Operation Manual

4-115
FAX►F-CODECOMMUNICATIE GEBRUIKEN
EEN DOCUMENT IN EEN GEHEUGENVAK SCANNEN
VOOR NAVRAAGVERZENDING MET F-CODE
Wanneer het apparaat van een ander apparaat een verzoek tot verzending ontvangt, verzendt deze functie van uw
apparaat naar het andere apparaat een fax die opgeslagen is in een geheugenvak met F-code (navraaggeheugen). Het
andere apparaat moet de F-code (subadres en wachtwoord) die op uw apparaat is geconfigureerd correct opgeven.
Anders vindt er geen verzending plaats.
Een origineel dat via navraagcommunicatie met F-code naar het andere apparaat moet worden verzonden, moet al
eerder in een geheugenvak met F-code (navraaggeheugen) op uw apparaat zijn gescand.
Als er al andere documenten opgeslagen zijn in het geheugenvak, wordt het document toegevoegd aan de al eerder
opgeslagen documenten.
Bij de fabrieksinstelling wordt het document dat naar het andere apparaat is verzonden, automatisch verwijderd.
F-codegeheugenvakken maken:
Ga naar 'Instellingen (beheerder)' - [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Fax Instellingen] →
[F-Codegeheugenvak].
1
Plaats het origineel.
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-82)
GLASPLAAT (pagina 1-84)
2
Selecteer de instellingen voor het origineel dat moet worden gescand en
eventueel andere functies.
Programma, Timer, Transmissierapport, Navragen en Documentarchivering kunnen niet worden ingesteld.
Ontvangend apparaat
Verzendaanvraag (navraag) met een F-code
Subadres: AAAAAAAA
Wachtwoord: XXXXXXXX
Verzenden
Het apparaat
F-code navraaggeheugenvak
Naam geheugenvak: BBBB
Subadres: AAAAAAAA
Wachtwoord: XXXXXXXX