Operation Manual

4-30
FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN
HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN
Controleer de afbeelding vóór verzending op het aanraakscherm.
U kunt op de toets [Voorbeeld- weergave] tikken en dan het origineel scannen, om een voorbeeldweergave van de gescande
afbeelding te controleren. U kunt de belichting en resolutie voor de scan aanpassen wanneer u deze in het voorbeeldscherm
controleert, zodat u een origineel van betere kwaliteit naar de bestemming kunt verzenden.
VOORBEELDSCHERM (pagina 1-17)
De volgende instellingen en functies kunnen worden gewijzigd tijdens en na het scannen van een beeld voor weergave van een voorbeeld:
Belichting, Verzendformaat, 2-Zijdig Boekje/Schrijfblok, Resolutie, Wissen, N-Up, Bestand, Snelbestand, Timer, Eigen
naam kiezen en Transmissierapport.
METHODEN VOOR HET VERZENDEN VAN FAXEN
HET GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE
DOCUMENTINVOEREENHEID VOOR VERZENDING
Het opslaan van gescande originelen in het geheugen van het apparaat voordat u ze gaat verzenden wordt 'Geheugen TX' genoemd.
In dit gedeelte wordt het scannen van originelen via de automatische documentinvoereenheid uitgelegd en het
verzenden van gegevens via de functie geheugenverzending.
Afhankelijk van de grootte van de verzendgegevens is mogelijk niet de gehele voorbeeldafbeelding zichtbaar in het aanraakscherm.
De voorbeeldfunctie is niet beschikbaar als het origineelformaat is ingesteld op Lang Form.
Als u een dik origineel wilt faxen, of een ander origineel dat niet via de automatische documentinvoereenheid kan worden
ingevoerd, opent u de automatische documentinvoereenheid en plaatst u het origineel op de glasplaat.
Als het apparaat tijdens de faxverzending bezig is met een andere faxopdracht, dan wordt de fax verzonden nadat de
andere faxopdracht is verzonden.
Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, wordt een bericht getoond en stopt het scannen. Als
Snel On-Line Verzenden is ingeschakeld voor verzending, worden de gescande originelen verzonden.
De instelling Snel On-Line Verzenden uitschakelen:
In de "Instellingen (beheerder)" selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen]
[Instellingen verzenden] → [Snel On-Line Verzenden].
Als u deze instelling uitschakelt, zal de geheugenverzending pas beginnen als alle pagina's zijn gescand.
Het geluid bij voltooide scan instellen:
In de "Instellingen (beheerder)" selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei
Instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Geluid Bij Voltooide Scan].
1
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-82)
2
Geef het faxnummer van de bestemming op.
Een bestemming invoeren met de cijfertoetsenpagina 4-13
Een bestemming ophalen uit een adresboek►pagina 4-14
Een bestemming ophalen met een zoeknummer►pagina 4-17
Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek►pagina 4-18
Een verzendlogboek gebruiken om opnieuw te verzendenpagina 4-20