Operation Manual

73
Aanhangsel
Oplossen van problemen
Probleem Controle Blz.
Geen beeld en geen
geluid of de projector start
niet.
Het netsnoer van de projector is niet in het stopcontact gestoken.
27
De aangesloten apparatuur is niet ingeschakeld.
De verkeerde ingangsfunctie is gekozen.
33
De AV DEMPING werkt. 33
De kabels zijn verkeerd aangesloten op de projector. 21–25
De batterij van de afstandsbediening is leeg. 16
De externe uitgang is niet ingesteld bij aansluiting op een
notebookcomputer.
Indien de aangesloten digitale DVI apparatuur ingeschakeld is voordat
de “DVI-D” ingangsmodus geselecteerd is op de projector, dan wordt
het beeld mogelijk niet correct of geheel niet weergegeven. Verzeker u
ervan dat de juiste invoer modus geselecteerd is op de projector
voordat u aangesloten apparatuur inschakelt.
21
Het deksel van de lampeenheid is niet juist aangebracht. 67, 68
Geluid maar geen beeld
(of beeld is donker).
De kabels zijn verkeerd aangesloten op de projector.
21–25
“Helder” staat in de minimumstand. 44
Afhankelijk van de computer die u gebruikt, kan het gebeuren dat er
geen beeld wordt weergegeven als de uitgangssignaal-instelling van de
computer niet op de externe uitgang is ingesteld. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de computer voor het omschakelen van de
uitgangssignaal-instelling.
Is “Aan” geselecteerd in “DLP
®
Link
TM
”?
58
Donker of blauwig beeld
Controleer of de “Wandkleur” juist is gecon gureerd.
50
Kleuren zijn fl ets of niet
goed.
De beeldinstellingen zijn niet juist gemaakt.
44
(S-VIDEO, VIDEO-ingang alleen)
Het video-ingangssysteem is verkeerd ingesteld.
(COMPUTER/COMPONENT1, 2, COMPONENT, DVI-ingang alleen)
Ingangssignaaltype (RGB/Component) is niet juist ingesteld.
47
44
Beeld is wazig;
met ruis.
Stel het beeld scherp.
31
De projectie-afstand is groter dan het scherpstelbereik.
Wanneer een optionele lens is bevestigd, raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de lens.
Er is condens op de lens. Als de projector van een koude naar een warme
ruimte wordt gebracht, of als de ruimte plotseling sterk wordt verwarmd, kan
er condens op het oppervlak van de lens ontstaan en zal het beeld wazig zijn.
Laat de projector in dit geval minimaal een uur acclimatiseren voordat u het
apparaat gebruikt. Mocht er toch condens ontstaan, haal dan de stekker uit
het stopcontact en wacht totdat alle condens verdwenen is.
(Alleen voor computeringang)
Voer de “SIG-INS” instellingen uit (“Klok” en “Fase” instelling)
Schakel het LCD-display van de notebookcomputer uit.
Afhankelijk van de computer kunnen er soms storingen zijn.
46
Wel beeld maar geen
geluid.
De kabels zijn verkeerd aangesloten op de projector.
21–25
Het volume staat in de minimumstand.
Als de projector op een extern apparaat is aangesloten en het volume
in de minimumstand staat, zal er geen geluid worden uitgevoerd, ook
wanneer u het volume op het externe apparaat verhoogt.
33
“Luidspreker” is ingesteld op “Uit”.
De AV DEMPING werkt.
53
33