Operation Manual

2-28
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN.
De vaste-factortoets gebruiken
Het papierformaat opgeven
1
Tik op de toets [Kopieerfactor].
KOPIEERMODUS (pagina 2-3)
2
Tik op om de factor in te
stellen.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen,
tikt u op .
Controleer of een geschikt papierformaat voor de factor is
geselecteerd.
Als u op de toets [Enigszins verminderen (3% besparing)] tikt, wordt de factor lager ingesteld dan de factor die is
opgegeven bij 3%.
In de normale modus
Er zijn twee schermen voor instellingen. Met de toets [Andere factor] wisselt u tussen deze schermen.
Als u het gebied snel wilt instellen, geeft u eerst met de cijfertoetsen een waarde op die dicht bij de gewenste waarde
ligt en past u deze vervolgens aan met .
Aan de vaste factortoetsen kunt u tot twee veelgebruikte factorwaarden toevoegen, respectievelijk voor vergroten en verkleinen.
Kopieerinstellingen (pagina 7-82)
Alle instellingen annuleren:
Tik op de toets [CA].
1
Tik op de toets [Kopieerfactor].
KOPIEERMODUS (pagina 2-3)
2
Geef het origineelformaat (papierformaat
van het geladen origineel) en het
kopieformaat (papierformaat van de
kopieeruitvoer) op.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen,
tikt u op .
Alle instellingen annuleren:
Tik op de toets [CA].
Voorbeeld-
weergave
Z/W
Start
Kleur
Start
Aantal
kopieën
Auto Image
Enigszins verminderen
(3% besparing)
Origineel
Papier
Per papierformaat
B4A3 A4 A4B5
B4A3 A4 A4B5
100
( 25~200 )
%
CA
Kopieerfactor
CA
Voorbeeld-
weergave
Z/W
Start
Kleur
Start
Aantal
kopieën
Auto Image
Enigszins verminderen
(3% besparing)
Origineel
Papier
Per papierformaat
Kopieerfactor
B4A3 A4 A4B5
B4A3 A4 A4B5
100
( 25~200 )
%