Operation Manual

56 Camera
Afstemmen op de lichtomstandigheden
De helderheid van het beeld instellen
Druk op a of b om de helderheid van het beeld te
wijzigen.
Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standby-scherm
worden de instellingen voor helderheid teruggezet naar de
standaardinstelling.
Gemaakte foto’s weergeven
Gemaakte foto’s in het telefoongeheugen of op de
geheugenkaart kunnen worden weergegeven.
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Mijn afbeeldingen” te
selecteren, en druk vervolgens op of
A
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
3. Druk op a of b om het gewenste geheugen te
selecteren en druk vervolgens op om uw keuze te
bevestigen.
De lijst met foto’s wordt weergegeven.
4. Druk op a of b om de bestandsnaam te selecteren die
u wilt bekijken, en druk vervolgens op om uw
keuze te bevestigen.
De geselecteerde foto wordt weergegeven.
5. Als u klaar bent, druk dan op C [Vorige] om terug te
keren naar de lijst.
Tip
Aan uw foto’s worden bestandsnamen gegeven in de
vorm van “pictureNNN.jpg” voor het telefoongeheugen
of “pictureNNNNN.jpg” voor de geheugenkaart (NNN
of NNNNN is een volgnummer).
De bestandsnaam (zonder extensie), de datum en het
formaat van uw afbeeldingen worden weergegeven in de
lijst.
Gebruik van de zelfontspanner
Een foto nemen met de zelfontspanner
1. Druk in de modus van de digitale camera op A
[Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2. Druk op a of b om “Zelfontspanner” te selecteren, en
druk vervolgens op of
A
[Selecteren] om uw keuze
te bevestigen.
3. Druk op a of b om “Aan” te selecteren, en druk
vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
” of “ ” verschijnt op het scherm en de telefoon
keert terug naar de modus van de digitale camera.
4. Druk op of op de omlaag-toets aan de zijkant om de
zelfontspanner te starten.
10 seconden na inschakeling van de zelfontspanner
klinkt de sluiter en neemt de camera een foto.