Operation Manual

7-133
SYSTEEMINSTELLINGENâ–ºSYSTEEMINSTELLINGEN
Bedienings- Instellingen
Timer voor automatisch wissen annuleren
Hiermee schakelt u de modus Automatisch wissen uit.
Uitschakelen van opdrachtprioriteit
De functie Opdrachtprioriteit kan worden uitgeschakeld. Na uitschakeling wordt de toets [Prioriteit] niet meer in het
scherm met de opdrachtstatus getoond.
Uitsch. afdruk via handinvoer
Hiermee wordt afdrukken via de doorvoerlade uitgeschakeld (het afdrukken van andere opdrachten voorafgaand aan
een opdracht die is onderbroken)
*
omdat het papier voor de opdracht niet aanwezig is in een van de papierladen).
* Deze optie wordt genegeerd als het papier tijdens de opdracht opraakt.
Autom. Toetsherhaling Uitschakelen
Hiermee schakelt u de functie Automatische toetsherhaling uit.
Klokinstelling deactiveren
Zorgt ervoor dat datum en tijd niet kunnen worden gewijzigd.
Kaften/insteekv. modus uitschakelen
Hiermee schakelt u het gebruik van de functie Kaften/Insteekvellen uit.
Schakel afdrukken van Handleiding uit vanaf het Bedieningspaneel
Het afdrukken van de handleiding vanaf het apparaat is niet mogelijk.
Apparaatbeheer
Uitschakelen van origineelinvoer
Gebruik deze instellingen om het gebruik van de automatische documentinvoereenheid niet toe te staan wanneer deze bijvoorbeeld
niet goed functioneert. (Er kunnen nog wel originelen met de glasplaat worden gescand wanneer deze instelling is ingeschakeld.)
Uitschakelen van duplex
Deze functie wordt gebruikt om 2-zijdig afdrukken uit te schakelen als de duplexmodule bijvoorbeeld niet goed functioneert.
Cassette met grote capaciteit uitschakelen
Met deze instelling schakelt u de papierlade met grote capaciteit uit, bijvoorbeeld wanneer deze niet goed functioneert.
Uitschakelen van optionele papierlade
Met deze instelling schakelt u de optionele papierlade uit, bijvoorbeeld wanneer deze niet goed functioneert.
Lade-instelling uitschakelen
Deze instelling wordt gebruikt om lade-instellingen te blokkeren (met uitzondering van de instellingen voor de doorvoerlade).
Uitschakelen van afwerkeenheid
Met deze instelling kunt u het gebruik van de afwerkingseenheid of zadelsteek-afwerkingseenheid blokkeren,
bijvoorbeeld wanneer deze niet goed functioneert.
Offset uitschakelen
Offset-uitvoer uitschakelen.
Uitzetten nieteenheid
Met deze instelling kunt u het gebruik van nieten blokkeren, bijvoorbeeld wanneer de nieteenheid van de
afwerkingseenheid of zadelsteek-afwerkingseenheid niet goed functioneert.
Perforator uitschakelen
Deze instelling wordt gebruikt om het gebruik van de vouweenheid uit te schakelen.