Operation Manual

1-75
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKENPAPIER LADEN
1
Open de doorvoerlade.
Als u papier laadt dat groter is dan A4R of 8-1/2" x 11"R,
kunt u het verlengstuk uittrekken.
Trek het verlengstuk helemaal uit.
Plaats geen zware voorwerpen op de doorvoerlade en pas er geen neerwaartse druk op uit.
2
Plaats het papier met de afdrukzijde
omlaag.
Schuif het papier langzaam langs de geleiders van de
doorvoerlade totdat het niet verder gaat. Als het papier met
teveel kracht wordt geplaatst, kan de voorrand omgevouwen
raken. Als het papier te los wordt geplaatst, kan het scheef
zitten of vastlopen.
Het maximumaantal vellen mag niet worden overschreden
en het papier mag niet boven de indicatorlijn uitkomen.
3
Stel de geleiders van de doorvoerlade
in op de breedte van het papier.
Stel de geleiders van de doorvoerlade zodanig af dat ze licht
in contact komen met het geplaatste papier.
Plaats het papier voor "Briefpapier" en "Voorbedrukt" met de afdrukzijde omhoog. Wanneer [Uitschakelen van duplex]
echter is ingeschakeld, plaatst u de afdrukzijde in dezelfde stand als in de normale modus (omlaag).
Druk geen kracht uit op het papier dat u plaatst. Dat kan vastlopen tot gevolg hebben.
Als de geleiders van de doorvoerlade breder zijn ingesteld dan het papier, moet u deze naar binnen schuiven totdat
ze zijn afgesteld op de breedte van het papier. Als de geleiders van de doorvoerlade te breed zijn afgesteld, kan het
papier scheef worden geladen of gekreukt raken.
De papierlade-instellingen weergeven wanneer papier wordt gedetecteerd in de doorvoerlade
selecteer in de instellingsmodus [Systeeminstellingen] [Algemene instellingen] [Papierinstellingen] [Papierlade-
instellingen] [Toon Papierlade-instellingen wanneer lade voor handmatige invoer papier detecteert.].