Operation Manual

1-9
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
(10) Toets [STARTEN KLEUR]
Druk op deze toets om een origineel in kleur te scannen.
Deze toets kan niet worden gebruikt in combinatie met de
fax- of internetfaxfunctie.
(11) Toets [STARTEN ZWART-WIT]
Druk op deze toets om een origineel te kopiëren of
scannen in zwart-wit. Deze toets wordt ook gebruikt om
een fax te verzenden in de faxmodus.
(12) AAN-indicator
Deze indicator gaat branden als de
hoofdvoedingsschakelaar van het apparaat in de stand
"Aan" staat.
DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN (pagina
1-15)
(13) Toets [AAN] ( )
Druk op deze toets om de voeding van het apparaat in of
uit te schakelen.
DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN (pagina
1-15)
(14) Toets [LOGOUT] ( )
Druk op deze toets om uit te loggen als u hebt ingelogd
om het apparaat te gebruiken. Als de faxfunctie wordt
gebruikt, kan deze toets ook ingedrukt worden om
toonsignalen met een puls telefoonlijn te verzenden.
GEBRUIKERSAUTHENTICATIE (pagina 1-17)
(15) Toets [#/P] ( )
In de kopieerfunctie drukt u op deze toets om een
werkprogramma te gebruiken. Als de faxfunctie gebruikt
wordt, kan deze toets gebruikt worden tijdens het bellen.
(16) Toets [ALLES WISSEN] ( )
Druk op deze toets om terug te gaan naar de
oorspronkelijke bedieningstoestand.
Gebruik deze toets om alle gemaakte instellingen te
annuleren en het apparaat te gebruiken met de
standaardinstellingen.
(17) Toets [STOP] ( )
Druk op deze toets om een kopieer- of scanopdracht te
stoppen.
(18) Toets/indicator [SPAARSTAND] ( )
Druk op deze toets om het apparaat in de stand
Automatisch Uitschakelen te zetten om energie te
sparen.
De toets [SPAARSTAND] ( ) knippert als het apparaat
in de stand Automatisch Uitschakelen staat.
TOETS [SPAARSTAND] (pagina 1-16)
(16) (17) (18)(14) (15)
(10) (11) (12) (13)
De indicators van het bedieningspaneel kunnen variëren naargelang het land of gebied.