Operation Manual

7-171
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN
Bewaren/ oproepen van systeeminstellingen
U kunt de instellingen van de huidige instellingsmodus naar de vorige opgeslagen instellingen of naar de
fabrieksinstellingen terugzetten.
Huidige Configuratie Opslaan
Hiermee wordt de momenteel geconfigureerde instellingsmodus opgeslagen in het apparaatgeheugen.
De opgeslagen instellingen worden bewaard, ook nadat u het apparaat met de toets [Aan] hebt uitgeschakeld. Gebruik
'Configuratie Herstellen' hieronder om de opgeslagen instellingen op te halen.
Niet-opgeslagen items
• Netwerk- instellingen: deze instellingen worden niet opgeslagen omdat onverwachte instellingen het netwerk kunnen
beschadigen.
• Productcodes: productcodes worden niet opgeslagen omdat het opnieuw invoeren van de codes nodig kan zijn.
Configuratie Herstellen
De instellingen die met 'Huidige Configuratie Opslaan' zijn opgeslagen worden teruggezet.
De huidige instellingen worden vervangen door de opgehaalde instellingen.
Instellingen Resetten
Fabrieksinstellingen Herstellen
Hiermee zet u de huidige instellingen (die u hebt geselecteerd in de instellingsmodus) terug naar de fabrieksinstellingen.
Druk de huidige instellingen af door [Status] te selecteren bij 'Instellingen (beheerder)' → [Datalijst] → [Lijst voor
Beheerder] als u een record wilt maken van de huidige instellingen voordat u de instellingen herstelt.
NIC terugstellen
Hiermee zet u alle 'Netwerk- instellingen' terug naar de fabrieksinstellingen.
Optimalisatie van harde schijf
Diverse apparaten die op het apparaat zijn aangesloten, kunnen worden ingesteld.
Met deze functie optimaliseert u de harde schijf van het apparaat door de gegevens te defragmenteren. Als het apparaat
bezig is met een opdracht, wordt een melding getoond en begint de optimalisatie pas nadat de opdracht is voltooid.
Tijdens de optimalisatie zijn de volgende handelingen niet mogelijk:
• Toegang tot de instellingsmodus (webversie) en ontvangst van afdrukgegevens
• Gebruik van toetsen op het bedieningspaneel
• De stroom uitschakelen met behulp van de hoofdschakelaar van het apparaat.
• Automatisch uitschakelen
Wanneer de optimalisatie is voltooid, zal het apparaat automatisch opnieuw opstarten.
Wanneer instellingen worden gewijzigd, worden deze pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is opgestart. Zie 'DE
VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-10)' voor informatie over het opnieuw opstarten van het apparaat.
Wanneer regelmatig gebruik wordt gemaakt van de functie Documentarchivering en de uitvoer van bestanden steeds trager
lijkt te gaan, is het aan te raden de harde schijf te optimaliseren om de prestaties te verbeteren.