
kunt u deze stap overslaan.
Voorbeeld:SHARP
7
Druk op de START toets.
8
Ga terug naar stap 3 om een ander
nummer op te slaan of druk op STOP
om de functie te verlaten. Wanneer het
nummer wordt gebruikt voor het kiezen
met een snelkiestoets, kunt u de naam op
het etiket boven de overeenkomstige
snelkiestoets schrijven.
Stap 3of
START
5
5
5
1
4
3
2
START
STOP
0
1
7
7
7 7 7 7
4 4 4
2
2
7 7 7 7
SPEAKER
7
Hoofdstuk2InitiÎ leinstellingen
23