Operation Manual

4-8
FAX
Inhoudsopgave
BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE
Dit scherm kunt u gebruiken om de instellingen en handelingen van de faxfunctie te selecteren.
(1) Modustoetsen
Gebruik deze toetsen om te wisselen tussen de modi
kopiëren, beeld verzenden en documentarchivering.
Als u wilt overschakelen naar faxmodus, drukt u op de
toets [BEELD VERZENDEN].
(2) Het laat verschillende berichten en bestemming zien
die zijn ingevoerd.
Het pictogram aan de linkerkant duidt de faxfunctie
aan.
(3) Verzendmodustabs
Gebruik deze toetsen om de modus van de functie beeld
verzenden te wijzigen. Modustabs die niet gebruikt
kunnen worden omdat de betreffende opties niet zijn
geïnstalleerd, verschijnen niet.
Als de tab [Faxen] niet verschijnt, drukt u op de
tab om het scherm te wijzigen.
BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE (pagina
4-7)
(4) Toets [Adresboek]
Druk op deze toets om te bellen door gebruik te maken
van een sneltoets. Als op de toets wordt gedrukt,
verschijnt het Adresboek.
EEN FAXNUMMER OPROEPEN VANUIT HET
ADRESBOEK (pagina 4-18)
(5) [Direct TX]-toets
Druk op deze toets om een fax te verzenden door een
directe verzending. Wanneer de toets [Direct TX] niet
wordt gemarkeerd, wordt normale verzending (geheugen
TX-modus) geselecteerd.
Gebruik de automatische documentinvoer om een
grote hoeveelheid originelen te faxen. (pagina 4-26)
Gebruik de functie direct verzenden als u een fax wil
verzenden voor de al eerder gereserveerde
faxverzendingen. (pagina 4-27)
(6) [Subadres]-toets
Druk op deze toets om een subadres en een wachtwoord
voor een F-codeverzending in te voeren.
F-CODE BELLEN (pagina 4-111)
(7) Aangepaste toetsen
U kunt de toetsen die hier verschijnen wijzigen, zodat ze
instellingen of functies van uw voorkeur aangeven.
Aangepaste toetsen tonen (pagina 4-9)
(8) Toets [Voorbeeld]
Tik op de toets om de te verzenden afbeelding vóór
verzending op het aanraakscherm te controleren.
CONTROLEREN VAN DE TE VERZENDEN
AFBEELDING (Voorbeeld) (pagina 4-57)
(9)
Toets [Luidspreker] / toets [Onderbreking] / toets [Spatie]
Druk op deze toets om te bellen door gebruik te maken van de luidspreker.
Wanneer u een faxnummer invoert dat gebeld moet worden,
verandert de toets in de [Onderbreking]-toets. Wanneer u een
subadres invoert, verandert de toets in de [Spatie]-toets.
VERZENDINGEN MET DE LUIDSPREKER (pagina 4-39)
(10) Toets [Opn. verzenden] / [Volgend Adres]
Druk op deze toets om een faxnummer opnieuw te bellen.
Wanneer u een faxnummer invoert dat gebeld moet worden,
verandert de toets in de [Volgend Adres]-toets.
OPNIEUW VERZENDEN (pagina 4-24)
(11) Weergave-instellingen
Weergave-instellingen (formaat origineel, belichting,
resolutie) kan worden geselecteerd.
WEERGAVE-INSTELLINGEN (pagina 4-46)
(12) Toets
Deze toets verschijnt als een speciale functie of 2-zijdig
scannen wordt geselecteerd. Druk op deze toets om de
geselecteerde speciale functies weer te geven.
Controleren welke speciale functies zijn
geselecteerd (pagina 4-10)
(13) Toets [Spec. Functies]
Druk op deze toets om een speciale functie te gebruiken.
SPECIALE FUNCTIES (pagina 4-72)
(14) Toets
Druk op deze toets om een faxbestemming te bellen door
gebruik te maken van een zoeknummer.
BESTEMMING OPROEPEN MET EEN
ZOEKNUMMER (pagina 4-21)
Auto Auto
Auto
Bestand
Snelbestand
Adresoverzicht
Direct TX
Subadres
Adresboek
USB-geh.scanFaxenInternetfax PC scan
Spec. Functies
Resolutie
Belichting
Origineel
Scannen:
Scannen
Zenden:
Standaard
Luidspreker
Gereed voor verzenden.
Opn. verzenden
BEELD
VERZENDEN
DOCUMENT
ARCHIVERING
KOPIE
Automat. Ontvangst
Faxgeheugen:100%
Voorbeeld
(1)
(2)
(9)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(15)(14) (16)
(13)
(12)
(11)
(10)