Operation Manual

2-44
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN.
Zadelnieten
1
Tik op de toets [Nietje / Perforatie].
KOPIEERMODUS (pagina 2-3)
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven (pagina 2-33)
2
Selecteer .
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
3
Selecteer de instellingen voor inbindzijde en origineel.
KOPIEËN MAKEN MET FOLDERFORMAAT (BOEKJE) (pagina 2-61)
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
In de normale modus
Tik als u de uitvoerlade moet wijzigen,op de toets [Uitvoerlade] en selecteert u de uitvoerbestemming voordat u nieten
selecteert.
Als [Boekje] al is opgegeven in [Overige], hoeft u de instellingen voor inbindzijde en kaft niet te configureren.
Als [Boekje] is opgegeven in [Overige], wordt het zadelsteekscherm weergegeven. Bevestig het bericht dat in het
scherm wordt weergegeven en tik op de toets [On]. (Als u 'Instellingen (beheerder)' → [Systeeminstellingen] →
[Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] selecteert, zet het selectievakje [Automatisch Zadelnieten] dan op .)
Als het aantal gescande originelen het aantal vellen overschrijdt dat kan worden geniet, wordt een bericht
weergegeven. Tik op [Splitsen], [Doorgaan] of [Annuleren].
[Splitsen]: splitst de pagina's in sets die kunnen worden geniet en sorteert deze. U kunt deze functie niet gebruiken als
de kaftinstellingen zijn geselecteerd.
[Doorgaan]: gaat door met sorteren zonder nieten.
[Annuleren]: annuleert de instelling nietsorteren.