Operation Manual

5-28
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
EEN BEELD IN SCANMODUS VERZENDEN
In deze sectie wordt de basisprocedure voor het verzenden in scanmodus uitgelegd (Scannen naar E-mail, Scannen
naar FTP, Scannen naar desktop en Scannen naar netwerkmap).
EEN BEELD VERZENDEN
Als een standaardadres is geconfigureerd in "Instelling standaard adres" in de systeeminstellingen (beheerder), kan de
modus of bestemming niet worden gewijzigd en kunnen geen bestemmingen worden toegevoegd. Als u de modus of
bestemming wilt wijzigen, druk dan op [Annuleren] op het aanraakscherm en volg onderstaande procedure.
Als "Instelling standaard adres" is ingesteld op "Voeg E-mailadres gebruiker toe voor aanmelden", druk dan op de toets
[Adres toevgn] op het aanraakscherm om van modus te wisselen en adressen toe te voegen.
Als het selectievakje [Ook voor Fax/I-Fax scherm toepassen] is ingesteld op , wordt de toets [Adres toevgn] niet
weergegeven als u bestemmingen toevoegt in het scherm van de fax- of internetfaxmodus en wordt er naar de scanmodus
overgeschakeld. U kunt bestemmingen toevoegen met de toetsen [Adresboek], [Adresinvoer] of .
1
Plaats het origineel.
Plaats geen voorwerpen onder de formaatdetector. Het sluiten
van de automatische origineelinvoer terwijl er een voorwerp
onder ligt, kan leiden tot beschadiging van de plaat van de
formaatdetector en tot een onjuiste vaststelling van het formaat
van het origineel.
Plaats de originelen in de richting zoals hieronder wordt afgebeeld.
* Om een groot staande origineel te plaatsen, volgt u de aanwijzingen bij "Afdrukstand liggend" hierboven en
selecteert u bij stap 3 de gewenste afdrukstand.
Plaats A5 (5-1/2" x 8-1/2") originelen in de afdrukstand staand (verticaal) ( ). Als ze in de (horizontale)
afdrukstand liggend ( ) worden geplaatst, wordt het formaat foutief waargenomen. Voer het formaat van het
origineel bij A5R (5-1/2" x 8-1/2"R) originelen handmatig in.
Originelen kunnen niet opeenvolgend worden gescand en in één zending worden verstuurd wanneer zowel de
automatische origineelinvoer als de glasplaat wordt gebruikt.
Detector
origineelformaat
1
1
1
1
1
1
Lade origineelinvoer
Plaats de originelen met de
voorzijde omhoog.
Afdrukstand staand*
Afdrukstand liggend
Glasplaat
Plaats het origineel ondersteboven met de hoek
bij de punt van het pijlteken in de
linkerbovenhoek van de glasplaat.
Originelen