Operation Manual

7-16
SYSTEEMINSTELLINGEN
Inhoudsopgave
Adresbeheer
Adresbeheer wordt gebruikt om sneltoetsen, groepstoetsen, programmatoetsen en aangepaste indexen op te slaan, te
bewerken en te wissen. Druk op de toets [Adresbeheer] en configureer de instellingen.
Adresboek
Bestemmingen kunnen worden opgeslagen in het adresboek om eenvoudig te worden opgeroepen.
Als op de toets [Adresboek] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm.
Toets [Toevoegen]
Gebruik deze toets om een nieuw adres toe te
voegen.
Lijstweergave
Hiermee wordt een lijst van de opgeslagen adressen
weergegeven. U kunt een adres selecteren om het
scherm voor bewerking of verwijdering voor dit adres
te openen.
Adressen opslaan
Druk op de toets [Toevoegen] in het scherm boven om de instellingen op te slaan. Er kunnen 1000 adressen worden geprogrammeerd.
Raadpleeg "Instellingen" (pagina 7-17) voor meer informatie.
Adressen wijzigen en wissen
U kunt een adres selecteren op het weergegeven scherm om een scherm voor bewerking of verwijdering dit adres te openen.
Raadpleeg "Instellingen" (pagina 7-17) voor meer informatie.
Een adres wissen met de toets [Wissen].
Welke instellingen u kunt selecteren varieert afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur.
Raadpleeg "SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX" (pagina 7-101) voor informatie over de instellingen met betrekking tot
de faxfunctie.
Adresboek
Vorige
Indexswitch
Adressen sorteren
Sorteervolgorde
ABC
Zoeknummer
Alle
Toevoegen
AAA AAA
CCC CCC
EEE EEE
GGG GGG
III III
BBB BBB
DDD DDD
FFF FFF
HHH HHH
JJJ JJJ
Freq. ABCD EFGH IJKL MNOP QRSTU VWXYZ etc.
1
2
Wanneer "Reg. van bestemming via bedieningspaneel uitschak." (pagina 7-82) in de systeeminstellingen (beheerder) is
ingeschakeld voor een functie, kunnen er geen adressen worden opgeslagen voor die functie.
Opslaan van adressen voor scannen naar FTP, scannen naar Netwerkmap en scannen naar Desktop...
Sla scannen naar FTP en scannen naar Netwerk adressen op in de webpagina's. Sla scannen naar Desktop adressen op met
Network Scanner Tool.
Als u geen afzonderlijke sneltoets of groeptoets kunt bewerken of wissen.
In de onderstaande situaties kunt u geen afzonderlijke sneltoetsen of groeptoetsen bewerken of wissen:
-
Wanneer de toets wordt gebruikt voor een verzending in de wachtrij of een verzending die op dat moment wordt verzonden.
- Wanneer de sleutel wordt opgenomen in een groepstoets.
- Wanneer de sleutel wordt opgenomen in een programma.
- De sleutel wordt als doorstuurbestemming opgegeven in de "Instelling standaard adres" (pagina 7-86) of "Instelling voor
inkomende routing" / "Documentbeheerfunctie" (op de webpagina's).
- Wanneer "Reg. van bestemming via bedieningspaneel uitschak." (pagina 7-82) is ingeschakeld.
Als de toets wordt gebruikt voor een verzending in de wachtrij of een verzending die op dat moment wordt verzonden, kunt
u de verzending annuleren of wachten totdat deze is voltooid en vervolgens de toets bewerken of wissen.
Als de toets is opgenomen in een groep, verwijder dan eerst de toets uit de groep en bewerk of wis vervolgens de toets.
Als de toets is gespecificeerd als doorstuurbestemming, annuleer dan de doorstuurbestemming en bewerk of wis
vervolgens de toets. Wanneer "Reg. van bestemming via bedieningspaneel uitschak." is ingeschakeld, wis dan deze
functie en wijzig of verwijder de toets.