Operation Manual

62
PC-besturing van de TV
Nadat de juiste instellingen op de PC zijn gemaakt, kunt
u de TV vanaf de PC bedienen via RS-232C of IP. U
kunt op de PC het ingangssignaal (PC/video) kiezen, het
volume instellen en tevens diverse andere afstellingen
en instellingen maken, zodat u de beschikking hebt over
automatische geprogrammeerde weergave.
Gebruik een RS-232C seriële bedieningskabel (cross-
type), een ETHERNET kabel (los verkrijgbaar) of een
draadloze LAN USB-adapter voor het maken van de
verbinding.
OPMERKING
De diverse instellingen op de PC moeten worden
gemaakt door een persoon die vertrouwd is met PC’s.
Communicatievoorwaarden voor IP
LAN
ETHERNET kabel (los verkrijgbaar)
Maak verbinding met de TV met de volgende
instellingen voor IP op de PC.
IP-protocol
TCP/IP
Host IP-adres
Stel het IP-adres in op het
TV-menu
Service
Geen (selecteer niet Telnet
of SSH)
TCP-poortnummer
Stel een poortnummer
in op het TV-menu
(bedieningspoort)
Wanneer u uw ID en wachtwoord op het TV-menu
instelt, moet u deze invoeren zodra u verbinding
maakt met de TV.
OPMERKING
De verbinding wordt verbroken wanneer er langer dan 3
minuten geen communicatie is.
Instell. IP-regeling
1 Ga naar “HOME” > “IP-regeling” > selecteer
“Wijzigen”.
2 Om de IP-regeling te gebruiken, selecteert u
“Inschakelen”.
3 Stel de apparaatnaam in.
4 Stel uw inlog-ID en wachtwoord in.
5 Stel de poort in die met de IP-regeling moet
worden gebruikt.
6 Controleer de instellingen en druk dan op “OK”.
Communicatievoorwaarden voor RS-232C
RS-232C seriële bedieningskabel (cross-type)
(los verkrijgbaar)
Stel de RS-232C communicatieparameters op
de PC zodanig in dat deze overeenkomen met
de communicatie-instellingen van de TV. De
communicatie-instellingen van de TV zijn als volgt:
Baudsnelheid
9.600 bps
Datalengte
8 bits
Pariteitsbit
Geen
Stopbit
1 bit
Datatransportbesturing
Geen
Communicatieprocedure
Zend de besturingscommando’s vanaf de PC via de
RS-232C aansluiting.
De TV functioneert overeenkomstig de ontvangen
commando’s en stuurt een responssignaal naar de PC.
Stuur niet meerdere commando’s tegelijk. Wacht
totdat op de PC de OK respons is ontvangen voordat
u het volgende commando stuurt.
Zorg dat u “A” meezendt met de retourcode en
controleer of “ERR” wordt teruggezonden voordat u
begint.
Commandoformaat
Acht ASCII codes +CR
nop
C1 C2 C3 C4 P1 P2 P3 P4
Commando (vier cijfers): Commando. De tekst
bestaat uit vier tekens.
Parameter (vier cijfers): Parameter 0_9, spatie,
?, min
Retourcode (0DH): ?
Parameter
Voer de parameterwaarden in, vanaf links, en vul
de resterende vakjes met spaties (zorg dat er vier
waarden voor de parameter worden ingevoerd).
Wanneer de ingevoerde parameter niet binnen het
toelaatbare bereik is, verschijnt de foutmelding
“ERR” (zie “Responsecode-formaat”).
0055
100
0009
0
Wanneer bij sommige commando’s “?” wordt
ingevoerd, verschijnt de huidige ingestelde waarde.
????
Responscode-formaat
Normale respons Probleem-respons
(communicatiefout of
verkeerd commando)
OK
ERR
Retourcode (0DH) Retourcode (0DH)
Aansluiten van een PC