Operation Manual

Beginnen 17
4. Sluit het deksel.
Opmerking
De miniSD-geheugenkaart kan met uw telefoon niet
worden gebruikt.
Zorg ervoor dat de telefoon uitgeschakeld wordt voordat
u de geheugenkaart plaatst.
Gebruik alleen SD-geheugenkaarten tot 512 MB, of
MMC tot 128 MB.
Let erop dat u de kaart niet achterstevoren of
ondersteboven in de telefoon plaatst.
De SD-geheugenkaart heeft een wisbeveiligingsschuifje
waarmee u kunt voorkomen dat u abusievelijk gegevens
wist. Als u het schuifje naar de vergrendelde stand
schuift, kunt u bestanden niet opslaan of verwijderen.
Open het deksel van de geheugenkaartsleuf niet terwijl
de geheugenkaart wordt geformatteerd of wanneer u
gegevens op de geheugenkaart opslaat. De kaart kan
anders zo beschadigd raken dat u deze niet meer kunt
gebruiken.
Houd geheugenkaarten uit de buurt van kleine kinderen.
Mapconfiguraties geheugenkaart
Op de geheugenkaart worden vier mappen gemaakt:
PICTURES, SOUNDS, VIDEOS en BACKUP. In de
betreffende mappen worden afbeeldingen, geluiden en
videoclips opgeslagen.
Tip
Wanneer de geheugenkaart in gebruik is, ziet u de
volgende symbolen:
: Verschijnt wanneer de kaart is geplaatst.
: Verschijnt wanneer de kaart is geplaatst en
vergrendeld.
: Verschijnt wanneer de kaart beschadigd is of niet
kan worden gebruikt.
: Verschijnt wanneer de kaart vergrendeld en
beschadigd of onbruikbaar is.
: Verschijnt wanneer er door de telefoon op de kaart
wordt geschreven of gelezen.
: Verschijnt wanneer de kaart wordt geformatteerd.
2
1