Operation Manual

7-128
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN
Instelling tandemverbinding
Gebruik deze instelling om het poortnummer en IP-adres in te stellen van het apparaat dat als tandem-clientmachine
wordt gebruikt, wanneer twee apparaten als netwerkprinters via het TCP/IP-protocol worden gebruikt.
Master-machinemodus uitschakelen
Schakel deze instelling in om tandemverzending te blokkeren. (Normaalgesproken is het niet nodig deze instelling in te schakelen.)
Uitschakelen Client Machinemodus
Schakel deze instelling in om tandemontvangst te blokkeren. (Normaalgesproken is het niet nodig deze instelling in te schakelen.)
Standaard detecteren in automatische kleurmodus
Als de kleurmodus in de kopieermodus is ingesteld op Automatisch, kan het punt waar wordt bepaald of originelen kleur- of zwart/
wit-originelen zijn op een van de vijf niveaus worden ingesteld. Wanneer dit is ingesteld op [Dichter Z/W], worden originelen eerder
herkend als in kleur. Wanneer dit is ingesteld op [Dichter klr], worden originelen eerder herkend als in kleur.
Instelling voor data-indicator
De werking van de indicator Faxontvangst/-gegevens instellen. Zie 'DATA-INDICATOR EN FOUTINDICATOR (pagina
1-9)' voor meer informatie.
Het controlelampje knippert wanneer er gegevens worden ontvangen
Geef aan of de indicator Faxontvangst/-gegevens moet gaan knipperen als er een fax is ontvangen.
Instelling voor foutlampje
Stel de werking van de foutindicator in. Zie "DATA-INDICATOR EN FOUTINDICATOR (pagina 1-9)
” voor meer
informatie.
Totaalinst. voor afwerking
De afwerkingsinstellingen opgeven. Geef aan of de posities voor de afwerking op het opgegeven papier of het origineel zijn aangegeven.
Papiergewichtsinstellingen
Hiermee wordt de fuseertemperatuur van de toner in overeenstemming met het gewicht van het papier geregeld.
Deze instellingen zijn van toepassing op normaal papier, gerecycled papier, geperforeerd papier, voorbedrukt papier,
briefhoofdpapier, gekleurd papier en eigen papier van de gebruiker.
U kunt 60 g/m
2
tot 89 g/m
2
of 90 g/m
2
tot 105 g/m
2
(16 tot 23 lbs. of 23+ tot 28 lbs.) selecteren.
Datalijst
Afdrukken met [Enkelzijdig] of [Dubbelzijdig] definiëren in Datalijst.
Uitschakelen van duplex
Deze functie wordt gebruikt om 2-zijdig afdrukken uit te schakelen als de duplexmodule bijvoorbeeld niet goed functioneert.
Uitschakelen van verschuiving
Offset-uitvoer uitschakelen.
Uitschakelen van origineelinvoer
Gebruik deze instellingen om het gebruik van de automatische documentinvoereenheid niet toe te staan wanneer deze bijvoorbeeld
niet goed functioneert. (Er kunnen nog wel originelen met de glasplaat worden gescand wanneer deze instelling is ingeschakeld.)
Als u de tandemfunctie wilt gebruiken als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, moet u op zowel de mastermachine
als de clientmachine dezelfde combinatie gebruikersnaam en wachtwoord gebruiken. Als verschillende gebruikersnamen
en wachtwoorden worden gebruikt, kan het zijn dat de paginatelling niet aan het juiste gebruikersaantal wordt toegevoegd
of dat alleen kan worden afgedrukt via het hoofdapparaat.
De fabrieksinstelling voor het poortnummer is [50001]. Verander het poortnummer niet, tenzij u problemen ondervindt met deze instelling.
Deze kan alleen worden ingesteld op het bedieningspaneel van de machine.
Zorg dat u alleen papier gebruikt dat in dezelfde gewichtklasse valt als de hier ingestelde gewichtklasse. Meng geen normaal
papier dat buiten de klasse valt met het papier in de lade.
Wanneer instellingen worden gewijzigd, worden deze pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is opgestart. Zie 'DE
VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-10)' voor informatie over het opnieuw opstarten van het apparaat.