Operation Manual

Belfuncties 19
Belfuncties
Bellen
1. Voer het gewenste net- en abonneenummer in en druk
op D om te bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op
[Wissen] om het nummer links van de cursor te
verwijderen.
Noodoproepen
1. Voer met de toetsen het nummer 112 (internationaal
noodnummer) in en druk op D om te bellen.
Opmerking
Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk
noodoproepen tot stand te brengen wanneer bepaalde
netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn.
Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer
informatie.
Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt om,
met of zonder SIM-kaart, in een land een alarmnummer
te bellen wanneer een GSM-netwerk binnen bereik is.
Internationale gesprekken
1. Houd Q ingedrukt totdat het teken “+” (internationaal
voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer de landcode in, gevolgd door het netnummer
(zonder de voorloopnul) en het telefoonnummer en
druk op D om te bellen.
Snelkiezen
Uit het geheugen (telefoon of SIM) van het Telefoonboek
kunnen maximaal 8 telefoonnummers worden toegewezen
als snelkiesnummer. Met de cijfertoetsen (H t/m O)
kunt u de nummers bellen.
Voor bijzonderheden over het instellen van Snelkiezen, zie
“Snelkiezen” op pagina 36.
1. Om met de snelkiesfunctie een nummer te bellen, houdt
u een van de cijfertoetsen ingedrukt (H t/m O).
Het telefoonnummer dat opgeslagen is onder
Snelkiezen wordt gebeld.