Operation Manual

7-49
SYSTEEMINSTELLINGEN
Inhoudsopgave
LDAP servertoegangscontrole
uitvoeren
Het is mogelijk om toegangscontrolegegevens voor
limieten van paginatellingen, machtigingen en favoriete
bewerkingen op een LDAP-server op te slaan. Door
deze LDAP-server te gebruiken voor
netwerkauthenticatie, kan een gebruiker geverifieerd
worden aan de hand van de opgeslagen
toegangscontrolegegevens.
Dit kan worden gebruikt wanneer
gebruikersauthenticatie plaatsvindt door middel van
netwerkauthenticatie met een LDAP-server of een
adreslijstservice (Active Directory, enz.).
Voordat u deze functie gebruikt moet u de instellingen
voor authenticatie met een LDAP-server configureren,
controlenummers verkrijgen voor de
"Paginalimietgroep", "Authoriteitsgroep", "Favoriete
handelingen-groep" en "Mijn map" (inclusief
basisinstellingen voor elke groep), en deze koppelen
aan de controlenummers die op de machine zijn
geregistreerd.
Om deze functie te gebruiken, moeten kenmerken die
gekoppeld zijn aan "Paginalimietgroep",
"Authoriteitsgroep", "Favoriete handelingen-groep" en
"Mijn map" worden toegevoegd aan de
adreslijstgegevens van de LDAP-server die voor
gebruikersauthenticatie wordt gebruikt. De
kenmerkinformatie wordt hieronder weergegeven.
Instellingen die eerder zijn opgeslagen op de machine
kunnen niet worden gewijzigd.
De namen van kenmerken die de machine ophaalt van
de LDAP-server kunnen worden gewijzigd in
"Paginalimietgroep", "Authoriteitsgroep", "Favoriete
handelingen-groep" en "Mijn map" in
"Netwerkinstellingen" > "LDAP-installatie" op de
webpagina.
De "Paginalimietgroep", "Authoriteitsgroep" en
"Favoriete handelingen-groep" informatie die op iedere
machine is opgeslagen bepaalt de rechten en
instellingen die werkelijk aan de gebruiker worden
toegekend. Om te zorgen dat gebruikers op elke
machine dezelfde rechten en instellingen krijgen
toegekend, moet op elke machine dezelfde
"Paginalimietgroep", "Authoriteitsgroep" en "Favoriete
handelingen-groep" informatie worden opgeslagen met
dezelfde registratienummers.
Voor "Mijn map" moet op elke machine dezelfde
mapnaam in "Aangepaste Map" worden opgeslagen.
De adreslijstinformatie van de gebruikte LDAP-server
kan vanaf de machine niet worden gewijzigd. Raadpleeg
de beheerder van de LDAP-server.
Kenmerk
Naam van
kenmerk
volgens
fabrieksin
stelling
Instelling
Paginalimiet
groep
pagelimit Registratienummer van
groep paginalimiet dat
op de machine is
opgeslagen of eerder op
de machine opgeslagen
groepsnaam.
Onbeperkt: unlimited
Authoriteitsg
roep
authority Registratienummer van
machtiginggroep dat op
de machine is
opgeslagen of eerder op
de machine opgeslagen
groepsnaam.
Beheerder: admin
Gebruiker: user
Gast: guest
Favoriete
handelingen-
groep
favourite Registratienummer van
favoriete
bewerkingsgroep dat op
de machine is
opgeslagen of eerder op
de machine opgeslagen
groepsnaam.
Volgens de
systeeminstellingen:
system settings
Mijn map myfolder Mapnaam of
gebruikersnaam
opgeslagen op de
machine.
Niet invoeren als de
standaardmap is
opgegeven.
Kenmerk
Naam van
kenmerk
volgens
fabrieksin
stelling
Instelling