Operation Manual

4-55
FAX
Inhoudsopgave
BELICHTING WIJZIGEN
De belichting kan worden aangepast aan de helderheid van het origineel.
Selecteer de juiste instellingen aan de hand van de volgende tabel.
Belichtingsinstellingen:
Belichting Toepassing
Auto Bij deze instelling wordt de belichting automatisch aangepast aan lichtere en donkerdere
delen van het origineel.
Handmatig
1-2 Selecteer deze instelling bij een origineel met donkere tekst.
3 Selecteer deze instelling voor een normaal origineel (niet licht en niet donker).
4-5 Selecteer deze instelling wanneer het origineel uit onduidelijke tekst bestaat.
1
Druk op de toets [Belichting].
De huidige belichtinginstelling verschijnt rechts van de [Belichting]-toets.
WEERGAVE-INSTELLINGEN (pagina 4-46)
2
Selecteer de belichting.
(1) Druk op de toets [Handmatig].
(2) Pas de belichting aan met de toetsen
.
Als de belichting staat ingesteld op [Auto], kunnen de
toetsen niet worden gebruikt.
De belichting wordt donkerder wanneer op de toets
wordt gedrukt, en lichter wanneer op de toets wordt
gedrukt.
Keer terug naar automatische belichtingsaanpassing door
op [Auto] te drukken.
(3) Druk op de toets [OK].
Bij gebruik van de glasplaat voor het scannen van meerdere originelen kan de instelling van de belichting telkens bij het
verwisselen van de pagina's worden gewijzigd. Bij gebruik van de automatische documentinvoer kan de instelling van de
belichting niet meer worden gewijzigd nadat het scannen is begonnen. (Gebruikt u echter de speciale functie "Opdracht
Samenstel.", dan kan de belichting telkens wanneer u een nieuwe set originelen invoert worden gewijzigd.)
Systeeminstellingen (Beheerder): Standaard Belichtingsinstellingen
Hiermee wijzigt u de standaardinstelling voor de belichting.
Faxen/Belichting
OK
Auto
Handmatig
1 53
(3)(1) (2)