Operation Manual

1-82
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN
AUTOMATISCHE
DOCUMENTINVOEREENHEID
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u originelen in de automatische documentinvoereenheid plaatst.
Plaats originelen van verschillend formaat zo nodig tezamen in de automatische documentinvoereenheid. Gebruik in dat
geval de functie "Overige" in elke modus om [Origineel gem. form.] in te stellen. Een origineel kan niet worden
gedetecteerd wanneer alle pagina's van hetzelfde formaat zijn maar sommige een andere afdrukstand hebben.
Verwijder alle aanwezige nietjes of paperclips voordat u originelen in de documentinvoerlade plaatst.
Als de originelen vochtige plekken vertonen door toepassing van correctievloeistof, inkt of lijm moet u wachten totdat de
originelen zijn gedroogd voordat u kopieën maakt. Als u dit niet doet, kan de binnenkant van het apparaat of de glasplaat
bevuild raken.
Gebruik de volgende originelen niet. Dit zou kunnen leiden tot onjuiste detectie van het formaat van het origineel, het
vastlopen van originelen en vlekken.
Transparanten of ander transparant materiaal voor extra kopieën, overtrekpapier, carbonpapier, thermisch papier of
originelen die zijn afgedrukt met een thermische printer mogen niet via de documentinvoereenheid worden geladen.
Originelen die in de invoereenheid worden geplaatst, mogen niet beschadigd, gekreukt, gevouwen of losjes aan elkaar
geplakt zijn en mogen geen uitgeknipte gaten bevatten. Originelen met meer dan de gebruikelijke twee of drie
perforatiegaten worden mogelijk niet goed ingevoerd.
Plaats originelen met twee of drie perforaties zo dat de geperforeerde zijde zich niet aan de kant van de invoeropening van
de documentinvoerlade bevindt. Geef bij [Origineel] de stand van het geplaatste origineel op.
Voor een dun origineel (35 g/m
2
- 49 g/m
2
(9 lbs. tot 14 lbs.)) gebruikt u [Langz. scanm.] in de "Overige". Voor dit type is
2-zijdig scannen niet beschikbaar.
B5 (5-1/2" x 8-1/2")
A4 (8-1/2" x 11")
Posities van
openingen
Invoersleuf