Operation Manual

2-40
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
Druk op de toets papierformaat van de handinvoerlade.
Als u op de toets [Extra Formaat] drukt, verschijnt het invoerscherm voor het papierformaat.
Druk op de cijferweergavetoets voor X (breedte) om een
cijferinvoerscherm te openen. Voer de breedte van het
papier met de cijfertoetsen in, en druk op [OK] in het
cijferinvoerscherm.
Druk op de cijferweergavetoets voor Y (hoogte) om een
cijferinvoerscherm te openen. Voer de hoogte van het
papier met de cijfertoetsen in, en druk op [OK] in het
cijferinvoerscherm.
7
Selecteer de handinvoerlade.
(1) Druk op de papierformaattoets van de
handinvoerlade.
(2) Druk op de toets [OK].
8
Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT].
Het scannen begint.
Als de originelen in de origineelinvoerlade zijn geplaatst, worden de originelen gekopieerd.
Als u de originelen op de glasplaat hebt geplaatst, wordt elke pagina afzonderlijk gescand. Vervang de originelen en druk
op [START] wanneer u de sorteerfunctie gebruikt. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op [Lezen Klaar].
(Gebruik dezelfde [START]-toets die u voor het eerste origineel gebruikte ook voor het tweede origineel en alle volgende
originelen.)
Als u het scannen van het origineel en het kopiëren wilt annuleren...
Druk op de toets [STOP] ( ).
Papierformaat
Papierlade
Doorvoerlade
OK
Normaal papier
Normaal papier
Normaal papier
2. A4R
A4
3. B4
4. A3
1.
Normaal papier
A4 Normaal papier
(1) (2)
OK
OK
(148~432)
mm
(100~297)
mm
420
X
Y
297
Type/Formaatinstelling Handinvoer
Invoer Formaat
X420 Y297
X420 Y297
X420 Y297
AB
Inch
U kunt het getal ook wijzigen met de toetsen .
Opgeslagen extra papierformaten worden in de toetsen aan de linkerzijde van het scherm weergegeven. Opgeslagen
extra papierformaten worden in de systeeminstellingen opgeslagen. Meer informatie vindt u bij "Papierlade-Instellingen"
(pagina 7-13) in "7. SYSTEEMINSTELLINGEN". Als de toets voor het gewenste formaat wordt weergegeven, druk er dan
op.