Operation Manual

1-62
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN
GEREGISTREERDE ITEMS IN HET
OPDRACHTLOGBOEK
Het apparaat registreert de uitgevoerde opdrachten in een logboek.
De belangrijkste informatie die wordt vastgelegd in het opdrachtlogboek wordt hieronder beschreven.
Teneinde het gemakkelijk te maken om de gebruikstotalen vast te stellen voor verschillend geconfigureerde apparaten,
zijn de items die worden geregistreerd in het opdrachtlogboek vast, ongeacht welke randapparaten zijn geïnstalleerd of
wat het doel van de registratie is.
In sommige gevallen wordt opdrachtinformatie mogelijk niet correct vastgelegd, bijvoorbeeld als een stroomstoring
optreedt tijdens een opdracht.
Nr. Itemnaam Beschrijving
1 Hoofditems Taak-id De taak-id wordt vastgelegd. Taak-id's worden in
het logboek vastgelegd als opeenvolgende
nummers met een maximum van 999999, waarna
de teller wordt teruggezet op 1.
2 Accounttaak-id
De taak-id die wordt gebruikt in de Sharp OSA wordt
vastgelegd.
3 Opdrachtmodus
Het type opdrachtmodus, zoals kopiëren of
afdrukken, wordt vastgelegd.
4 Computernaam De naam van de computer die een afdrukopdracht
heeft verzonden wordt vastgelegd.*
5 Gebruikersnaam De gebruikersnaam als de functie voor
gebruikersauthenticatie wordt gebruikt wordt
vastgelegd.
6 Gebruikersnaam De aanmeldnaam als de functie voor
gebruikersauthenticatie wordt gebruikt wordt
vastgelegd.
7 Kaart-ID De card ID bij gebruik voor een authenticatieproces
wordt vastgelegd.
8 Nummer uitgifte van Card Het aantal keer dat een SSFC IC-card is
uitgegeven, wordt opgeslagen.
9 Main Code Main Code wordt vastgelegd.
10 Sub Code Sub Code wordt vastgelegd.
11 Begindatum en -tijd De datum en tijd waarop de opdracht is gestart
wordt vastgelegd.
12 Einddatum en -tijd De datum en tijd waarop de opdracht is voltooid
wordt vastgelegd.
13 Totaal aantal zwart/wit Voor een afdrukopdracht wordt het totale aantal
vastgelegd. Voor een verzendopdracht wordt het
aantal verzonden pagina's in zwart-wit vastgelegd.
Bij een samenvatting van een distributieverzending
wordt het totale aantal pagina's vastgelegd. Bij het
scannen naar schijf wordt het aantal opgeslagen
pagina's in zwart-wit vastgelegd.
14 Totaal aantal meerkleuren Het totaal aantal pagina's van een afdruktaak dat is
afgedrukt in kleur wordt vastgelegd.
15 Telling volgens formaat Tellingen op origineel/papierformaat in kleurmodus
en modus voor zwart-wit worden vastgelegd.
16 Ongeldig aantal vellen
(zwart/wit)
Het ongeldige aantal vellen in zwart-wit wordt
vastgelegd.
17 Ongeldig aantal vellen
(kleur)
Het ongeldige aantal vellen in kleur wordt
vastgelegd.
18 Aantal gereserveerde sets Het aantal opgegeven sets of gereserveerde
bestemmingen wordt vastgelegd.
19 Aantal voltooide sets Het aantal voltooide sets of het aantal
bestemmingen waarnaar de verzending met succes
is voltooid wordt vastgelegd.