Operation Manual

1-148
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKENONDERHOUD
4
Controleer of het reinigingsgedeelte
op de punt van de reiniger schoon is.
Als het reinigingsgedeelte vuil is, moet u het van de reiniger
verwijderen en vervangen door een schoon exemplaar. Zie
stap 5 tot en met 7 voor de procedure voor het vervangen
van het reinigingsgedeelte. Als het reinigingsgedeelte niet
vuil is, gaat u naar stap 8.
5
Pak een vervangend
reinigingsgedeelte uit de
toneropvangbak.
Vervangende reinigingsgedeelten worden op de
toneropvangbak bewaard.
Pak het uiteinde van het reinigingsgedeelte vast en trek het
uit de toneropvangbak.
6
Verwijder het vuile reinigingsgedeelte
van de punt van de reiniger.
(1) Pak de reiniger goed vast op de plaats
waar het reinigingsgedeelte is bevestigd.
(2) Druk met uw andere hand de haak
waarmee het reinigingsgedeelte vastzit
omlaag en verwijder het
reinigingsgedeelte.
Plaats het verwijderde reinigingsgedeelte terug op de toneropvangbak.
7
Breng het nieuwe reinigingsgedeelte
aan op de reiniger.
(1) Lijn de haak van het reinigingsgedeelte
uit met de bevestigingsopening in de
reiniger.
(2) Houd het reinigingsgedeelte stevig vast
en duw de reiniger naar binnen.
Reiniger