Operation Manual

4-13
FAX►BESTEMMINGEN INVOEREN
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Eenvoudige modus een bestemming invoert.
DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-8)
BESTEMMINGEN INVOEREN
EEN BESTEMMINGSNUMMER INVOEREN MET DE
CIJFERTOETSEN
Een onderbreking tussen de cijfers van het nummer invoeren
Voer na het gebruikte nummer een onderbreking in als u vanuit een bedrijfscentrale belt (bijvoorbeeld na een '0') of na
de landcode van een internationaal nummer.
BESTEMMINGEN INVOEREN
1
Tik op de toets [Directe Invoer] of de
toets [Faxnummer] om het faxnummer
van de bestemming in te voeren.
Als u meerdere nummers wilt invoeren, tikt u op en
voert u het volgende faxnummer in.
Als u een onjuist nummer invoert, tikt u op de toets [C] om
het nummer te verwijderen en voert u het nummer opnieuw
in.
1
Tik op de toets [Onderbreking].
Een streepje "-" wordt ingevoerd wanneer er één keer op de toets [Onderbreking] wordt getikt.
Als u een onderbreking tussen cijfers van het nummer wilt invoeren:
Voer na het gebruikte nummer een onderbreking in als u vanuit een bedrijfscentrale belt (bijvoorbeeld na een '0') of na
de landcode van een internationaal nummer.
De toets [Onderbreking] wordt op de cijfertoetsen getoond wanneer het faxnummer van de bestemming wordt
ingevoerd.
Een streepje "-" wordt ingevoerd wanneer er één keer op de toets [Onderbreking] wordt getikt.
De duur van een onderbreking instellen:
selecteer in de instellingsmodus [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Fax Instellingen] →
[Standaard- Instellingen] → [Instelling Onderbrekingstijd].
CA
Voorbeeld-
weergave
Start
Origineel
A4
Adres Faxnummer
Adresboek Directe Invoer
Details
Verzendgeschiedenis